Alle

Slob vindt geld voor regionale aanpak lerarentekort

Onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) trekt 13 miljoen euro uit om het lerarentekort in de regio’s aan te pakken. Ook heeft hij op zijn begroting 7 miljoen euro ‘gevonden’ om de subsidieregeling voor zij-instromers op te hogen. Dat maakte hij vanmiddag bekend tijdens het debat over leraren in de Tweede Kamer.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

tweede-kamer-tweets

Beeld: Tweede Kamer

Het gaat niet om ‘nieuw’ of ‘extra’ geld, zo meldde de onderwijsminister in de Kamer, maar om geld dat dit jaar niet is opgemaakt bij andere onderwijsposten, zoals de Lerarenbeurs en het lerarenregister. Normaal vloeit dit geld terug naar de kas van het ministerie van Financiën, maar Slob maakte bekend dat het nu toch bij het onderwijs blijft.

Hij wil het geld besteden om ervoor te zorgen dat de regio’s maatregelen kunnen nemen om het lerarentekort te bestrijden. Regio's kunnen het gebruiken voor het werven, opleiden en behouden van leraren. Slob wil beginnen met de vier grootste steden en later naar andere regio’s uitbreiden. Er moet, volgens de minister, vooral worden samengewerkt om de tekorten –die per regio verschillend zijn- aan te pakken. Ook had de minister het over een landelijke tafel waar lastige vraagstukken uit de regio zo snel mogelijk besproken worden om tot praktische oplossingen te komen. Slob benadrukte dat dit één van de aanpakken is om het lerarentekort op te lossen, maar dat ook andere acties, zoals de stille reserve meer aanspreken om weer voor de klas te gaan, gewoon doorgaan.

Structureel

AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen vindt het goed dat er geld komt voor een aanpak in de regio, maar pleit ook voor structurele maatregelen om het lerarentekort op te lossen. “De grootste urgentie is en blijft de werkdruk gecombineerd met het salaris. Geld voor het lerarentekort is belangrijk, maar geld voor de leraren die er nog wel zijn zou nog mooier zijn.” De AOb stuurde in aanloop naar het debat drie brieven aan de Kamer met de standpunten.

Slob herhaalde ook in de Kamer dat hij geen extra geld uittrekt om de loonkloof te dichten tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. “Ik was blij met het regeerakkoord waar al forse bedragen beschikbaar waren gesteld. Dat was voor nu het maximale.”

Slob herhaalde ook in de Kamer dat hij geen extra geld uittrekt om de loonkloof te dichten tussen het primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Zij-instromers

Tijdens het debat werd ook duidelijk dat de subsidieregeling voor zij-instromers met 7 miljoen euro wordt opgehoogd. Veel partijen, waaronder het CDA en de ChristenUnie gaven al aan dat dit nodig is. Het Onderwijsblad bracht eerder het nieuws dat het subsidieplafond was bereikt en dat scholen daarover een mail kregen en vervolgens –ondanks de tekorten- op de rem stonden met het werven van nieuwe zij-instromers.

Onderwijsminister Slob liet vanmiddag weten dat er een ‘spectaculaire’ groei was in het aantal aanmeldingen voor de subsidie waarbij mensen uit een andere beroepssector binnen twee jaar hun lesbevoegdheid halen. Het ministerie had rekening gehouden met 160 aanvragen, maar de stand staat inmiddels op 350. Ondanks dat zijn er nog geen aanvragen geweigerd, zo meldde de minister.

Investeringen

De oppositiepartijen zoals GroenLinks, PvdA en de SP pleitten nog voor extra investeringen. Zo zei GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld dat het kabinet wel meer ambitie mag tonen om het onderwijs aantrekkelijker te maken. Samen met de PvdA en SP had ze verschillende maatregelen, zoals het oplossen van de loonkloof tussen het primair en voortgezet onderwijs om het onderwijs aantrekkelijker te maken. Of meer conciërges per school. Westerveld: “De coalitie zegt: we stemmen niet mee, want het staat niet in het regeerakkoord.”

SP-Kamerlid Peter Kwint stelde voor dat bestuurders en schoolleiders één dag per week voor de klas gaan staan om zo het tekort te bestrijden. Minister Slob ziet niets in het plan om dit te gaan verplichten.