VO

Personeel voortgezet onderwijs erg bezorgd voor besmetting

Bijna 90 procent van het personeel in het voortgezet onderwijs maakt zich zorgen om besmet te raken, of iemand anders te besmetten op school. In juni was dat nog 50 procent. Toen moesten leerlingen nog onderling anderhalve meter afstand houden, waardoor op veel scholen maar een derde van de leerlingen tegelijk aanwezig was.

Tekst Webredactie - - 6 Minuten om te lezen

afgetaped-erik-ex-twitter

Nu de school weer wordt bevolkt door honderden en soms zelfs duizenden leerlingen, nemen de zorgen onder het personeel toe. De AOb hield een enquête onder leden en niet-leden in het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Ongeveer drieduizend*Respondenten: 96 procent (2769) uit het reguliere voortgezet onderwijs, 4 procent (101) uit het voortgezet speciaal onderwijs. van hen vulden afgelopen week de vragenlijst in en deelden hun ervaringen met de opstart van het onderwijs.

Wat duidelijk naar voren komt: anderhalve meter ruimte houden tussen docent en leerling is niet te doen. Zeker niet bij praktijkvakken of pauzetoezicht, blijkt vooral uit de opmerkingen van de respondenten: 'Ik geef beroepsgerichte vakken richting koken & serveren. Afstand houden is onmogelijk en het gebruik van mondkapjes is ingewikkeld. Van mijn directe collega's, maar ook van andere docenten die praktijkvakken geven, weet ik dat wij ons grote zorgen maken over de situatie.'

Risicogroep

In de enquête zegt drie kwart van de leraren en ondersteuners (74 procent) dat het niet lukt om anderhalve meter bij leerlingen vandaan te blijven. Een kwart zegt dat het redelijk gaat en slechts 1 procent vindt dat het goed lukt. In het voortgezet speciaal onderwijs is afstand houden nog lastiger: bij 81 procent lukt dat niet, 19 procent zegt: redelijk.

Dat verklaart de zorgen. En deze komen zeker niet alleen van personeel dat zelf tot een risicogroep behoort (24 procent), of dat een kwetsbare huisgenoot heeft (18 procent).

Bovenstaande grafiek geeft een heel ander beeld dan bij de gedeeltelijke openstelling van het voortgezet onderwijs in juni. Toen maakte 13 procent zich veel zorgen, 39 procent enigszins en 48 procent niet.

Fysiek

Risicogroep of niet. Het onderwijspersoneel is massaal aan de slag gegaan. In de regio’s Noord en Zuid is sinds de start 92 procent van het onderwijspersoneel in principe alle werkdagen fysiek op school geweest. 4 procent is incidenteel gegaan en 4 procent niet. 'Ik ben zelf bereid een licht verhoogd risico te lopen als daarmee de kwaliteit van onderwijs substantieel beter wordt. We hebben het onderwijs echt ernstig geweld aangedaan voor de vakantie.'

Eenmaal aan het werk, belemmert de anderhalve meter het lesgeven behoorlijk. 'We mogen tijdens de lessen de klassen niet in lopen; dit is een hele grote belemmering voor het geven van goed onderwijs. Het is belangrijk dat ik in de schriften kan kijken. Juist bij leerlingen die geen vragen stellen. Maar ik kan er niet eens in de buurt komen.' Een ander schrijft: 'Orde handhaven is momenteel een uitdaging. Je kunt niet rondlopen, je "antennes" hun werk laten doen. Van achter een spatscherm is het moeilijk te horen uit welke richting herrie komt.'

Wat verder opvalt:

  • Bij 17 procent van de respondenten zijn op dit moment corona-gevallen bekend op school
  • 41 procent zegt dat leerlingen zich niet aan de hygiënemaatregelen houden
  • Er is voldoende desinfecterende handgel (volgens 89 procent), maar of de school extra wordt schoongemaakt, weet het personeel vaak niet (45 procent)
  • De meeste scholen hebben aanvullende maatregelen genomen (67 procent van de respondenten zegt dat), vooral in de vorm van spatschermen, mondkapjes en gezichtsschermen (face shields)
  • 6 procent spreekt van een mondkapjesplicht voor leerlingen. Wat vaker voorkomt zijn verplichte mondkapjes tijdens les-wisselingen, of wanneer de leraar daarom vraagt.
  • Slechts 40 procent zegt dat de ramen in alle leslokalen open kunnen.
  • Ventilatie blijft een bron van zorg. 80 procent is al geïnformeerd over het ventilatiesysteem. Van hen geeft 69 procent aan dat het schoolgebouw volgens het bestuur voldoet aan de eisen.
We willen zicht op welke scholen hulp nodig hebben

AOb-bestuurder voor het voortgezet onderwijs Henrik de Moel is niet verbaasd over de toename van zorgen bij zijn collega's. "Het aantal besmettingen nam toe gedurende de zomer en het feit dat alle kinderen weer op school zijn, maakt het nagenoeg onmogelijk om continu die anderhalve meter te bewaken."

De AOb benadrukt de verantwoordelijkheid die leraren voelen om het onderwijs door te laten gaan. 86 procent van de leraren die tot een risicogroep behoren staan voor de klas. Dit geldt ook voor mensen die én zelf tot een risicogroep behoren én samenwonen met iemand uit een risicogroep. De Moel: "Daar mag meer aandacht en waardering voor zijn. Tegelijk - en dat is het wrange - is het juist voor deze groep zo belangrijk dat de regels op school worden nageleefd."

Lesuitval was er al in het kader van het lerarentekort. Nu komt corona daar bovenop. De AOb blijft er bij het ministerie op aandringen dat zij gaan bij houden hoeveel lessen er niet worden gegeven. De Moel: "Niet om te handhaven, maar om zicht te krijgen op de omvang van dit probleem en welke scholen hulp nodig hebben." Daarnaast wil de AOb voorrang voor leraren bij de corona-testen. Dit om het onderwijs overeind en de werkdruk behapbaar te houden.

Accepteren

Het ministerie publiceerde eergisteren nog een optimistisch bericht over de opening van de scholen op zijn website, plus een veertien pagina's tellende aanvulling op de bestaande protocollen. Bij het NPO-programma Nieuwsuur liet Onderwijsminister Arie Slob maandag weten dat we nu eenmaal moeten accepteren dat leerlingen en docenten ziek kunnen worden. Op Twitter reageert docent Jos Aameyri boos: 'Dat doen we ook. Maar ik mis van deze minister iets essentieels: we doen er alles aan om dat te voorkomen!'

In de open opmerkingen, meer dan 1200 respondenten vulden deze in, laat onderwijspersoneel weten dat het volgens hen een kwestie van tijd is voordat het fout gaat. 'Het is wachten op een fikse uitbraak. Velen van ons hebben groepen van meer dan dertig leerlingen die we in daar niet op berekende lokalen moeten lesgeven.' En over de regels die besmettingen moeten voorkomen: 'Op papier lijkt het redelijk. Praktijk is belabberd.'

Andere uitspraken over de huidige lespraktijk en de risico's:

'Ik moet soms door volle aula’s en over volle schoolpleinen lopen. Leerlingen gaan niet even opzij, maar lopen gewoon tegen je aan.'

'Ramen en deuren open zorgt voor permanent achtergrondgeluid. Het leidt leerlingen erg af en is daardoor zeer vermoeiend. Bovendien is onze hele school ijskoud en dan is het nog maar net september.'

'Ik voel me een medisch proefkonijn. Overal in het land werken mensen nog thuis of met minder mensen in een kantoor. Ik zit met dertig adolescenten in een veel te kleine ruimte.'

'Wat wij moeten doen staat haaks op de landelijke corona-maatregelen. Ik ben niet bang, maar ik ben het er niet mee eens.'

'Het afstand houden van docent tot leerling hindert het lesgeven en de binding die je in het begin van een schooljaar met leerlingen wilt opbouwen.'

'Er wordt niet gecommuniceerd welke leerlingen of collega’s in thuisquarantaine zitten. Iedere klas heeft meerdere gevallen en er zitten collega’s thuis. Maar ik weet alleen maar dingen uit de wandelgangen.'

'Ik heb een aantal collega's die niet geloven in corona. En alles dus onzin vinden.'

'Steeds meer leerlingen en collega's vallen uit vanwege de lange wachttijd voor testen en testuitslag. Wat is er over van ons vitale belang?'

Lees ook: 'Leraar moet sneller door de teststraat'
De analyse van de resultaten tot nu toe kun je hier downloaden.
Voor wie deze week pas startte of er nog niet aan toe is gekomen: de enquête staat nog open tot en met aanstaande vrijdag.