‘Salarisschaal LC moet uitgangspunt blijven in mbo’
In het mbo moet salarisschaal LC het uitgangspunt blijven bij de inschaling van docenten. Dat zegt Tamar van Gelder, dagelijks bestuurder van de AOb, in reactie op het bericht dat steeds meer mbo-docenten in de lagere salarisschaal LB terechtkomen.
Uit onderzoek van het Platform Medezeggenschap MBO bleek vorige week dat, ondanks extra geld, steeds meer mbo-docenten in schaal LB zitten. “Zorgwekkend”, oordeelt Van Gelder. “Als er een docent met een LC-functie vertrekt, wordt er geen nieuwe LC-functie opengesteld maar neemt de school een nieuwe docent aan in LB. Dat is een sluipende downgrading van de functie van mbo-docent. En het is niet handig als je een aantrekkelijke werkgever wilt zijn.”
In het Convenant Leerkracht, dat tien jaar geleden werd afgesloten, is afgesproken dat leraren er in carrièremogelijkheden op vooruit zouden gaan. Dat is in het mbo onvoldoende gelukt, constateert het Platform Medezeggenschap MBO. Want er zitten nu meer docenten in de laagste schaal LB dan in 2008.
Randstad
“Die constatering geldt overigens vooral buiten de Randstad”, nuanceert Van Gelder. “Voor scholen in de Randstad zijn in dat convenant aparte afspraken gemaakt. Daar zijn de carrièremogelijkheden – de functiemix, zoals dat heet – wel beter van de grond gekomen. En in het convenant is ook afgesproken dat in heel het land de salarislijnen zouden worden ingekort, zodat leraren binnen hun schaal sneller méér zouden gaan verdienen. Ook dat is gelukt. Dat geldt voor de functiemix dus niet overal.”
Mbo-instellingen hebben geld genoeg om docenten in hogere schalen te plaatsen
Volgens het Platform Medezeggenschap MBO wordt de downgrading niet veroorzaakt door gebrek aan financiën: de mbo-instellingen hebben meer dan voldoende geld op de bank om docenten in hogere schalen te plaatsen. Dat dit desondanks niet gebeurd is, komt volgens Van Gelder door de lumpsum-regeling. “De instellingen kunnen hun geld vrijuit besteden. Wij willen dat er wordt vastgelegd dat minimaal 75 procent van de lumpsum moet worden besteed aan personeel - grotendeels aan leerkrachten en onderwijsondersteuners. Daar hameren wij al jaren op.”
Spoedoverleg
De MBO-raad heeft de bonden uitgenodigd voor spoedoverleg, en inmiddels is er een gezamenlijke verklaring opgesteld.
De belangrijkste strijd moet echter worden uitgevochten op de mbo-instellingen, tussen de ondernemingsraden (or) en besturen. Zij gaan uiteindelijk over het formatiebeleid. “Blijkbaar hebben scholen de bestuurlijke trucendoos opengetrokken om de or te omzeilen, zegt Van Gelder. “Wij roepen deze ondernemingsraden op om contact met ons op te nemen.”