WO&O

Rode loper voor internationals verdwijnt

Vriend en vijand zijn het erover eens dat de internationalisering bij universiteiten uit de hand is gelopen. Het onderwijs moet de verengelsing terugdringen. Hoe doe je dat als de helft van de docenten niet in het Nederlands kan lesgeven?

Tekst Yvonne van der Meent - Redactie Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

Rode loper internationals3 v2

Na jaren van onbeheerste groei zijn ingrijpende maatregelen om de stroom internationale studenten in te dammen niet meer te vermijden. Afbeelding Wim Stevenhagen.

Het roer gaat om. Na jaren van onbeheerste groei zijn ingrijpende maatregelen om de stroom internationale studenten in te dammen niet meer te vermijden. Vooral niet bij universiteiten, waar één op de vier studenten uit het buitenland komt en 30 procent van de bacheloropleidingen alleen in het Engels wordt aangeboden.

Minister Dijkgraaf al een half jaar demissionair werkt stug door aan de Wet internationalisering in balans die een rem moet zetten op de buitenlandse instroom én de positie van het Nederlands moet versterken. Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer eist dat de instellingen vooruitlopend op die wet alvast een plan maken om het aandeel Engelstalige opleidingen stevig terug te dringen. De universiteiten stribbelden lang tegen, maar bereiden zich nu voor op het onvermijdelijke, blijkt uit een kleine greep uit de berichtgeving in de universiteitsbladen.

Sportfaciliteiten

Het sportcentrum van de Universiteit van Amsterdam (UvA) anticipeert alvast op een daling van de internationale instroom. Bij de UvA komt één op de drie studenten uit het buitenland en die 15 duizend internationals maken veel gebruik van de sportfaciliteiten. Daarom is het sportcentrum alvast op zoek naar een nieuwe klantenkring. Medewerkers van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten kunnen er al voordelig terecht, de 3300 kunststudenten volgen binnenkort. Daarnaast zijn er gesprekken met de Hogeschool Inholland, de Vrije Universiteit en de mbo-instellingen in Amsterdam.

Er heerst angst dat er banen op de tocht komen te staan

Het Talencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen heeft speciaal voor de internationale staf van de faculteit economie en bedrijfskunde een cursus Nederlands ontwikkeld. Want er zijn op korte termijn meer docenten nodig die in het Nederlands les kunnen geven. Het faculteitsbestuur houdt er rekening mee dat Engelstalige bacheloropleidingen als economie en bedrijfseconomie moeten overschakelen op tweetalig onderwijs. International business en econometrics & operations research kunnen misschien Engelstalig blijven maar dan zal het aantal studieplaatsen gemaximeerd worden en wordt de actieve werving van internationale studenten stopgezet.

Het meest in het oog springende bericht komt uit Maastricht. De meest internationale universiteit van Nederland wil meer Nederlandse studenten werven. Dat 72 procent van de instroom bij de bacheloropleidingen uit het buitenland komt, is zelfs voor Maastrichtse begrippen een beetje gortig. Door tijdens open dagen Nederlands als voertaal in te zetten en de Engelstalige website tweetalig te maken hoopt de universiteit de drempel voor vwo’ers te verlagen.

Rode loper

De over elkaar heen buitelende berichten zorgen voor onrust onder het wetenschappelijk personeel. “Er is nog veel onzeker over de maatregelen. Er doen geruchten de ronde. Er heerst angst dat er banen op de tocht komen te staan als er wordt ingegrepen in onderwijsprogramma’s”, stelt Kathryn Roberts, AOb-vertegenwoordiger bij Rijksuniversiteit Groningen. “De vrees bestaat dat al het bachelor-onderwijs in het Nederlands gegeven moet gaan worden”, weet Anouk Beniest, universitair docent aardwetenschappen bij de Vrije Universiteit. Zij is medeoprichter van APNet, een landelijke netwerkorganisatie voor assistent professors, zoals universitair docenten in het Engels heten. Uit een recente peiling onder de 130 APNet-leden blijkt dat een deel van de internationals vreest Nederland te moeten verlaten, vertelt vice-voorzitter Athina Vidaki, onderzoeksleider bij het Maastrichtse universitair medisch centrum. “Ze zijn bang dat hun contract dan niet verlengd wordt omdat ze niet Nederlandstalig zijn, wat natuurlijk een vorm van discriminatie zou zijn.”

De omslag valt internationale docenten koud op het dak

De omslag valt internationale docenten koud op het dak. Jarenlang is de rode loper voor hen uitgelegd. Wetenschappelijk medewerkers die in het buitenland zijn geworven krijgen een flink belastingvoordeel. Ze hoeven vijf jaar lang geen belasting te betalen over 30 procent van hun loon. Dat levert een universitair docent een voordeel op van 600 tot 800 euro per maand. Maar aan deze regeling wordt al geknaagd (zie kader ‘Belastingvoordeel expats afgebouwd’).

Universiteiten zetten deze favourable tax agreement graag in bij de werving van internationaal personeel. Met succes. In 2003 kwam 20 procent van het wetenschappelijk personeel uit het buitenland, in 2022 was dat 46,4 procent. Dat zijn bijna 17 duizend personen, waarvan er naar schatting 10 duizend gebruikmaken van de 30 procent-regeling.

Bij universitair docenten, die het leeuwendeel van het onderwijs verzorgen, is het aandeel internationals zelfs 48,6 procent. Dat verklaart de paniekerige sfeer over het terugdringen van de verengelsing. “Omschakelen naar het Nederlands wordt voor ons heel lastig”, stelt Kathryn Roberts die zes jaar geleden vanuit de vs naar Groningen kwam en lesgeeft bij de opleiding American studies. De bacheloropleiding trekt voornamelijk Nederlandse studenten, maar is Engelstalig. “We gebruiken in het onderwijs Engelstalige bronnen. Bovendien is 75 procent van de staf internationaal en lang niet iedereen spreekt Nederlands. “Ik heb inmiddels zes cursussen gevolgd, in mijn eigen tijd, en kan me binnen de organisatie redden in het Nederlands. Maar om universitair onderwijs in het Nederlands te geven moet ik verder geschoold worden.”

Academisch Nederlands

De taal op academisch niveau brengen kost heel veel tijd en energie, weet Pierre Chopin, universitair docent bij het instituut voor milieustudies van de vu. De Fransman heeft drie taalcursussen gevolgd in de 2,5 jaar die hij in Amsterdam woont en zit nu op het niveau van het inburgeringsexamen dat vluchtelingen moeten halen. “In 2022 heb ik van september tot en met december mijn tweede en derde cursus Nederlands gedaan. In die periode had ik twee keer in de week 3,5 uur les. Dat was heel intensief. Aan het eind van het jaar was ik volledig uitgeput.”

Wij zijn geen robots die je met een druk op de knop kunt herprogrammeren

Zijn Nederlands op academisch niveau brengen zou hem nog eens 700 uur kosten. “Ik wil graag beter Nederlands leren, maar 700 uur, dat is bijna vijf maanden. Waar vind je daar de tijd voor? Het werk aan de universiteit is al behoorlijk stressen. Het is competitief, de werkdruk is heel groot. Aan het eind van de dag heb je echt geen energie meer om de taal te leren.”

Een andere zorg is het extra werk dat komt kijken bij het omzetten van Engelse cursussen in het Nederlands, blijkt uit de APNet-peiling. “Wie gaat dat doen? Dat bezorgt onze Nederlandse collega’s ook kopzorgen”, vertelt Athina Vidaki. “Ze vrezen bovendien dat hun onderwijstaken beperkt worden tot lesgeven in de bachelor omdat internationale docenten voorlopig alleen in de Engelstalige masteropleidingen kunnen doceren.”

Dat de Nederlandse overheid de internationale instroom onder controle wil krijgen, is begrijpelijk, maar “het is waanzinnig om dat via de taal te doen”, vindt Anouk Beniest. “Daarmee werpen we drempels op voor internationaal talent dat we juist hard nodig hebben om de problemen waar we in de wereld voor staan aan te pakken: de energietransitie, de klimaatverandering. Als er bij bepaalde opleidingen te veel buitenlandse studenten zijn, moet je daar wat aan doen. Maar bij aardwetenschappen hebben we te weinig studenten en dat worden er alleen maar minder als we al het onderwijs vernederlandsen.”

Tien jaar

Niet de taal is de boosdoener, maar de manier waarop de universiteiten bekostigd worden, stelt Tim de Winkel, docent media en communicatie bij de Erasmus Universiteit en sectorbestuurder bij de AOb. “De prikkels zijn gericht op het aantrekken van meer en meer internationale studenten. Dat heeft voor praktijken gezorgd die niks meer met internationalisering te maken te hebben. Wij zijn net als de minister voor het terugdringen van onwenselijke internationalisering, alleen doe je dat niet door het universitair onderwijs compleet op z’n kop te zetten.”

Vernederlandsen kan in ieder geval niet op stel en sprong, vindt Kathryn Roberts. “Wij zijn geen robots die je met een druk op de knop kunt herprogrammeren. De scheefgroei is in tien jaar ontstaan, om de balans te herstellen hebben we minstens zoveel tijd nodig.”

Verder lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle content van de website. Meer over alle voordelen vind je hier.
Word direct lid

Ben je al lid? Login om verder te lezen.