Alle

Ruim 5 procent loonsverhoging in het mbo

Docenten en ondersteuners in het mbo krijgen ruim 5 procent loonsverhoging. Daarnaast ontvangen ze nog drie keer een eenmalige uitkering. Verder maakt elke instelling een plan om de werkdruk te verminderen. Dat is het voorlopige resultaat van de cao-onderhandelingen.

Tekst Algemene Onderwijsbond - - 3 Minuten om te lezen

39398001160_379b9546b0_o

Beeld: Typetank

De 56 duizend mbo-medewerkers krijgen per 1 oktober dit jaar 2,6 procent loonsverhoging. In juni volgend jaar stijgen de lonen met nog eens 2,3 procent. In het onderhandelaarsakkoord is verder afgesproken dat de premie voor de aanvullende uitkering bij arbeidsongeschiktheid, de WGA-premie, volledig voor rekening van de werkgevers komt. Dit levert voor werknemers nog eens een netto loonsverhoging op. Daarmee bedraagt de structurele loonsverhoging tot en met juni 2020 ruim vijf procent.

Medewerkers krijgen ook drie keer een eenmalige uitkering. Per 1 oktober is die uitkering 1 procent van het bruto-loon, per januari 2019 bedraagt deze 0,9 procent van het bruto-loon en per januari 2020 is er een uitkering van 1,25 procent van het bruto-loon.

De totale loonsverhoging – aan structurele en incidentele verhogingen samen – komt daarmee uit op ruim 8 procent.

Werkdruk

Elke mbo-instelling gaat een plan maken voor het aanpakken van de werkdruk. De ondernemingsraad heeft daar instemmingsrecht op. En starters in het mbo krijgen twee jaar lang elk jaar 6,25 procent reductie van hun normjaartaak om zich te kunnen inwerken. Bij een fulltime baan is dat honderd uur per cursusjaar.

Starters in het mbo krijgen twee jaar lang elk jaar 6,25 procent reductie van hun normjaartaak om zich te kunnen inwerken

Instructeurs

In het onderhandelaarsresultaat is ook afgesproken dat nieuw aangestelde instructeurs dezelfde regelingen als docenten krijgen om te voldoen aan de wettelijke bekwaamheidseisen, zoals het recht op een studieplan, een scholingstraject, coaching en facilitering in tijd en budget. Dit proces kost tijd. Daarom is in de cao een afwijking opgenomen op de wettelijke ketenbepaling, waardoor instructeurs verlengde tijdelijke arbeidsovereenkomsten kunnen krijgen. Deze bepaling is vergelijkbaar met de reeds bestaande bepaling voor nieuwe docenten die nog niet voldoen aan de bekwaamheidseisen.

“We hebben lang moeten onderhandelen voor dit resultaat”, zegt dagelijks bestuurder Tamar van Gelder van de AOb. “In totaal zijn we er anderhalf jaar mee bezig geweest. Maar we hebben nu een goede stap voorwaarts gemaakt in het verbeteren van de lonen. En de werkgevers zijn het eindelijk met ons eens dat de werkdruk naar beneden moet. Wat ik verder grote winst vind, is dat starters nu fatsoenlijk de tijd krijgen om zich in te werken.”

AOb-bestuurder Tamar van Gelder: 'We hebben een goede stap voorwaarts gemaakt in het verbeteren van de lonen. En de werkgevers zijn het eindelijk met ons eens dat de werkdruk naar beneden moet'

Onderzoek

Er wordt verder een onderzoek gestart naar manieren om de wendbaarheid van instellingen en medewerkers te vergroten. Bijvoorbeeld door het aanstellen van hybride docenten (die naast hun baan als docent nog een andere baan hebben). Ook komt er een onderzoek naar het systeem van functiewaardering.

Medewerkers die werkloos worden, krijgen tot slot de mogelijkheid om het bovenwettelijk deel van hun WW af te kopen. Of dit laatste interessant is, verschilt per persoon. Dit is afhankelijk van bijvoorbeeld de verwachte duur van de werkloosheid.

Bijeenkomsten

Het onderhandelaarsresultaat wordt de komende weken voorgelegd aan de mbo-leden. Lees voor meer details ook de begeleidende brief van de AOb-onderhandelaars aan de leden. Aanmelden kan binnenkort via de agenda op de AOb-website.

Er zijn vier bijeenkomsten:

  • 19 september 16.00 uur in Zwolle
  • 19 september 19.00 uur in Groningen
  • 25 september 18.00 uur in Utrecht
  • 26 september 18.00 uur in Eindhoven

Op 25 september vindt er ook een online bijeenkomst plaats. Informatie hierover volgt nog. Ook komt er een internet-consultatie.