Alle

Slob: oppottende besturen moeten zich verantwoorden

“Paardenmiddelen” noemt onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) het vaststellen van een minimumbudget voor personeelsuitgaven en andere ingrepen in de lumpsum, de zak met onderwijsgeld die schoolbesturen naar eigen inzicht kunnen besteden. De Tweede Kamer debatteerde vandaag opnieuw over het hete hangijzer.

Tekst arno kersten - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

arie-slob-2

Beeld: OCW, Valerie Kuypers

Tijdens het debat onderstreepte Slob nog maar eens de autonomie van schoolbesturen. Daarbij hoort volgens hem ook een grote financiële vrijheid. Of de onderwijsfinanciering toereikend is en of die door schoolbesturen goed wordt ingezet, is onderwerp van een onderzoek dat Slob laat uitvoeren. Tot de uitkomsten op tafel liggen – pas volgend jaar, bleek vandaag – is er weinig beweging te verwachten in de lumpsum-discussie.

Dat de inzet van onderwijsgeld het nodige te wensen overlaat, is een breed gedeeld gevoel in de Tweede Kamer. Zo zijn de groeiende reserves bij schoolbesturen veel politici – van links tot rechts - een doorn in het oog. Op dit vlak komt Slob de Kamer tegemoet. Voor de zomer komt de inspectie met een rapportage over de invoering van signalerende bovengrenzen voor bovenmatige vermogens. “Dat is denk ik heel belangrijk, dat moeten we gaan doen. Als je als schoolbestuur daarvan afwijkt, heb je wat uit te leggen.”

Drastisch

Het lumpsum-debat splijt de Haagse politiek. Coalitiepartijen VVD, CDA en ChristenUnie willen de huidige onderwijsfinanciering behouden. Oppositiepartijen GroenLinks, SP en PvdA willen meer sturing door het markeren van een percentage dat besturen aan personeel dienen uit te geven, of het aanbrengen van een schot tussen materiële en personele uitgaven.

De vierde coalitiepartij, D66, pleit voor een drastische stelselverandering: de geldstroom vanuit het Rijk verleggen naar scholen in plaats van besturen. Minister Slob neemt de mogelijke implicaties van het voorstel mee in het onderzoek naar de lumpsum. Een D66-motie die daartoe opriep kreeg eind vorig jaar een meerderheid dankzij steun van de oppositie. Slob ontraadde de motie.

Instemmingsrecht

De minister wil scholen op een andere manier “in positie brengen” om invloed uit te oefenen op de inzet van het geld. Hij verwees naar het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting voor medezeggenschapsraden in het primair en voortgezet onderwijs, dat het kabinet wil invoeren. Wat die hoofdlijnen omvatten, roept veel vragen op. De gewenste hoogtes van reserves, de interne verdeling van geld binnen het bestuur, de verhouding tussen personeel en materieel noemde Slob alvast als voorbeelden.

Lees ook het bericht dat we vooraf het debat publiceerde over de belangrijkste thema's.