HBO
WO&O

'Problematisch' noemt Bruins de bezuinigingen op hoger onderwijs, maar het moet van de coalitie

Van “vervelende maatregelen” (coalitie) tot “ongekende kaalslag” (oppositie): in de Tweede Kamer verdedigde onderwijsminister Eppo Bruins gisteren voor het eerst de grote bezuinigingen op het hoger onderwijs. Het werd een bij vlagen hallucinant debat.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

Actiefoto

De AOb voerde gisteren bij de Tweede Kamer actie tegen de bezuinigingen. Midden achter het spandoek: Kamerlid Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA), beeld: AOb

Lastenverlichting voor bedrijven, bezuinigingen op onderwijs: het kabinet-Schoof maakt zo z’n eigen keuzes. Kamerlid Rosanne Hertzberger van coalitiepartij NSC probeerde er een kans in te zien. Waarom zou het bedrijfsleven nu niet een duit in het zakje kunnen doen en geld steken in onderzoek, zo opperde ze. “Wij vinden die bezuinigingen ook een hele vervelende situatie. Tegelijkertijd zien we ons genoodzaakt in de uitgaven te snijden, onder andere omdat we zwaar moeten investeren in defensie.” En die bezuinigingen, die moeten we “in perspectief” zien, onder het motto: er gaat minder af dan er voorgaande jaren bijkwam. “De OCW-begroting gaat vier miljard euro naar omlaag, van 56 naar 52 miljard. Een klein deel daarvan is bezuiniging.”

“Dat is bullshit”, reageerde Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA). “Dat is gewoon echt niet waar. Het gaat om twee miljard aan bezuinigingen, dat zijn beleidsmatige keuzes van het kabinet. En vervelend? Vervelend is als je een keer de trein mist of je sleutels kwijt raakt. Dit is een drama voor het land, rampzalig. Daarom zeggen al die bedrijven vanochtend: u maakt het land kapot.”

 14 november Utrecht: demonstratie tegen de bezuinigingen op hoger onderwijs en onderzoek Lees meer op de actiepagina

Stultiens verwees naar een open brief waarin zo'n veertig grote bedrijven en startups zich diezelfde ochtend uitspraken tegen de bezuinigingen op onderwijs en onderzoek, een initiatief van ondernemersorganisatie VNO-NCW en Universiteiten van Nederland (UNL). 'Onderwijs en onderzoek vormen de ruggengraat van een innovatieve en concurrerende economie', schrijven ze, in lijn met wat de grote planbureaus op Prinsjesdag al aangaven. Om even bij stil te staan: het bedrijfsleven dat de overwegend linkse oppositie in de Tweede Kamer een strategisch getimede stok aanreikt om de coalitie mee te slaan. 

Prioriteiten

Die hield de rangen gesloten. “Dit signaal komt wel binnen hoor”, reageerde zowel Hertzberger als coalitiegenoot Claire Martens-America van de VVD. Maar niet genoeg om de bezuinigingen van 1 miljard op het hoger onderwijs - afgesproken in het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB en uitgewerkt in het regeerprogramma van het 'extraparlementaire' kabinet - ter discussie te stellen.

"Nog steeds investeren we veel in onderwijs en onderzoek. Tegelijkertijd kan ik niet ontkennen dat het in deze kabinetsperiode omlaag gaat", begon onderwijsminister Eppo Bruins zijn betoog. "Dat komt omdat het kabinet andere prioriteiten stelt. Defensie, maar ook koopkracht en ook nog eens passen op de schatkist. Ik kan met die prioriteiten leven, dat is ook de reden dat ik ja heb gezegd tegen deze positie."

De financiële tabel uit het hoofdlijnenakkoord is de werkelijkheid waarmee ik te dealen heb

Bruins noemde de bezuinigingen tussen neus en lippen door “problematisch", maar zei er niet onderuit te kunnen. En dus gaat hij ze uitvoeren. “De financiële tabel uit het hoofdlijnenakkoord is de werkelijkheid waarmee ik te dealen heb. Ik zie geen mogelijkheid om dat op dit moment te veranderen. Maar ik besef natuurlijk heel goed dat ik niet het laatste woord heb, het parlement is de baas.”

Molensteen

Bruins verwees vooruit naar de behandeling van de onderwijsbegroting, eind november. Dan zal de volle omvang van de bezuinigingen in het hele onderwijs uitgebreider aan bod komen. Voor die tijd belooft hij met een - versnelde - uitwerking te komen van de bezuiniging die gistermiddag veruit de meeste aandacht kreeg: de langstudeerboete, of 'langstudeermaatregel' zoals de coalitiepartijen het noemen. Studenten die meer dan een jaar uitlopen met hun opleiding moeten drieduizend euro bovenop het collegegeld gaan betalen. Dit moet al vanaf 2026 de eerste besparingen opleveren, oplopend tot structureel 282 miljoen euro per jaar. Critici waarschuwen dat daarmee de toegankelijkheid van het hoger onderwijs afneemt en de kansenongelijkheid zal groeien.

“Een maatregel waarvan we over een paar jaar gaan concluderen dat die totaal verkeerd heeft uitgepakt”, sprak Doğukan Ergin namens Denk. “Een financiële molensteen”, aldus SP-Kamerlid Sandra Beckerman. “De langstudeerboete bestraft studenten zonder begrip voor hun situatie.”

We kunnen dit tegenhouden in de Eerste Kamer, maar dan moeten we allemaal tegen stemmen

De maatregel zal ook nadelig uitpakken voor het onderwijs zelf, aldus Stultiens. “Dit raakt de groep studenten zonder rijke ouders voor wie we studeren juist toegankelijker willen maken. En het raakt ook de leraren van de toekomst. Dat is in tijden van een lerarentekort niet uit te leggen.” Het Kamerlid deed een beroep op de voltallige oppositie. "We kunnen dit tegenhouden in de Eerste Kamer, maar dan moeten we allemaal tegen stemmen."

Een groot deel van de Tweede Kamer - inclusief de coalitiepartijen - probeerde intussen de pijn te verzachten door uitzonderingen voor te stellen: voor mantelzorg, zwangerschap of werk in de medezeggenschapsraad, bijvoorbeeld. 

Financiële tabel

“Een ingewikkelde puzzel” noemde minister Bruins de uitwerking van deze bezuiniging, waarover hij zich bijna dagelijks het hoofd breekt. Want hoe voorkom je dat de maatregel “disproportioneel en hardvochtig” wordt? En passant gaf hij de Tweede Kamer een hallucinant inkijkje in de haast Kafkaëske politieke werkelijkheid die de coalitie heeft gecreëerd. “Ik hoor de brede steun voor bepaalde uitzonderingen, zoals mantelzorg of medezeggenschapstaken. Maar als we uitzonderingen gaan maken, dan is het financieel effect kleiner en haal ik de bezuiniging niet. Er is geen ruimte voor uitzonderingen in de financiële tabel.” 

En wat als de gevreesde boete studenten uit het hoger onderwijs wegjaagt - en de toegankelijkheid van hogescholen en universiteiten zoals verwacht ondermijnt? Dan heeft de minister een nog groter probleem. “Deze maatregel zal ook al effect hebben op de huidige generatie studenten, die nu plots halverwege hun studie worden geconfronteerd met een langstudeermaatregel. Met die verwachting zijn ze niet gaan studeren", erkende hij. "Als zij stoppen met studeren, haal ik die bezuiniging niet. Want dan heb je minder studenten die aan de langstudeermaatregel gaan.”

Deze maatregel zal ook al effect hebben op de huidige generatie studenten

Is die bezuiniging dan überhaupt wel uitvoerbaar, wilde Denk weten? Bruins: "Ik zal dat bedrag moeten halen, want dat staat in de financiële tabel van het hoofdlijnenakkoord. Dat is dus ook waar ik me op blijf richten. Tegelijkertijd schets ik een aantal dilemma's, die elkaar ook weer tegenwerken. Mijn taak is om met een oplossingsrichting te komen."

Stultiens maakte het sommetje alvast, met onder de streep de uitkomst van 282 miljoen: “U gaat dus tot in lengte van dagen elk jaar 94 duizend studenten een boete van drieduizend euro laten betalen.” 

"Mooie boel is dit", reageerde D66-Kamerlid Jan Paternotte. "We hebben hier een situatie met elkaar te pakken die ik niet als goed bestuur zou omschrijven."

We hebben hier een situatie die ik niet als goed bestuur zou omschrijven

Met een rondje langs de coalitiepartijen probeerde Paternotte te achterhalen wie die langstudeerboete nou eigenlijk had bedacht. Want ook bij hun achterbannen zijn de kansen - en financiële mogelijkheden - niet bepaald gelijk verdeeld. Conclusie: geen van de coalitiegenoten kon de langstudeerboete terugvoeren op het eigen verkiezingsprogramma, maar ze houden er allemaal aan vast.

“Meneer Paternotte is op zoek naar de dader, wie heeft het gedaan”, reageerde BBB-Kamerlid Claudia van Zanten. “Nee, het stond ook niet in ons programma. Dit is uit de onderhandelingen van de vier partijen gekomen.”

“Die onderhandelingen, daar was ik niet bij”, reageerde PVV-Kamerlid Patrick van der Hoeff kortaf. “Is dit een populaire maatregel? Nee. Maar ik sta achter de handtekening die we hebben gezet.”

'De winstwaarschuwingen van alle belangrijke instanties, experts en het bedrijfsleven zijn duidelijk'

"Ik vind het storend dat de minister, die zelf wetenschapper is, een belangrijk rapport van PricewaterhouseCoopers uit 2021 niet kent, niet wil meenemen in zijn beleid of gewoon negeert. Dat rapport stelt echter dat er jaarlijks juist 1 miljard bij moet voor het hoger onderwijs", reageert Donald Pechler, AOb-sectorbestuurder WO&O. "Uit revanchisme zijn de noodzakelijke investeringen van D66-minister Dijkgraaf in het Hoofdlijnenakkoord weer teruggedraaid, maar daarmee ook de vooruitgang van de Nederlandse kenniseconomie. De winstwaarschuwingen van alle belangrijke instanties, experts en het bedrijfsleven zijn duidelijk. Voor het uitvoeren van het beleid van dit kabinet hoef je geen wetenschapper te zijn, dat kan namelijk iedereen die niet gehinderd wordt door enige kennis van zaken, maar die vooral behept is met een slecht moreel kompas."