Alle

Overheidsingrijpen zet onderwijssalaris steeds op achterstand

Dertig keer zette de overheid in twintig jaar tijd het mes in de salarissen bij onderwijs en overheid. Dat levert een salarisachterstand op van 18 procent op de markt, blijkt uit een rapport van het ministerie van Binnenlandse Zaken. "Het rapport legt de grote salarisroof pijnlijk bloot", zegt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

geld

Beeld: Typetank

Twintig jaar geleden werd het referentiemodel ingevoerd, een manier om de salarissen van onderwijs en overheid gelijke tred te laten houden met de loonstijging bij bedrijven. Het leek een mooie gedachte: het Centraal Planbureau (CPB) houdt de loonontwikkeling in de gaten, de overheid betaalt het gemiddelde daarvan één op één door aan gemeenten, politie en schoolbesturen. Met één maar. Er is een ‘beleidsknop’. Daar kan de overheid op drukken als ze geld tekortkomt of vindt dat de loonstijging in de markt niet bij te benen is.

Korten

Die rode stopknop gebruiken kabinetten van alle kleur de afgelopen twintig jaar maar al te graag. Dat laat het in de zomer verschenen rapport Evaluatie referentiemodel goed zien. Elf maal is er gekort door de loonontwikkeling in de markt niet te volgen. Negentien maal door het schrappen van de incidentele loonstijging, compensatie voor bonussen, extra periodieken of schaarste in de markt. Het resultaat is dat de lonen in onderwijs en overheid 18 procent zijn achtergebleven bij de markt. In die twintig jaar gaat het om 7 miljard euro voor beide sectoren samen. Van het onderwijs is bekend dat de nullijn in de jaren 2010 tot en met 2014 een extra achterstand van 1,5 miljard euro betekende.
Het CPB ziet niet zo veel in kortingen, omdat een te grote kloof met het bedrijfsleven uiteindelijk toch moet worden gecompenseerd, willen overheid en onderwijs voldoende en goed personeel binnenhalen. Zo’n inhaalslag gebeurde vier maal, maar heeft de achterstand nooit helemaal goedgemaakt. Het CPB vindt dat het korten op de lonen bovendien te gemakkelijk is, waardoor de overheid niet tot structurele oplossingen voor begrotingsproblemen kiest.

Voorzichtig

Daarnaast zijn er meer neveneffecten. Door de grilligheid van de overheidsingrijpen zijn werkgevers, zoals schoolbesturen, uiterst voorzichtig met hun salarisuitgaven. Zij potten in de goede tijden geld op, omdat ze vrezen in slechte tijden tekort te komen. Dat verkleint de ruimte om de lonen te verhogen nog meer.

AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen: "Laten we het maar rustig de grote loonroof noemen. Het idee is natuurlijk dat die achterstand wordt ingelopen, maar dat gebeurt dus nooit helemaal."

"Laten we het maar rustig de grote loonroof noemen", zegt AOb-voorzitter Verheggen. "Het idee is natuurlijk dat die achterstand wordt ingelopen, maar dat gebeurt dus nooit helemaal." En zulke herstelperiodes worden meteen weer teniet gedaan: na het miljard van het Convenant Leerkracht in 2008 volgde tussen 2010 tot en met 2014 de nullijn met kortingen van anderhalf miljard, waar de AOb zich toen voortdurend tegen heeft verzet.

Verheggen verbaast zich over de toon in het rapport. "Het is heel vreemd dat het rapport van Binnenlandse Zaken zegt dat het gebruiken van de rode knop nadelig is voor de werkgevers. Omdat ze dan zo veel moeite hebben om te onderhandelen met de bonden. Belachelijk, dat de overheid zo praat over de lonen bij onderwijs en overheid. Want het zijn de leraren, agenten en ambtenaren die koopkracht inleveren. De mensen die de publieke diensten leveren. Daar zou Binnenlandse Zaken zich druk over moeten maken, dat de loonachterstand er voor zorgt dat werken voor de overheid onaantrekkelijk wordt gemaakt."

Functioneren

Nog vreemder vindt zij dat de eindconclusie van de evaluatie is dat het model relatief goed functioneert. "Absoluut niet, zou ik zeggen. Als AOb hebben we keer op keer gezegd dat het systeem moet worden aangepast, maar omdat het allemaal een vrij technisch verhaal is, lijken politici daar niet mee aan de slag te willen. Ze vinden die knop wel makkelijk. Zit het economisch tegen, dan hup, korten ze op de salarissen."

Wat wij willen, is dat het onderwijs net als de zorg, de ontwikkelingen van de salarissen in de markt, altijd één op één volgen. Precies zoals het referentiemodel volgens ons oorspronkelijk bedoeld was.

Die neiging is bij alle regeringspartijen te vinden, signaleert Verheggen. "Van links tot rechts, alle partijen hebben het gedaan als ze in de regering zaten of de coalitie steunden. Zij hebben boter op hun hoofd, en het is de vraag of ze hun leven willen beteren. Wat wij willen, is dat het onderwijs net als de zorg, de ontwikkelingen van de salarissen in de markt, altijd één op één volgen. Precies zoals het referentiemodel volgens ons oorspronkelijk bedoeld was."

Overheidsingrijpen salarissen 1996-2016

Incidentele loonontwikkeling 20 jaar 19 maal gekort
Contractloonstijging 20 jaar 11 maal gekort
4 maal verhoogd
Resultaat lonen onderwijs en overheid na
20 jaar
Loonontwikkeling onderwijs en overheid -18 procent ten opzichte van de markt

Loonbijstelling 7 miljard lager dan markt voor overheid en onderwijs

Bron: Rapport Evaluatie referentiemodel, Binnenlandse Zaken (juli 2017)