Juridisch advies: Recht op extra uitkeringen in de nieuwe cao
Na een lange loopbaan als leerkracht in het basisonderwijs ben ik per 1 juli 2018 gestopt met werken. Heb ik toch nog recht op de eenmalige uitkeringen die eind juni zijn afgesproken in de nieuwe cao?
Afgelopen zomer stemden de AOb-leden in met de nieuwe cao voor het primair onderwijs. In die cao zijn twee eenmalige uitkeringen afgesproken die beide in oktober 2018 tot uitbetaling komen.
In de eerste plaats is er de eenmalige uitkering van 750 euro bruto. Deze is van toepassing op alle medewerkers die werkzaam zijn in het primair onderwijs. De eenmalige uitkering wordt berekend naar rato van de betrekkingsomvang en diensttijd over de periode januari 2018 tot en met augustus 2018. Bij een fulltime dienstbetrekking bedraagt de maandelijkse opbouw 93,75 euro bruto.
Tweede uitkering
De tweede eenmalige uitkering geldt alleen voor werknemers in een L-schaal: voorheen LA, LB, LC en LD en sinds vorige maand L10, L11, L12 en L13. Deze groep werknemers ontvangt in oktober 2018, naast de hierboven genoemde eenmalige uitkering, een extra uitkering ter hoogte van 42 procent van het voltijdsalaris in september 2018.
Deze uitkering wordt berekend door een opbouw van 5,25 procent naar rato van de betrekkingsomvang per maand over de periode januari 2018 tot en met augustus 2018. Voor werknemers die in oktober 2018 niet meer in dienst zijn, wordt de toelage berekend over het laatstverdiende salaris.
Nabetaling
De leerkracht die op 1 juli is gestopt met werken heeft dus recht op een nabetaling van haar vorige werkgever. Dat geldt ook voor andere leerkrachten in het primair onderwijs die zijn gestopt met werken tussen 1 januari en 1 september 2018.
Ben je lid van de AOb? Neem dan bij vragen over de uitkeringen contact op met onze medewerkers van het Informatie en Advies Centrum (IAC). Lid worden kan via deze link.