Pensioenopbouw vroegtijdig cashen: kan dat?
Een docent met een baby op komst en verhuisplannen vraagt zich af: kan ik een deel van mijn pensioenopbouw inruilen tegen meer salaris? Bij het ABP is dit niet mogelijk.
Zo’n soort keuze kan onderdeel zijn van wat wel ‘het cafetariamodel’ wordt genoemd. Maar de optie om minder pensioen op te bouwen in ruil voor meer inkomen, mogen alleen commerciële partijen (verzekeraars) bieden. Voor pensioenfondsen als het ABP - waarbij onderwijspersoneel is aangesloten - is dat wettelijk niet toegestaan.
Wij gaan voor gezond, niet voor de cafetaria
De AOb zou daar ook zeker geen voorstander van zijn, zegt beleidsmedewerker Roelf van der Ploeg. Een hoger salaris klinkt goed, maar hoe verstandig is het om te beknibbelen op je pensioen? Het risico is bovendien dat de werkgever, die flink meebetaalt aan het pensioen, ruimte ziet om voordeliger uit te zijn. In de praktijk letten jongere medewerkers immers vooral op de hoogte van het salaris en minder op pensioen. “Keuzevrijheid klinkt prachtig, maar collectief pensioenbeleggen levert echt het meeste op. Wij gaan voor gezond, niet voor de cafetaria”, aldus Van der Ploeg.
Zonde van het geld
En hoe zit het met hoe je pensioenvermogen wordt belegd? Krijg je met de nieuwe pensioenregeling vanaf 2027 meer vrijheid om bijvoorbeeld te kiezen voor een risicovollere portefeuille of een extra duurzaam beleggingsbeleid? Alweer nee. Om te beginnen leiden meer keuzemogelijkheden volgens Van der Ploeg tot hogere kosten voor het pensioenfonds. Systemen moeten opnieuw worden ingericht, deelnemers moeten vooraf getoetst worden op hun beleggingskennis en de nodige begeleiding krijgen. “Zonde van het geld, zeker aangezien het maar voor een kleine groep zou zijn. Het overgrote deel van de ABP-deelnemers heeft hier geen behoefte aan. Zij zeggen: daar hebben we jullie voor.”
Deelnemers zelf laten kiezen voor beleggingen, leidt volgens Van der Ploeg ook algauw tot lagere rendementen. Voor het pensioenfonds wordt het dan namelijk lastiger om voor de echt lange termijn te beleggen. Sommige aantrekkelijke beleggingscategorieën zouden zo zelfs buiten de boot vallen. Denk bijvoorbeeld aan huurwoningen, die over de jaren stabiele rendementen opleveren. Of investeringen in glasvezelnetwerk. Van der Ploeg: “Die gaan een prachtig rendement opleveren, maar wel pas op lange termijn. Als je zulke bezittingen morgen gedwongen moet verkopen omdat deelnemers plotseling anders willen beleggen, zal dat altijd ongunstig zijn.”
Wel andere keuzes
Overigens biedt het ABP-pensioen wel verschillende andere keuzes. Je kunt bij pensionering bijvoorbeeld een deel van het nabestaandenpensioen omzetten in een hoger ouderdomspensioen, je kunt kiezen op welke leeftijd (vanaf 60) je pensioen ingaat of een deel naar voren halen terwijl je nog werkt. Maar een hoger salaris nu en minder pensioen straks, dat gaat dus niet.
In de huidige krappe arbeidsmarkt willen werkgevers nieuwkomers natuurlijk graag verleiden met aanlokkelijke arbeidsvoorwaarden. Het cafetariamodel mag er dan niet in zitten, met ingang van de nieuwe pensioenregeling wordt het wel makkelijker om de voordelen van het ABP-pensioen naar voren te brengen. Van der Ploeg: “Werkgevers kunnen voortaan heel concreet aangeven wat zij in het pensioenpotje storten. Vergeleken met andere werkgevers is dat bedrag hoog, daarmee kan het onderwijs zich onderscheiden.”
Cafetariamodel
Dit is een systeem waarbij werknemers hun arbeidsvoorwaardenpakket (deels) zelf kunnen samenstellen. De werkgever biedt dan een aantal uitruilmogelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld extra vrije dagen inkopen in ruil voor salaris, of je pensioenopbouw (tijdelijk) verlagen voor een wat hoger inkomen.
Leuk, kan dat ook in het onderwijs?
Nee, extra vrije dagen zitten er in het onderwijs niet in. Afwijkende pensioenpremies ook niet, dat is bij pensioenfondsen wettelijk niet toegestaan. ABP-deelnemers kunnen ook geen eigen keuzes over het beleggingsbeleid maken. De AOb vindt deze opties trouwens ook niet erg gunstig.
Valt er dan niets te kiezen?
Zeker wel, het ABP-pensioen biedt verschillende keuzes:
- Je kunt kiezen wanneer je pensioeninkomen in gaat, vanaf de maand waarin je 60 wordt tot vijf jaar na de aow-leeftijd. De timing heeft uiteraard effect op de hoogte van je pensioen.
- Met het deeltijdpensioen kun je, terwijl je nog werkt, een deel van je pensioen naar voren halen.
- Het opgebouwde nabestaandenpensioen kun je deels inruilen voor een hoger eigen pensioen.
- Of andersom: je verhoogt het nabestaandenpensioen en neemt genoegen met een lager pensioen.
- Bij pensionering kun je ervoor kiezen om eerst een hoger en later een lager pensioen te krijgen, of vice versa.