Alle

Samenwerkingsverbanden zien reserves groeien

Samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs hebben meer geld op de bank geparkeerd dan ze zelf nodig vinden.

Tekst arno kersten - redactie onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

geld-grafiek

Beeld: Pixabay

De 152 samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs in het basis- en voortgezet hebben vorig jaar samen een kleine vijftig miljoen euro aan hun reserves toegevoegd. Het eigen vermogen groeide met 31 procent naar 206 miljoen euro. In 2015 hielden ze 82 miljoen euro over onder de streep.

Eén swv bezit een beleggingsportefeuille. Het samenwerkingsverband voor voortgezet (speciaal) onderwijs in Gouda heeft 1,2 miljoen euro aan 'overtollige' middelen voor zorgleerlingen uitstaan in staats- en bedrijfsobligaties (zie de voorbeelden hieronder). Volgens de directie is dat “oud geld”, een erfenis van vroegere rechtsvoorgangers van het samenwerkingsverband.

Samenwerkingsverbanden (swv's): exploitatieresultaat 2016
Overschot 107 swv's samen 58,2 mln
Tekort 42 swv's samen -9,4 mln
Break even 3 swv's 0
Totaal 152 swv's samen 48,8 mln

Bron: DUO

Conclusies

Volgens onderwijsminister Arie Slob is het ‘lastig om sectorbrede conclusies te trekken over de financiële positie van de samenwerkingsverbanden. Dat komt doordat de samenwerkingsverbanden verschillen in omvang en in de wijze waarop de ondersteuning aan leerlingen is georganiseerd’, zo schreef hij gisteravond in een beleidsreactie op het financiële jaarbeeld van de Onderwijsinspectie. De Inspectie bewaakt geen bovengrens voor reserves.

Uit een rondgang door het Onderwijsblad blijkt dat samenwerkingsverbanden door de bank genomen meer reserves hebben dan ze zelf denken nodig te hebben voor het opvangen van financiële tegenvallers. Voor mogelijke risico’s, zoals een onverwachte groei van het (v)so, houden samenwerkingsverbanden een bepaald bedrag achter de hand. Afhankelijk van de grootte en hoe het swv is georganiseerd, lopen die bedragen lopen sterk uiteen.

Verevening

In hun jaarstukken voeren samenwerkingsverbanden verschillende verklaringen aan voor de toegenomen reserves. Zo zijn ze de eerste jaren na de start van passend onderwijs zuinig geweest, hebben ze conservatief begroot of hadden ze nog geen bestemming uitgewerkt voor deze middelen.

Een aantal samenwerkingsverbanden stelt vanaf dit jaar de reserves te zullen verminderen door extra te investeren in de ondersteuning van leerlingen. Tegelijkertijd blijft de gemiddelde solvabiliteit (eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal) in de meerjarenramingen nog licht stijgen, aldus het financiële jaarbeeld van de Inspectie.

Sommigen houdt bewust geld achter de hand om de komende jaren de teruglopende inkomsten door een negatieve verevening (herverdeling van het landelijke budget) op te vangen. Die herverdeling wordt stapsgewijs doorgevoerd en in 2020 voltooid.

Eigen vermogen alle 152 swv's samen
begin 2015 eind 2015 eind 2016
74 mln 157 mln 206 mln

Bron: DUO

In totaal gaat er 2,4 miljard euro overheidsgeld naar de ondersteuning van zorgleerlingen in het primair en voortgezet onderwijs, becijferde de Algemene Rekenkamer eerder dit jaar. Een groot deel van dat geld valt onder regie van regionale samenwerkingsverbanden, die sinds augustus 2014 verantwoordelijk zijn voor een passende plek voor elke leerling.

Drie voorbeelden

Samenwerkingsverband VO Midden-Holland & Rijnstreek in Gouda
Risicobuffer: 1,1 miljoen. Eigen vermogen: 3,9 miljoen euro (eind 2016).

Beleggingsportefeuille samenwerkingsverband VO2802

Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor ruim 18 miljoen euro aan rijksbijdragen per jaar. Daarvan wordt 14 miljoen door DUO rechtstreeks overgemaakt aan de schoolbesturen. Van het eigen vermogen staat ruim 1,2 miljoen euro uit in obligaties. Het geld is onder andere belegd in bedrijfsobligaties van ING, Rabobank, Bank of Scotland, en in Nederlandse, Franse en Duitse staatsobligaties.

Reactie directeur Barend Verkerk: “De beleggingsportefeuille omvat weliswaar publieke middelen, maar het is “oud geld”. Dat zijn geen middelen die we hebben bespaard op passend onderwijs. Het zijn reserves die opgebouwd zijn in de periode van de rechtsvoorgangers van het samenwerkingsverband. Die hebben ooit, sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, besloten overtollige middelen in obligaties te steken omdat de obligatiemarkt destijds gunstig was. Het is een zeer defensieve portefeuille.”

Uit de jaarrekening blijkt ook dat er in 2016 nog voor 72 duizend euro is geïnvesteerd in Spaanse staatsobligaties. “Dat klopt. Er is geld vrijgevallen door verkoop van obligaties, en dat is omgezet in de aankoop van nieuwe obligaties. We hebben besloten vanaf dit jaar geen nieuwe obligaties meer aan te schaffen en de portefeuille te bevriezen. Met de huidige financiële markt en zo’n defensieve portefeuille levert dat ook weinig op.”

Een deel van de obligaties loopt de komende jaren af, sommige lopen door tot 2024 en 2037. Waarom wordt de portefeuille niet versneld afgebouwd? “Daar hebben we nog geen besluit over genomen. Mochten we die middelen nodig hebben, dan zouden we dat kunnen overwegen.”

“We gaan de komende jaren wel ons vermogen in stappen terugbrengen. We voorzien exploitatietekorten in de nabije toekomst, mede doordat het aandeel LWOO en praktijkonderwijs is gegroeid. De tekorten gaan we aanvullen uit de reserves. Die investeringen doen we geleidelijk. We gaan niet zomaar in één jaar drie miljoen euro uit de reserves halen, en dan volgend jaar constateren dat we geen middelen meer hebben om het tekort op te vangen."

Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Zuidoost Utrecht in Zeist
Risicobuffer: 500.000 euro. Het eigen vermogen groeide met 73 procent naar 1,6 miljoen (eind 2016).
Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor 4 miljoen aan rijksbijdragen, waarvan het gros rechtstreeks naar de schoolbesturen gaat. Het swv heeft te maken met een negatieve verevening: ze raakt acht procent van het oude budget kwijt.

Reactie directeur Harry Emmerzaal: “Het is terecht dat er aandacht is voor de besteding van het geld door samenwerkingsverbanden. Het gaat om gemeenschapsgeld, bedoeld voor extra ondersteuning van leerlingen die dat nodig hebben. En het is niet de bedoeling dat we geld gaan oppotten, dat doen we ook niet. De inkomsten van het samenwerkingsverband zijn hoger uitgepakt dan verwacht. En we hebben voorzichtig begroot. Dat laatste heeft ook te maken met het feit dat nog maar een paar jaar bezig zijn. Dat verklaart het exploitatieresultaat van een kleine zeven ton. We hebben binnen het samenwerkingsverband afgesproken dat we een noodzakelijke buffer van vijf ton willen aanhouden. De rest sluizen we terug naar de schoolbesturen. Niet allemaal in één keer, maar in een paar stappen. Dat zult u in de volgende jaarrekening kunnen terugzien.”

Samenwerkingsverband passend primair onderwijs Westelijke Mijnstreek in Geleen
Risicobuffer: 500.000 euro, in 2016 groeide het eigen vermogen met 40 procent naar 1,3 miljoen euro.
Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor 6,1 miljoen euro aan rijksbijdragen. Dat bedrag wordt bijna helemaal overgemaakt aan de schoolbesturen, deels door DUO en deels door het samenwerkingsverband. Het swv raakt door een negatieve verevening een vijfde van het budget kwijt.

Reactie directeur Tiny Meijers: “Het exploitatieresultaat is een fractie van de totale middelen. Als je de jaarrekening leest, dan lijkt het alsof we 71 procent van de middelen overhouden. Dat heeft te maken met de manier waarop die cijfers opgesteld moeten worden. Het geeft een vertekend beeld. Daarom kiezen we ervoor om de jaarrekening niet online te zetten, en wel een bestuursverslag waarin we de cijfers in de juiste context laten zien. Passend onderwijs wordt door alle scholen samen vormgegeven. Voor een volledig beeld moet u naar de totale lumpsum van alle scholen samen kijken.

Het samenwerkingsverband is geen spaarbank. Het klopt dat we eind 2016 een bedrag van 1,3 miljoen euro aan eigen vermogen hadden opgebouwd. Daarvan is vijf ton de noodzakelijke risicobuffer. Daarboven zullen we de reserves de komende jaren terugploegen naar de scholen. Dat kunt u in onze meerjarenramingen zien, te beginnen met ruim drie ton dit schooljaar.

We hanteren een risicobuffer van 500.000 euro om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Denkt u aan een onverwachte stijging van het aantal leerlingen op het so en sbo. Bovendien hebben we hier in deze regio te maken met krimp en een forse bezuiniging door de landelijke verevening. We doen ons best om meer leerlingen een passende plaats te geven op een reguliere school en het beslag op het so en sbo te verminderen. De middelen die we op die manier vrijspelen kunnen we weer inzetten voor de basisondersteuning.”