PO

Sigrid Kaag: ‘Niemand komt tot zijn recht in te grote klassen’

Opgroeiend in een lerarengezin kreeg D66-lijsttrekker Sigrid Kaag een de liefde voor het onderwijs mee. Dat onderwijs wordt gezien als uitgavenpost wil ze, na vier jaar regeren, ‘voor eens en voor altijd’ veranderen.

- 8 Minuten om te lezen

sigrid-kaag-web

foto: Fred van Diem

Het Onderwijsblad spreekt in de aanloop naar de verkiezingen met verschillende lijsttrekkers. In het februarinummer staat een interview met Sigrid Kaag van D66.

“Ik heb soms spijt dat ik niet zelf het onderwijs ben ingegaan”, ontvalt haar aan het einde van dat gesprek. De demissionair minister van Ontwikkelingszaken houdt van uitleggen. Volgens haar komt dat door haar afkomst. Kaags vader was klassiek pianist en gaf les op de pabo. Haar moeder was ‘onderwijzeres’. “Mijn kinderen worden soms een beetje gek van die behoefte tot uitleg”, vertelt ze. “Dan stellen ze een vraag en willen een simpel google-antwoord. Maar ik probeer ook de achtergrond te geven. Het delen van kennis vind ik zo belangrijk.”

Voeling

Kaag studeerde Arabische taal en filologie in Utrecht. Ze behaalde haar bachelor in Midden-Oostenstudies aan de Amerikaanse Universiteit in Caïro. Vervolgens studeerde ze in Oxford, Exeter en aan de Franse École nationale d’administration. Kaag heeft een imponerende carrière als diplomaat bij de Verenigde Naties, waardoor ze afwisselend in New York, Geneve, Soedan, Syrië en Jeruzalem woonde. Haar vier kinderen gingen daar naar school. “Mijn jongste ook in Nederland”, haast ze zich te zeggen als het onderwerp ter sprake komt. Criticasters verwijten haar dat ze te weinig voeling heeft met Nederland. “En al mijn kinderen volgden hier hoger onderwijs.”

School is dé plek om weer een beetje gemeenschap op te bouwen

Mensen met veel internationale ervaring zeggen vaak dat het Nederlands onderwijs lang niet slecht is. Hoe ervaart u dat?

“Een vergelijkingen trekken tussen Nederland en de andere landen waar ik gewerkt heb, is oneerlijk. Nederland is een Oeso-land, een EU-land. Ik heb ervaring met onderwijs onder een boom, waar kinderen in groepjes les uit een Unicef-koffer konden krijgen. Ik heb scholen bezocht die verwoest waren, waar iedereen getraumatiseerd was door oorlog. In die situatie is er maar één ding dat iedereen - leerlingen, leraren, ouders - wil: terug naar school. Dat is de plek om weer een beetje gemeenschap op te bouwen. School geeft in crisissituaties enorm veel houvast. Als ik naar mijn eigen jeugd kijk - mijn beide ouders waren ziek in mijn puberteit, ik woonde in een pleeggezin - was school hetgeen dat mijn zusje en mij letterlijk en figuurlijk bij de les hield. Routine is ontzettend belangrijk als al het andere om jou heen onzeker is.”

Niet tevreden

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van vier jaar geleden was D66 de populairste partij onder AOb-leden. Twee jaar later zakten de sociaalliberalen terug naar een derde plek. De teleurstelling over de partij spatte van de AOb-verkiezingsenquête in 2018 af.

Nu staat er in het D66-verkiezingsprogramma: ‘We hebben flink geïnvesteerd in onderwijs.’ Dat wordt door veel mensen in het onderwijs anders ervaren.

“Je vergeet het soms een beetje in alle tumult, niet iedereen is tevreden, maar de resultaten zijn er wel gewoon: we hebben meer dan 2 miljard in onderwijs geïnvesteerd. We hebben (over vier jaar tijd, red.) 10 procent aan salarisverhoging voor basisschoolleraren gerealiseerd, daarmee is de salariskloof met het middelbaar onderwijs nog niet weg, maar het is een mooi begin. We hebben 430 miljoen geïnvesteerd in werkdrukverlaging. Ik begrijp dat leraren zeggen: Ja, incidenteel geld, dank je de koekoek, wij willen structureel geld. Maar bedenk wel: al deze investeringen waren er zonder D66 niet gekomen.”

Ik vind het heel waardig zoals het onderwijs heeft gestaakt

Was dat geld er zonder de onderwijsstakingen wel gekomen?

Struikelend over haar woorden: “Ik zoek naar de juiste zin. Ik vind het heel ontroerend en heel waardig zoals het onderwijs heeft gestaakt. Het was meer dan een hartenkreet, ze staakten voor ons allemaal, voor onze kinderen, onze kleinkinderen, het buurmeisje en de buurjongen.”

In jullie verkiezingsprogramma staat ook: ‘Daarom pakken we het lerarentekort nu écht aan.’ Dat leest toch een beetje als: want eerder hebben we dat niet gedaan.

“Het lerarentekort is natuurlijk een van de schrijnende, structurele problemen in Nederland. Mensen kiezen niet voor het onderwijs om rijk te worden. Maar je moet wel correct beloond worden, er moet minder werkdruk zijn, meer ruimte voor professionele ontwikkeling, kleinere klassen.”

Niemand komt tot zijn recht als de klassen te groot zijn

Die kleinere klas noemt u vaker. De AOb wil klassen van niet meer dan 21 leerlingen. Steunt u dat voorstel?

“Het lijkt mij heel verstandig. Wij zeggen maximaal 23, maar ik denk dat we in dezelfde marge zitten: met zo’n klassengrootte kun je als leraar het maximale uit je leerlingen halen. Niemand komt tot zijn recht als de klassen te groot zijn.”

Ambitieus

D66 is knetter ambitieus in haar verkiezingsprogramma. Een greep uit de overige plannen: de rijke schooldag, die verlengd wordt met een programma met sport, muziek en theater. Vaste budgetten voor onderzoek. Meer brede meerjarige brugklassen en 10- tot 14-scholen. En het geld moet niet meer naar de schoolbesturen gaan, maar rechtstreeks naar de scholen.

Dat laatste kun je een stelselwijziging noemen. Iets waarvoor onderwijsmensen nogal huiverig zijn.

“Het idee is niet dat we een Haags plannetje opleggen dat onuitvoerbaar blijkt. Mochten de scholen en leraren zelf zeggen ‘Bespaar ons dit’, dan is er niemand van D66 die zal zeggen ‘Het is door ons bedacht, dus het is een goed idee’. Het is ook helemaal niet de bedoeling mensen meer te belasten door te zeggen ‘Hier is een zak met geld, red je maar’. Maar wij willen ruimte aan verstandige mensen geven. Aan de leraren die zelf weten wat een school nodig heeft. Niet alles is altijd complex, soms gaat het om de verlaging van werkdruk, om het inhuren van extra personeel, soms om de verbetering van veiligheid op school. Scholen kunnen ook coöperatief samenwerken met elkaar: de een heeft een goede ict-expert, de ander heeft zijn huisvesting en administratie beter op orde. Bovendien: de toezichtsfunctie van een schoolbestuur ontnemen wij niet.”

We moeten leren niet meer beschouwen als een soort pure rendementszaak

Zelfs wanneer deze plannen in een regeerakkoord terecht zouden komen, weten we dat het onderwijs zelden de euro’s krijgt toebedeeld die worden beloofd. Wat zijn deze plannen dan waard?

“In ieder geval weet je dat de andere partijen al veel minder waarde hechten aan onderwijs in verkiezingsprogramma’s. Onderwijs is voor ons een belangrijk gesprek aan de formatietafel. D66 wil zich echt inzetten om voor eens en altijd te veranderen dat onderwijs wordt gezien als uitgavenpost. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we leren niet meer bespreken en beschouwen als een soort pure rendementszaak. Dat is het niet, maar je kunt het sociaaleconomisch rendement van onderwijs wel laten uitrekenen en aantonen. Dus ik denk dat we zelf de casus veel beter moeten brengen.”

Politieke wil voor kleinere klas was nooit voldoende

Er zijn verschillende onderzoeken die aantonen dat investeren in onderwijs loont. Een investering van 1,5 miljard euro in onder meer kleinere klassen levert 3,5 miljard aan extra economische groei op, blijkt bijvoorbeeld uit een recente studie van SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de AOb. Kaag: “Op heel veel terreinen is onderzoek allang bekend, maar is de politieke wil nooit voldoende geweest.”

Discriminatie

U hebt vanuit huis niet alleen de mooie kant van onderwijs meegekregen.

“Mijn vader gaf les aan de pabo en is zwaar overspannen geworden in een periode dat het onderwijsstelsel helemaal op de schop moest. Het ging hem als ouderwetse leraar - en dat bedoel ik in de goede zin van het woord - zo na aan het hart dat hij zijn vak niet kon uitoefenen zoals hij dacht dat nodig was. De autonomie van de leraar, maar ook de vermindering van werkdruk, is zo belangrijk.”

De autonomie van de leraar is zo belangrijk

Het belang van die autonomie wordt in het D66-verkiezingsprogramma benadrukt. ‘Leraren krijgen van ons weer de ruimte om leraar te zijn’, staat er. In het programma komen meer thema’s voor die raken aan Kaags persoonlijke leven.

“Een van mijn kinderen lukte het niet een heel gewoon zomerbaantje te regelen. Ik begreep er helemaal niets van. Mijn man (met Arabische achternaam, red.) zei tegen onze zoon ‘Probeer jouw moeders achternaam eens.’ Ik reageerde nog ‘Nou nee, zo erg zal het niet zijn.’ Maar jawel, met mijn naam kon mijn zoon meteen aan de slag. Ik kende de studies natuurlijk, nu heb ik ook de ervaring. Het gaf me een kijkje in hoe het leven ook kan zijn als je continue tegen een barrière oploopt. Daarom wil D66 stagediscriminatie aanpakken met een meldpunt. Mbo-instellingen, niet de studenten zelf, moeten voortaan de stageplekken regelen.”

Elitair

Wat heeft u van uw ouders nog meer meegekregen over onderwijs?

“Een enorme liefde en respect voor het vak. Een fundamenteel begrip van hoe belangrijk het is. Mijn ouders hadden een goede opleiding genoten en dat hebben ze ook proberen over te geven aan ons.”

Kaag plaatste in december een post op Instagram waarin ze schrijft dat ze het in de jaren tachtig ‘moeilijk’ vond te kiezen tussen de universiteiten van Oxford, Cambridge en Exeter. Critici zagen daarin een bevestiging dat de D66-lijsttrekker elitair zou zijn.

“Dat was misschien niet zo’n handige post. Wat ik wilde zeggen: Wij waren thuis helemaal niet rijk. Toch kon ik op eigen kracht, met een studiebeurs weliswaar, in Oxford studeren. Dat is de kracht van onderwijs, je kunt alles ontstijgen.”

Als iets een barrière vormt, moet je als partij tot nader inzicht durven komen

Dat brengt ons bij het leenstelsel. D66 was voorstander, maar komt nu met een alternatief voor het leenstelsel, met een soort basisbeurs ter vervanging van de zorg- en huurtoeslag en een ‘aanvullende’ beurs waarvan de hoogte afhankelijk is van het inkomen van de ouders.

“Wij zijn een zuinig georiënteerd land. Ik denk dat veel jonge mensen van wie de ouders niet in staat zijn hen financieel te helpen, ontmoedigd zijn geraakt door het leenstelsel. Dat hebben wij onderschat. Terwijl het idee van onderwijs emancipatoir is. Als iets een barrière vormt, moet je als partij tot nader inzicht durven komen.”

Dit artikel is onderdeel van een reeks interviews met lijsttrekkers in het Onderwijsblad. Het verscheen in het februari-nummer. In het januari-nummer stond een interview met GroenLinks-voorman Jesse Klaver.

AOb-leden ontvangen het Onderwijsblad elf keer per jaar in de bus.