Alle

Slob stelt lerarenregister ‘tot nader order’ uit

Leraren uit het po, vo en mbo hoeven zich niet vanaf 1 juli verplicht in te schrijven in het lerarenregister. Onderwijsminister Arie Slob doet een pas op de plaats met het register. AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen: “De Wet beroep leraar, waarin de professionele vrijheid van de leraren is vastgelegd, blijft overeind. Dat is hard nodig voor de aantrekkelijkheid van het beroep. Helaas is er te veel op het register gefocust.”

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

arieslobocw

Beeld: Rijksoverheid

Vandaag liet minister Arie Slob de Tweede Kamer met een brief weten dat het lerarenregister voorlopig niet verplicht is. Voor veel leerkrachten zal het een opluchting zijn, want er was veel verzet. Eigenlijk zouden docenten vanaf 1 juli hun diploma’s en bijscholing moeten bijhouden in het register om te laten zien dat ze voldoen aan de eisen voor het beroep leraar. De Eerste en Tweede Kamer stemden eerder al in met de Wet beroep leraar, waarin ook het register was opgenomen.

Weinig draagvlak

Slob stelt het verplichte register nu toch uit omdat hij vindt dat er te weinig draagvlak is onder leraren. De Onderwijsminister wil nu eerst werken aan een sterke beroepsgroep en kijken hoe de professionalisering van leraren op andere manieren versterkt kan worden. In een persbericht meldt hij dat het leraren vooral zelf de regie moeten krijgen. Slob wil niks van ‘bovenaf’ opleggen of gaan verplichten.

Slob wil niks van ‘bovenaf’ opleggen of gaan verplichten

Om te kijken hoe het nu verder moet, heeft Slob senator van de Eerste Kamer Alexander Rinnooy Kan aangewezen. Hij krijgt de taak om te onderzoeken hoe de professionalisering van de leerkrachten verbeterd kan worden en of er een nieuwe beroepsorganisatie nodig is, omdat de Onderwijscoöperatie –waarin alle bonden zaten- stopt. Rinnooy Kan hoopt in het najaar met een tussenrapport te komen.

Overeind

AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen noemt het besluit van Slob ‘verstandig’. “Het is niet erg om nog te wachten met het register. Daar is zoveel gedoe en negativiteit over, terwijl het eigenlijk een sluitstuk is van de wet beroep leraar.” Verheggen benadrukt dat de wet zelf overeind blijft. “De AOb heeft destijds ervoor gezorgd dat ook de professionele vrijheid van leraren in de wet is gekomen. Zij krijgen hun vak daarmee weer terug. Dit is een heel belangrijk onderdeel van de wet, maar er is altijd te veel op het register gefocust.” Verheggen wijst bijvoorbeeld op het Nationale Onderwijsakkoord waarin alleen het register werd genoemd. “De AOb heeft dat akkoord niet ondertekend.”

Het is niet erg om nog te wachten met het register. Daar is zoveel gedoe en negativiteit over, terwijl het eigenlijk een sluitstuk is van de wet beroep leraar

Verheggen kan zich vinden in de keuze van Slob voor Rinnooy Kan. “Hij heeft altijd zicht gehad voor de héle wet en de hele context eromheen, dus niet alleen voor het register. Bovendien was hij betrokken bij het Convenant Leerkracht, het plan met allerlei afspraken om het leraarschap te verbeteren.”

Werkgeverslobby

Wel wijst de AOb bij de nieuwe koers op de inbreng van de werkgevers. “Die werkgeversraden, zoals de PO-raad en VO-raad, waren er tot nu toe buiten gehouden. Wat goed is, omdat dit over de beroepsgroep zelf gaat. De lobby van de werkgevers is sterk en we moeten ervoor zorgen dat zij nu niet gaan bepalen waar de leerkrachten aan moeten voldoen. Dat zal ik Rinnooy Kan ook meegeven.”