Praktijkroute promoot leraarschap onder scholieren
Het Eligant Lyceum in Zutphen is een van de negen pilotscholen waar leerlingen kunnen kiezen voor de praktijkroute havo-Educatie. Hierin ontdekken ze of werken in het onderwijs iets voor ze is.
“Ik voel me buitengesloten”, zegt de ‘gehandicapte’ jongen in de bureaustoel als hij achterblijft op de rest. Deze vrijdagmiddag doen leerlingen van de praktijkroute havo-Educatie op het Eligant Lyceum in Zutphen een rollenspel waarin ze ervaren wat het betekent om een beperking te hebben.
De vijftien leerlingen krijgen om de week lessen waarin ze kennismaken met het werkveld onderwijs en educatie. Het Eligant Lyceum is een van de negen pilotscholen die de route sinds dit schooljaar aanbiedt. “We waren meteen enthousiast”, vertelt docent Willeke Voskamp. “Als opleidingsschool werken we nauw samen met de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en de Radboud Universiteit, dus deze praktijkroute sluit daar mooi bij aan.”
Sandra Mors, coördinator loopbaanontwikkelingsgericht leren, vult aan: “Leerlingen gaan op pad om zelf te ervaren wat het werk inhoudt. Dat past goed bij de havo-leerling die vooral praktisch is ingesteld.”
Vervolgstudie
Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld aan de slag op een basisschool, in een museum of in de natuureducatie. Ze krijgen les in didactiek en pedagogiek, doen onderzoek, observeren lessen en gaan zelf ook lesgeven. “Het doel is dat leerlingen een onderbouwde keuze maken voor een vervolgopleiding”, vertelt Pascal Marsman van slo, het expertisecentrum voor het curriculum dat de pilotscholen ondersteunt. “Bovendien doen leerlingen een mix aan kennis en generieke vaardigheden op die bij alle vervolgstudies nodig zijn, zoals communiceren, samenwerken en presenteren.”
Wij laten zien hoe supertof het is om in het onderwijs te werken
In opdracht van het ministerie van Onderwijs ontwikkelde SLO het concept-examenprogramma samen met twee hogescholen en een aantal vo-scholen, waaronder het Eligant Lyceum. In de pilot, die loopt tot 2026, heven scholen zelf invulling aan het programma van 120 studielast-uren. “Wij proberen het hele werkveld te laten zien”, vertelt Mors. De school betrekt hierin de omgeving zoals een museum, natuurcentrum of uitgeverij. Leerlingen bezoeken vervolgopleidingen, maar voeren ook opdrachten uit, zoals het verduurzamen van een schoolplein om de hoek. “Wij vinden het belangrijk om te laten zien hoe supertof het is om in het onderwijs te werken. En dat het zoveel breder is dan alleen lesgeven.”
“De praktijkroute is bovenal natuurlijk een mooie manier om het beroep van leraar te promoten”, zegt Voskamp. Uit onderzoek van ResearchNed blijkt dat een goede studiekeuzebegeleiding leidt tot meer aanmeldingen voor lerarenopleidingen. “Ik geef Duits, sta met veel passie voor de klas en vind het leuk om leerlingen te enthousiasmeren voor het beroep. Door deze praktijkroute kunnen ze al echt ervaren of het onderwijs iets voor ze is, wat de uitval bij de lerarenopleidingen hopelijk ook tegengaat.” Mors: “Ja want erachter komen dat het niet iets is voor jou, is net zo goed waardevol.”
Beperking
Sandra Mors geeft vandaag de les over inclusiviteit, waarin een aantal klasgenoten als rol een leerling met een ondersteuningsbehoefte speelt. “Als ik zeg: Goed je te zien, wat doet dat dan met je?”, vraagt de docent. “Niets, want ik kan niet horen”, grapt het meisje met de koptelefoon. “Ik vind dat wel fijn; het is een compliment voor mij omdat je blij bent dat ik er ben”, antwoordt de ‘slechtziende’ jongen met skibril. De andere deelnemers zijn het met hem eens, ook de leerling ‘zonder beperking’. “Heel mooi, want hieruit blijkt dat iedereen er dus baat bij heeft om gezien te worden”, zegt Mors, “iets om rekening mee te houden als je straks als educatief professional werkt.”
Erachter komen dat het niets voor je is, is net zo goed waardevol
Merle (16) weet nog helemaal niet zeker of ze het onderwijs in wil. “Misschien wil ik wel docent worden, maar dan met kleine kinderen. Deze lessen helpen me om een goede keuze te maken, dus dat is fijn.” Haar vriendin Kris (17) is het daarmee eens. “Ik denk erover om pedagogiek te gaan doen. We gaan verschillende opleidingen bezoeken, krijgen al les in die richting en doen ervaring op. We hebben echt een voorsprong als we straks naar het hbo gaan.”
Naast deze twee havoleerlingen telt de groep nog zes havisten. Hoewel de praktijkroute in principe is bedoeld voor bovenbouw havo, doen op het Eligant Lyceum ook zeven vwo-leerlingen mee. “Zij waren ook direct enthousiast en nu hebben we een heel leuke, diverse groep”, vertelt Voskamp. “Tot nu toe hebben we onderwerpen als onderwijskunde, vakdidactiek en groepsdynamica in de lessen behandeld. Wat er allemaal komt kijken bij lesgeven, vinden ze heel interessant.”
De invulling van het programma kost tijd, maar levert ook energie op, vertelt Mors. “Het is zo ontzettend leuk om leerlingen een kijkje achter de schermen te bieden van ons werk. Er zijn zoveel mogelijkheden, ook in samenwerking met omgeving, daar raak je vanzelf enthousiast van.”
Hot topic
Voor de havist is deze route onderdeel van het combinatiecijfer en voor de vwo’er komt het op het plusdocument te staan. De afronding bestaat uit een portfolio met drie opdrachten: een reactie schrijven op een artikel, een visie op onderwijs bepalen en een les geven. Daarnaast is het streven dat de leerlingen hun profielwerkstuk ook over een educatief onderwerp maken. Mors: “Waardoor het een meesterstuk wordt, net als bij het Technasium. Dit past alleen qua uren niet binnen de praktijkroute, dus proberen we het aan een ander vak te koppelen.” Voskamp: “Zoals een onderzoek naar Duits op de basisschool, dat is bijvoorbeeld een hot topic hier.”
Daarnaast hadden ze ook graag de toelatingstoetsen voor de pabo alvast binnen de praktijkroute aangeboden. “Maar dat bleek niet de bedoeling”, legt Mors uit. “Het gaat puur om de kennismaking met het werkveld waardoor leerlingen een goede studiekeuze kunnen maken. Omdat wij de toetsen een meerwaarde vinden, bieden we ze wel aan voor leerlingen die dat willen.”
Zoals Martijn (15), die al zeker weet dat hij naar de pabo wil. “Het lijkt me heel leuk om bij te dragen aan de ontwikkeling van kinderen en om een band met ze te krijgen. Ik had zelf ook zo’n goede meester in groep 8, die echt aandacht had voor iedereen. Ik heb al stagegelopen op twee basisscholen. Kinderen waarderen het heel erg dat je ze helpt, het was echt heel leuk.”
Hij ziet de praktijkroute als een goede voorbereiding op de pabo. “De lessen vind ik interessant. Er is een goede mix tussen theorie en praktijk en die afwisseling vind ik fijn. Dat deze praktijkroute er is, vind ik heel goed. Er is een groot tekort aan leraren en hopelijk kiezen hierdoor meer mensen voor het onderwijs.”
Kinderen willen weer leraar worden
Vroeger wilden veel kinderen wel juf of meester worden, maar dat is allang niet meer zo vanzelfsprekend. Verrassend is dan ook dat een nieuwe generatie van kinderen het beroep leerkracht op 1 zetten, boven Youtuber, influencer of dokter. Dat schrijft Metro Nieuws naar aanleiding van grootschalig onderzoek van Human8 in België en Nederland naar de generatie kinderen die na 2010 is geboren: ‘Generatie Alfa’.
Waarom ben jij leraar of onderwijsondersteuner geworden en wat maakt het werk in het onderwijs zo aantrekkelijk? Het Onderwijsblad onderzoekt dat en is benieuwd naar jouw verhaal. Al bijna 1000 mensen vulden de enquête in. Doe ook mee: aob.nl/wereldbaan en help de interesse in jouw beroep te vergroten.