Pabo's zien de belangstelling weer toenemen
Meer eerstejaars aan de poort, drukke open dagen. Voorlopige cijfers wijzen op een toenemende populariteit van de pabo. Dat is een opsteker in tijden van een groot lerarentekort.
“Ik wist al sinds vroeger dat ik het onderwijs in wilde”, lacht Sil Meulenbroeks op een herfstige novemberochtend in Helmond. Samen met twee andere eerstejaars op pabo De Kempel vertelt ze waarom ze zo graag het onderwijs in wil. Ze ging van het vmbo naar mbo-onderwijsassistent, om daarna naar de pabo te kunnen. “Mijn eigen juf was voor mij een groot voorbeeld. Zij heeft mij enorm geholpen. Toen wist ik: dat wil ik ook. Jonge kinderen zien groeien.”
Studiegenoot Pim Poos had een inspirerende meester als voorbeeld. “Mijn voorkeur ligt bij groep zes, zeven, acht. Lesgeven over aardrijkskunde of geschiedenis aan wat oudere kinderen. Wat meer de diepte in. Dat lijkt me ontzettend leuk.” Stan Zegveld werd via zijn moeder, schooldirecteur, enthousiast over het onderwijs. Al twijfelde hij tot op het laatst tussen social work en de pabo. “Ik wil iets extra betekenen voor kinderen, bijvoorbeeld als het thuis niet helemaal lekker loopt. Iemand die nog even vraagt wat je het weekend gaat doen nadat de bel is gegaan.”
Dit artikel komt uit het nieuwste Onderwijsblad. Wil jij het blad ook ontvangen? Word lid!
Er staan gebakjes op tafel, want bij De Kempel hangt de vlag uit. De instelling mag zich volgens de Keuzegids HBO opnieuw de beste pabo van het land noemen. En dat niet alleen. Nog nooit mocht de opleiding zoveel eerstejaars verwelkomen als dit collegejaar. Het zijn er ruim zeventig meer dan vorig jaar: dertig bij de voltijd en veertig bij de deeltijd. Daarmee nam de instroom dit jaar - volgens voorlopige inschrijfcijfers - met maar liefst een kwart toe. De Kempel groeit al jarenlang, met kleine schommelingen, maar zo’n klapper als nu heeft de instelling nog niet eerder gezien. “Daar zijn we natuurlijk hartstikke trots op”, vertelde collegelid Marcel Lemmen eerder al via de telefoon. “En we zien dat de belangstelling bij de laatste open dag opnieuw erg groot is.”
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
Goed nieuws
De Kempel is niet de enige pabo die in de lift zit. “Onze voltijdopleiding is ongeveer gelijk gebleven, maar de deeltijd laat een mooie plus zien van vijftien studenten”, aldus pabo-opleidingsdirecteur Marco Schaap van hogeschool Viaa in Zwolle. Bij de Utrechtse Marnix Academie zit de groei hem juist in de voltijdopleiding. “Goed nieuws, jazeker. Utrecht is een grote stad met een groot lerarentekort. En dan helpt het als we meer leerkrachten gaan opleiden”, aldus manager Michiel Heijnen.
Lerarenopleidingen zien de instroom groeien, was de strekking van een voorlopige tussenstand die de Vereniging Hogescholen half november publiceerde. De hbo-bacheloropleidingen in de sector onderwijs tellen 7 procent meer eerstejaars dan vorig collegejaar. Ze doen het daarmee opvallend veel beter dan andere hbo-bachelors. Wat dit grove beeld niet laat zien, is welke opleidingen het beter doen en welke minder. Definitieve cijfers, per instelling en opleiding, komen in februari naar buiten.
De meeste van de 24 pabo’s zien de aanwas bij de bacheloropleiding dit collegejaar toenemen. Dat is althans het beeld op basis van voorlopige cijfers van de instellingen zelf, die het Onderwijsblad kon inzien. Ze zijn nog niet hard genoeg om ze al pontificaal naar buiten te brengen, maar ze vormen wel een indicatie.
“Als je kijkt naar de instroom per pabo, zie je verschillen”, reageert voorzitter Karin van Weegen van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (LOBO). “En het varieert ook van jaar op jaar, maar over de hele linie zien we wel een groei van de instroom.”
Opsteker
Dat is een opsteker in een tijd van nijpende lerarentekorten. Pabo’s wijzen op positieve ontwikkelingen die werken in het primair onderwijs aantrekkelijker maken, zoals een hoger salaris en betere loopbaanperspectieven. “Vroeger werd je schooldirecteur als je hogerop wilde, even zwartwit gezegd”, aldus Van Weegen. “Nu zijn er meer mogelijkheden om je te ontwikkelen in de klas.”
Twee jaar geleden is na jarenlang actievoeren de loonkloof met het voortgezet onderwijs gedicht. “We laten dat ook zien op onze open dagen, met plaatjes: wat denk je dat je gaat verdienen en wat is het werkelijke salaris? Het publiek reageert daar vaak positief verrast op”, vertelt Nus Waleson, directeur Kind en Educatie bij Fontys, op een zonnige maandagmiddag op de onderwijscampus Rachelsmolen in Eindhoven.
Ik denk dat het beeld van leraar de laatste jaren verbeterd is, en daar draagt ook de betere salariëring aan bij
“Ik denk dat het beeld van leraar de laatste jaren verbeterd is, en daar draagt ook de betere salariëring aan bij”, aldus pabodirecteur Schaap via een Teams-verbinding vanuit Zwolle. “Ik merk vooral dat studenten daar naar kijken wanneer ze afstuderen. Als ze zich dan vergelijken met leeftijdsgenoten buiten het onderwijs, dan merken ze dat ze daar niet voor onderdoen.” Schaap signaleert langzaam maar zeker meer waardering voor het beroep. “Het negatieve beeld is omgeslagen in een positief perspectief.”
Studiemarkt
De pabo was altijd al een van de meestgekozen hbo-studies. Vorig jaar daalde de instroom nog licht. Maar grosso modo is er sprake van een geleidelijke groei sinds het aantal eerstejaars in 2015 kelderde met de invoering van de toelatingstoetsen, zo bleek eerder uit de Trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren 2023. Sinds 2021 ligt de instroom weer boven het niveau van 2014. Vorig studiejaar begonnen 5361 studenten aan een bacheloropleiding bij een van de pabo’s. Alleen de opleiding tot verpleegkundige had nog een grotere toeloop.
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
De animo voor het onderwijs ervaren ze ook op het Montessori College in Nijmegen en Groesbeek. “We organiseren elk jaar een grote studiemarkt. Oud-leerlingen, waaronder pabo-studenten, komen dan terug om te vertellen over hun opleiding”, vertelt decaan Marion van Hoof. “In de lokalen met de onderwijsopleidingen is het altijd hartstikke druk.”
De opgetrokken salarisperspectieven zitten ook in haar voorlichtings-repertoire. “Scholieren van 16 of 17 jaar houden zich op die leeftijd nog niet zo bezig met concrete salarisbedragen. Maar ze weten wel dat er goede beroepsperspectieven zijn, dat ze snel aan de bak komen en dat ze een redelijk salaris kunnen verdienen.”
Verhoudingsgewijs veel scholieren op haar school melden zich aan bij een lerarenopleiding, vertelt Van Hoof. Als decaan ziet ze daarbij ook een rol voor zichzelf weggelegd, al is ze realistisch over haar invloed. “Het belangrijkste wat we met z’n allen kunnen doen, is uitdragen is dat onderwijs een mooi beroep is. En dat doen we op onze school ook.”
Het belangrijkste wat we met z’n allen kunnen doen, is uitdragen is dat onderwijs een mooi beroep is
Wat in de afgelopen jaren niet veranderd lijkt, is dat de pabo vooral in zwang blijft bij vrouwelijke studenten. Zij vormen driekwart van de instroom, blijkt uit cijfers van de Vereniging Hogescholen. Bij een deel van de partijen in politiek Den Haag gaan daarom stemmen op om aparte pabo-opleidingen te introduceren voor het jonge en oude kind. Ze menen dat dit meer mannen zal aantrekken.
“Het zijn soms echte snotapen, maar het is leuk en leerzaam”, reageert eerstejaars Stan Zegveld, die stageloopt in groep 1-2. De pabo opsplitsen hoeft voor hem niet. “Ik denk dat het belangrijk is dat iedereen alles een keertje gedaan heeft.” Studiegenoot Pim Poos deelt die opvatting. “Nu kun je ervaren waar je voorkeur ligt en misschien word je wel verrast in de onderbouw. Ik loop nu stage in groep drie. Nou, ik denk dat ik na deze stage alles aankan”, grinnikt hij.
Binnenboord
Vanachter zijn bureau in Utrecht-Noordoost wijst Marnix-manager Michiel Heijnen op de consequenties voor de bevoegdheid. “Als je de pabo zou gaan opsplitsen, dan versnipper je de routes naar het leraarschap nog meer. Door de bevoegdheid op te knippen in een bevoegdheid voor het jonge of oude kind, wordt dat perspectief veel smaller.”
De Zwolse opleidingsdirecteur Schaap ziet het aandeel mannelijke studenten bij zijn instelling al een paar jaar toenemen naar ongeveer een derde. Studenten die dat aangeven kunnen hun stage bij de kleuters beperken tot tien dagen. “Daarmee kunnen we sommige studenten beter binnenboord houden. Maar of je nou de stageroute voor het jongere of oudere kind kiest, je wordt gewoon opgeleid voor een brede bevoegdheid.”
Met de vrije ruimte die minoren bieden binnen het curriculum kunnen studenten eigen accenten leggen in de opleiding. “Ik denk ook dat er binnen het huidige programma genoeg ruimte is om je te specialiseren in het jonge of oude kind”, vindt Fontys-manager Waleson.
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
Met flexibilisering hebben pabo’s al stappen gezet. Toch valt nog wel wat te winnen om de opleiding aantrekkelijker te maken en beter te laten aansluiten op de beroepspraktijk. Waleson: “We hebben niet alleen de opdracht om studenten binnen te halen, maar vooral ook om ze vast te houden. De uitval na de propedeuse is wat mij betreft nog echt te groot. Ik ben ervan overtuigd dat het overvolle curriculum met veertien vakken veel te omvangrijk is om dat in vier jaar te kunnen doen.”
Contract
Meer instroom is een mooie opsteker, maar het gaat ook om het vervolg: dat studenten de opleiding afmaken. En dat ze met voldoende bagage als beginnende leerkracht die eerste veeleisende jaren voor de klas sterk in hun schoenen staan. Het schreeuwende lerarentekort zet ook de begeleiding van starters op scholen onder druk. Met regionale samenwerking proberen opleidingen en scholen te kijken hoe ze meer samen kunnen optrekken om starters te ondersteunen.
“De pabo’s leveren startbekwame leerkrachten af en er zijn vast nog honderd verbeterpunten te verzinnen”, zegt LOBO-voorzitter Van Weegen. “Maar uiteindelijk is het minstens zo belangrijk hoe starters ondersteund worden als ze in de praktijk aan de slag gaan. Zodat ze de kans krijgen om door te groeien naar vakbekwaam. Als je startende leerkrachten te vroeg te veel verantwoordelijkheid geeft, dan loop je het risico dat het onderwijs ook weer snel verlaten.”
Uiteindelijk is het minstens zo belangrijk hoe starters ondersteund worden als ze in de praktijk aan de slag gaan
De grote vraag naar de nieuwe lichting leraren manifesteert zich al tijdens de studiejaren op de pabo. Veel studenten hebben praktisch een contract op zak voor ze afstuderen. Sommige studenten zetten hun studie tijdelijk op een lager pitje om hun school uit de brand te helpen.
“Met een stijging van het aantal studenten dat zich bij de pabo’s inschrijft zijn we er nog niet”, aldus opleidingsdirecteur Schaap. “Ik zie meer studenten die tussentijds vastlopen en extra tijd nodig hebben. Studenten hebben het best lastig in deze tijd, er wordt veel van ze gevraagd. En er wordt heel erg getrokken aan onze studenten door werkgevers. Studenten zijn loyaal aan hun opleidingsschool en lopen zichzelf nog wel eens voorbij. Ze willen helpen bij het lerarentekort, maar daardoor komt de voortgang van hun studie wel eens onder druk te staan. Ik zie op mijn pabo het aantal langstudeerders toenemen."
Daarom maakte hij zich ook grote zorgen over de langstudeerboete, die na massale protest alsnog van de baan lijkt. De Eerste Kamer moet er nog over stemmen. "Vooral voor kwetsbare studenten zou dit een rem worden.”