In de cao hoger beroepsonderwijs (hbo) staat dat hogescholen een afspraak op papier hebben over een reiskostenregeling en een salderingsregeling. Dit moet gebeuren in samenspraak met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad (pmr).
Deze afspraak vind je terug onder het artikel: I-4 van de cao. Als je met eigen vervoer naar je werk gaat kun je vaak profiteren van de salderingsregeling door een deel van de kosten verrekenen met de eindejaarsuitkering of het vakantiegeld. Dat zorgt ervoor dat je netto meer overhoudt. Lees meer over de reiskostenregelingen in het hbo.
Werkgevers mogen vanaf dit jaar, 1 januari 2024, onbelast een ov-kaart vergoeden of verstrekken aan werknemers. Voorwaarde is wel dat de werknemer die ov-kaart voor zakelijke reizen of woon-werkverkeer gebruikt. Het bijhouden van privé-reizen en zakelijk gebruik is dan niet meer nodig om in aanmerking te komen voor de belastingvrijstelling. De vrijstelling voor ov-kaarten geldt als 'gerichte vrijstelling' in de werkkostenregeling. Dat betekent dat de ov-kaart onbelast is en dat het voor jouw werkgever (de hogeschool) niet ten koste gaat van de vrije ruimte die de werkgever wil gebruiken voor andere zaken, zoals cadeaubonnen, sportabonnementen of kerstpakketten.
Soms is reizen met de auto sneller, maar vaak vergoeden werkgevers slechts een deel van de gemaakte reiskosten voor dienstreizen per auto.
De salderingsregeling betekent dat bijvoorbeeld een vergoeding van 0,28 eurocent per kilometer voor een dienstreis niet hoeft te worden belast zolang de totaal verstrekte vergoedingen per werknemer in een fiscaal jaar in het kader van 'woon-werk' en dienstreizen per kilometer niet hoger zijn dan 0,23 eurocent (in het fiscaal jaar 2024).
De medezeggenschapsraad kan dus afspreken dat bij de vergoeding van dienstreizen de kilometervergoeding 0,28 eurocent per kilometer geacht wordt mede een vergoeding te zijn voor de uitbetaalde reiskosten in het kader van 'woon-werkverkeer.'
Een voorbeeld:
Een werknemer krijgt in een kalenderjaar een reiskostenvergoeding van in totaal 2600,00 euro bestaande uit: een vergoeding voor 10.000 woon-werkkilometers x 0,12 eurocent per kilometer = 1.200 euro én een vergoeding voor 5.000 kilometers voor dienstreizen x 0,28 eurocent per kilometer = 1.400 euro.
Saldering leidt dan tot het volgende resultaat: je deelt de totale reiskostenvergoeding 2600,00 euro door het totaal aantal kilometers 15.000. Dan kom je op een gemiddelde vergoeding van 0,17 eurocent per kilometer. Dat is gunstig, want dan val je onder de salderingsregeling -want 0,17 eurocent valt nog onder de 0,23 eurocent. Na saldering is de totale reisvergoeding onbelast.
Het is voor de werknemer gunstig om gebruik te maken van de ongebruikte fiscale ruimte die de werkgever heeft voor de vergoeding van reiskosten woon-werkverkeer door een deel van de eindejaarsuitkering of het vakantiegeld zonder loonheffing te laten uitbetalen. Behalve de kosten van administratie is deze ruil voor de werkgever kostenneutraal. De hogeschool betaalt immers een vergoeding, maar voor hetzelfde bedrag ook minder loon. De werknemer ruilt belastbaar loon in voor een onbelaste vergoeding en heeft daarom het fiscale voordeel. Hierdoor houd je uiteindelijk netto meer geld over.
- Als je meedoet aan de fiscale regeling leidt dit tot een verlaging van het bruto-loon ter hoogte van de fiscale vergoeding op jaarbasis. Dit kan gevolgen hebben bij een eventuele uitkering als je werkloos wordt of voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. De uitkering kan dan minder worden.
- Het kan invloed hebben op inkomensafhankelijke toeslagen, zoals huurtoeslag of zorgtoeslag.
- Deelname kan ook betekenen dat er geen recht meer bestaat op de aftrek van reiskosten inkomstenbelasting bij reizen met het ov.
Het kan zeker lonen om gebruik te maken van de fiscale salderingsregeling. Vraag de regeling jaarlijks wel tijdig aan bij je werkgever zodat je brutoloon uitgeruild kan worden met de fiscale ruimte voor de vergoeding voor 'woon-werkverkeer'.
Beeld: Beeldbank NS