Alle

Prinsjesdag biedt geen zicht op uitweg uit onderwijscrisis

Voor de tweede keer in drie jaar tijd ligt er een onderwijsbegroting van een demissionair kabinet op tafel, waarin vooral de lopende zaken worden behandeld. “Het bestrijden van armoede is heel belangrijk", aldus AOb-voorzitter Tamar van Gelder. "En onderwijs zou óók topprioriteit moeten zijn."

Tekst Arno Kersten en Joëlle Poortvliet - reactie onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

53198459289 bbe856dbff 6k

Demissionair minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) met het koffertje waarin de Miljoenennota en de Rijksbegroting zit. Beeld: Ministerie van Financiën

Dat betekent dat het kabinet vooral voortborduurt op de begroting van vorig jaar en de Voorjaarsnota van afgelopen mei. Zo lopen de eerder afgesproken investeringen uit het coalitieakkoord in onderwijskwaliteit (1 miljard) en kansengelijkheid (920 miljoen) volgend jaar flink op.

Maar voor de bestrijding van het nog altijd groeiende lerarentekort worden geen nieuwe wegen in geslagen. De begroting verwijst vooral naar eerder gemaakte afspraken over onder meer een regionale aanpak en het verbeteren van het personeelsbeleid bij schoolbesturen. Wel zullen cijfers over vaste contracten voortaan toegevoegd worden aan de overzichten op OCWincijfers. ‘Vaste arbeidsrelaties komen uiteindelijk ten goede aan de continuïteit en kwaliteit van het onderwijs’, schrijven ministers Robbert Dijkgraaf en Mariëlle Paul. Overigens vermeldt de begroting zelf alleen het aandeel vaste aanstellingen over 2021, terwijl dat in 2022 weer verder blijkt gedaald.

Zonder goed onderwijs staat niet alleen de toekomst van onze kinderen op het spel, maar die van onze hele samenleving

“Het lerarentekort is een catastrofe die zich onder onze neus voltrekt en we doen er bijna niks aan", reageert AOb-voorzitter Tamar van Gelder. "Een op de negen klassen in het basisonderwijs begon dit schooljaar zonder leraar. En dat zal alleen maar erger worden. Zonder goed onderwijs staat niet alleen de toekomst van onze kinderen op het spel, maar die van onze hele samenleving.”

Tegelijkertijd moet ook het onderwijs een duit in het zakje doen voor een overheidsbrede bezuinigingsronde, zoals ook al uit de Voorjaarsnota bleek. Dat gebeurt onder meer door niet alle loon- en prijsstijgingen te compenseren. Met deze en andere kaasschaaf-maatregelen draagt de onderwijsbegroting volgend jaar 158 miljoen bij aan de ‘rijksbrede dekkingsopgave’, zoals het in beleidstaal heet. Daarnaast vloeit ook een begrotingsmeevaller van 108 miljoen euro naar de staatskas.

Schoolmaaltijden

Ook dragen het primair en voortgezet onderwijs samen 22 miljoen euro uit de lumpsum bij aan het verstrekken van de zogenaamde gratis schoolmaaltijden, die ook in 2024 nog worden voortgezet. De rest van de begrote 166 miljoen voor de maaltijden komt uit andere potjes binnen en buiten de onderwijsbegroting.

Voor de Lerarenbeurs is volgend jaar 64,8 miljoen euro beschikbaar. Dat is 2 miljoen meer dan er dit jaar in de pot zat. Of dat voldoende is, zal volgend jaar blijken. Dit voorjaar bleek dat er ruim tweehonderd aanvragen afgewezen moesten worden, omdat er opnieuw te weinig beschikbaar budget was. Die aanvragers krijgen volgend jaar voorrang. Het was de derde keer in vier aanvraagrondes dat uitvoeringsinstantie DUO afwijzingsbrieven moet versturen.

Goed onderwijs van een bevoegde leraar levert de bouwstenen voor een duurzame weg uit de armoede

Een deel van de algemene Prinsjesdag-plannen lekte afgelopen dagen al uit. Het kabinet wil met extra maatregelen proberen te voorkomen dat de armoede in Nederland nog verder oploopt. Intussen zijn de ogen vooral gericht op de komende verkiezingen op 22 november, en de formatie die daarop volgt. Voor de AOb staat voorop dat onderwijs daarbij de aandacht krijgt die het verdient.

“Het bestrijden van armoede is heel belangrijk, goed dat er in het Koffertje van Kaag daarvoor geld zit. Maar onderwijs zou ook topprioriteit moeten zijn. Daarop hebben álle kinderen in Nederland recht, maar zeker die uit achterstandsgezinnen. Goed onderwijs van een bevoegde leraar levert de bouwstenen voor een duurzame weg uit de armoede”, aldus Van Gelder.

Subsidies groeien als kool

In de begroting staat geregeld het zinnetje ‘voor het stimuleren en realiseren van diverse beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt’. En of dat zo is. In ‘bijlage 4 Subsidieoverzicht’ staan 57 subsidieregelingen voor het primair en voortgezet onderwijs opgesomd. Het totale bedrag dat OCW aan subsidies uitgeeft, groeit enorm. In het primair en voortgezet onderwijs met 37 procent: van 994 miljoen euro in 2023 naar 1,36 miljard in 2024.

 

Dat komt deels omdat de basisvaardigheden opgekrikt worden via subsidies. Scholen kunnen bijvoorbeeld basisteams – ook wel ‘vliegende brigades’ genoemd – aanvragen bij het ministerie. Het ministerie schrijft wel over het basisvaardigheden-geld dat ook in 2024 ongeveer een derde van het totaal aan subsidiegeld beslaat: ‘Deze regeling bouwen we stapsgewijs om naar structurele bekostiging vanaf 2026 voor de scholen die de grootste uitdagingen hebben op het gebied van de basisvaardigheden.’

 

In het 'Dagblad van het Noorden' gaf scheikundeleraar Arjan Linthorst gisteren nog kritiek op het woud aan subsidies. Hij schrijft dat ‘een gedeelte van deze subsidies rechtstreeks naar ngo's gaat die rondom schoolbesturen hangen of via schoolbesturen naar deze ngo's gaat. Maar het werk voor de klas is uiteraard veel belangrijker dan dat van een willekeurige ngo.’ Als het aan hem ligt, gaan die ngo’s ‘op de fles’: ‘De mensen die daar werken kunnen wat mij betreft, bij gebleken geschiktheid, worden omgeschoold tot het mooiste ambacht dat er bestaat.’