Alle

Proeven van het echte leven op de vak-havo

Een havo met meer aandacht voor praktijklessen lijkt havo-leerlingen te motiveren en beter voor te bereiden op een vervolgstudie. “Het maakt hun schooltijd leuker. Ze zien de context. Snappen waar ze die wiskunde voor nodig hebben.”

Tekst Anka van Voorthuijsen - redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

calvijn-krabbendijke-002-web

Beeld Rob Niemantsverdriet

De pauze is nog niet eens afgelopen of de leerlingen staan al bij hun kluisjes. Snel trekken ze de blauwe overall over hun kleren aan en verruilen hun sneakers voor veiligheidsschoenen. Met een indrukwekkende gereedschapskist staan ze binnen twee minuten een gele elektriciteitsbuis te buigen en overleggen over een aan te leggen elektriciteitscircuit.

Een groepje andere leerlingen zet de veiligheidsbril op en snelt naar de computergestuurde lasersnij-machine. Vmbo’ers? Nee. Havo-leerlingen uit de onderbouw van het Calvijn College in Goes. Elke donderdag werken deze zogeheten ‘vak-havisten’ in de praktijklokalen in Krabbendijke, waar de vmbo-tak van hun school is gevestigd. “De leukste schooldag”, vinden ze eensgezind.

Dit artikel lees je gratis uit het Onderwijsblad van december. Op de hoogte blijven van alles wat speelt in het onderwijs? Word lid van de AOb! En ontvang elke maand het Onderwijsblad.

CHECK ALLE VOORDELEN VAN HET LIDMAATSCHAP

Het Calvijn College was zeven jaar geleden één van de eerste scholen waar de vak-havo werd ingevoerd. Govert Kamerik, teamleider havo van het Calvijn College in Goes, wordt alom beschouwd als de founding father van het concept vak-havo. Zijn aanpak vindt, in veel varianten, breed navolging. Volgend schooljaar doen 26 scholen mee aan een pilot. Over drie jaar zijn verschillende praktijkgerichte programma’s onder de verzamelnaam HavoP, officiële examenvakken. De Stichting Leerplan Ontwikkeling werkt nu aan eindtermen voor een kleine (120 studielast-uur) en een grote (360 uur) variant.

Doorstromen

De havo is al tientallen jaren een probleem. Havisten blijven relatief vaak zitten: slechts één op de drie jongens haalt het diploma in vijf jaar. Als havisten doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs, zijn er veel afhakers. Als ze het hbo (vier jaar) wel afmaken, doen ze daar lang over: 30 procent van de meisjes heeft tien jaar na de brugklas een hbo-diploma of zak. Bij jongens is dat slechts 10 procent.

‘Havisten worden gezien als opgepimpte vmbo-leerlingen of als mislukte vwo’ers’

De havo-leerling heeft geen duidelijke identiteit, meldt de website van het Havo-platform. “Ze worden gezien als opgepimpte vmbo-leerlingen of als mislukte vwo’ers.” Arna Roersma, adjunct-directeur bij het Carmel College in Oldenzaal: “Elke docent kent de uitdaging om de havo-leerling te blijven motiveren.” Govert Kamerik: “De havist heeft brains genoeg, maar hoe krijg je ze in beweging, dat is de vraag. Als je zegt dat ze iets moeten doen of leren ‘omdat het later nuttig is’ dan zeggen ze al snel: de groeten!”

‘Kinderen met een havo-advies komen enthousiast binnen in de brugklas, maar op de een of andere manier verdwijnt hun zin om te leren binnen een paar jaar’, zegt economiedocent Bart Schuchard in de brochure Havo van de Toekomst. ‘We willen op zoek naar dat ongrijpbare, waardoor juist die havo-leerlingen zo weinig intrinsieke motivatie tonen.’ De havist vertoont nogal eens ‘consumptief gedrag’, zegt één van de docenten: ‘Achterover hangen en de docent laten praten.’

De vak-havo is niet voor elke havist geschikt, zeggen alle betrokkenen. “Maar wel voor intelligente doeners.” Beeld: Rob Niemantsverdriet

Inmiddels is het besef breed doorgedrongen dat de manier waarop er les wordt gegeven op de havo, niet goed aansluit bij een deel van de leerlingen. Arna Roersma van het Carmel College: “Ze krijgen op de havo alleen maar theorie, terwijl het voor een deel leerlingen zijn die graag de deur uit willen en iets met hun handen willen doen.” Govert Kamerik: “De havo leidt op voor het hbo, maar die b, de beroepscomponent, ontbreekt volledig in het havo-onderwijs.” Havisten missen de context van wat ze moeten leren, zegt Roersma. “Waar hebben ze die wiskunde voor nodig? Als je dat kunt laten zien en als ze dat zelf kunnen ervaren, dan motiveert dat enorm.”

Praktijkles

Dat is precies wat er gebeurt op de vak-havo, zegt Kamerik. Leerlingen die op het Calvijn College hiervoor kiezen, krijgen in de onderbouw één dag per week praktijkles, en lopen in de bovenbouw één dag per week stage bij een bedrijf in de regio. Het profielwerkstuk dat ze schrijven moet aansluiten op hun stageplek. Ze volgen verder het gewone verplichte havo-programma, maar hebben minder zelfstudie-uren, dus hebben het eigenlijk drukker dan hun medeleerlingen.

De manier waarop je aan deze groep lesgeeft, is anders, zegt Martin van de Zande, docent natuurkunde op het Calvijn College. “Je relateert de theorie aan hun context, waar zij op die donderdagen mee bezig zijn. Hoe zit het met het hardingsproces van beton, bereken de krachten op een draagbalk, hoe ontwerp je een stevige dakkapel en bereken het rendement van een hr-ketel. Zo zien ze het verband tussen theorie en praktijk, zien de relevantie van wat ze moeten leren.”

De havo leidt op voor het hbo, maar die b, de beroepscomponent, ontbreekt volledig in het havo-onderwijs

De vak-havo is natuurlijk niet voor elke havist geschikt, zeggen alle betrokkenen. “Maar wel voor intelligente doeners.” Het is ‘contextrijk leren’, omschrijft het Havo-platform.
Op dit moment draaien er op havo’s vooral technische programma’s, maar er zijn ook economische, business school-achtige concepten in ontwikkeling en programma’s rond maatschappijleer en verzorging.

“Elke school zou het concept praktijkhavo zelf vorm moeten kunnen geven”, vindt Govert Kamerik. “Afhankelijk van de eigen mogelijkheden, de belangstelling van de leerlingen en de vmbo-mbo scholen in de omgeving met een goed geoutilleerde en passende werkomgeving voor de praktijkuren.”

Want hij prijst zichzelf gelukkig met zijn fantastisch ingerichte praktijklokalen. “Alles staat hier, freesmachines, laserapparatuur, een computergestuurde draaibank: daar leren ze gewoon mee werken.” Dit is natuurlijk niet op alle scholen haalbaar, maar, waarschuwt hij: “Je moet er wel voor waken dat het niet plakken en knippen met papier en karton wordt. Je moet wel de faciliteiten en machines hebben om prototypes te kunnen maken. Misschien moet er een soort standaard module voor een technieklokaal komen, die je in een lokaal kunt plaatsen.”

De manier waarop je aan vak-havisten lesgeeft, is anders, zegt Martin van de Zande, docent natuurkunde op het Calvijn College. “Je relateert de theorie aan de praktijk, zo zien ze de relevantie van wat ze moeten leren.” Beeld: Rob Niemantsverdriet

Ook op het Carmel College in Oldenzaal is de havo volop in verandering. Met vijftien andere scholen in Oost-Nederland doet het Carmel College mee aan het programma Havo van de Toekomst, onder begeleiding van hogeschool Saxion in Enschede. “De havo is geen vwo-light. Het moet meer voorbereidend hoger beroepsonderwijs worden”, stelt programmamanager Arjan van Basten.

Leukere schooltijd

Adjunct-directeur Arna Roersma: “Het achterliggende idee is om hun schooltijd leuker te maken, zodat ze hun havo-diploma halen. Maar ook om hen een beter idee te geven van wat een beroep inhoudt, en wat ze daarvoor moeten kunnen en weten. Zo kunnen ze ook bewuster voor een hbo-studie kiezen.”

Hogeschool Saxion onderzoekt hoe de aansluiting tussen havo en hbo beter kan, waardoor het aantal uitvallers in het eerste hbo-jaar hopelijk daalt. Dat gebeurt bijvoorbeeld door docenten te begeleiden bij een andere manier van lesgeven, en ook door de praktijkhavo te introduceren. Roersma: “Ze kunnen hier al wat proeven aan het echte leven: wat vinden ze leuk, waar zijn ze goed in? Dat motiveert, hopen we.” Tijdens de praktijklessen werken de leerlingen veel samen en ook veel zelfstandig. “Ook een goede voorbereiding op een hbo-studie. We zien dat ze ook in de andere lessen nu meer gemotiveerd zijn.”

Een vmboer doet na wat je voordoet. Vak-havisten vragen meteen door

Maar een afgestudeerde hbo’er staat later toch niet zelf achter de machines? “Nee, zij zijn de mensen die leiding gaan geven. Maar als je zelf weet hoe een lasersnijder werkt en hoe je een robot moet programmeren, scheelt dat wel, denken we. Bedrijven hebben behoefte aan hoger opgeleide vakmensen. Door de komst van steeds geavanceerdere machines en complexe productielijnen is er meer vraag naar werknemers op hbo-niveau.” Kamerik: “Ze voelen hier alle materialen, kennen de technieken en kunnen zo beter kiezen waar ze straks willen werken en welke opleiding ze daarvoor nodig hebben.”

Leergierig

Docenten die zowel aan vmbo- als havo-leerlingen lesgeven, merken de verschillen. Sjaak Minderhoud: “Een vmbo’er doet na wat je voordoet. Vak-havisten vragen meteen door. Ze trekken alle informatie uit je, ze zijn veel leergieriger.” Bedrijven zijn enthousiast om deze groep als stagiairs binnen te halen, merken ze in Zeeland. Govert Kamerik: “Iedereen hoopt natuurlijk dat deze jongeren in de provincie blijven en hier later ook aan het werk gaan.”

Net buiten het lokaal staat een enorme stalen leeuw op een houten vlonder. Leerlingen zijn bezig met de montage van verlichting en een sproeier. Een fontein voor Reimerswaal, de aannemer vroeg de vak-havisten om mee te helpen. Sjaak Minderhoud: “Dat beeld staat straks voor iedereen zichtbaar in de dorpskern. Dat maakt deze lessen natuurlijk helemaal leuk en betekenisvol.”

Lees ook: Touwtrekken om de mavo-leerling