Alle

Optimisme is valkuil bij wia

De wia-uitkering is zo’n regeling waar je het liefst ver vandaan blijft. Maar als het dan toch moet, dan maar beter zo goed mogelijk. AOb-vrijwilligers bieden jaarlijks meer dan honderd leden een helpende hand. Geertje Broekstra is één van hen.

Tekst Ad Moerman - redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

geertje-broekstra-onderwijsblad

Beeld: Jan Anninga

Je stond voor de klas?

“Ik werkte in het voortgezet en in het basisonderwijs. Alleen dat staan ging op enig moment niet meer. Door deze en andere bewegingsbeperkingen kwam ik op 33-jarige leeftijd volledig in de toenmalige wao. Niet leuk, maar dat heeft me uiteindelijk wel gebracht bij wat ik nu doe als vrijwilliger: mensen begeleiden in dat ingewikkelde traject bij het UWV. Ik volg mijn passie, maar dan zonder dienstverband.”

Je werd door het UWV gepusht achter de geraniums vandaan te komen?

“Welnee joh. In die tijd keek men vooral naar wat je allemaal niet kunt. Gelukkig trof ik op het stadhuis een ambtenaar die tegen me zei: Afgekeurd is niet hetzelfde als afgedankt. Sindsdien doe ik naar vermogen allerlei vrijwilligerswerk. Vooral in het begin vaak te veel, zodat ik ’s avonds total loss was. Maar o zo leuk.”

Hoe kwam je bij de AOb?

“Begin deze eeuw vroeg de bond aan postactieve leden of we een Platform Uitkeringsgerechtigden wilden opzetten. Inmiddels hebben we landelijk vijftien wia-begeleiders en vier in opleiding. Ik coördineer de rayons oost en noord.”

Hoe gaan jullie te werk?

“Via consulenten of het Informatie en Advies Centrum komen langdurige zieke leden bij ons terecht. Daarnaast organiseren we in elk rayon twee keer per jaar spreekuren. Dan zitten we daar met een consulent en een vrijwilliger klaar. We hebben inmiddels een strak en goed werkend stappenplan. Onderdeel is dat we mensen begeleiden naar de gesprekken bij het UWV.”

Is dat nodig?

“Zekers. Het UWV attendeert in zijn uitnodigingsbrief langdurig zieken zelfs op de mogelijkheden die er bestaan om je te laten begeleiden. Vaak zijn aanvragers zelf niet in staat een goed beeld van zichzelf te schetsen. Niemand wil de wia in, is mijn ervaring. Daarom geven mensen vaak een te optimistisch beeld van hun eigen mogelijkheden. ‘Zonder jou was mijn echte verhaal bij die keuringsarts niet op tafel gekomen’, horen we vaak achteraf.”

Dat weet zo'n keuringsarts toch ook?

“Maar niet alle artsen zijn hetzelfde. De één vraagt wel door, de volgende loopt plichtmatig zijn protocol door. De één interpreteert wat ruimer dan de andere. Het blijft een theoretisch verhaal over opgelopen inkomenverlies en schade door beperking. Wij kennen de UWV spelregels en kunnen die vaak verduidelijken.”

Het is toch juist mooi dat het UWV meer kijkt naar de mogelijkheden die arbeidsongeschikten nog wel hebben?

“Natuurlijk zit daar een positieve kant aan. Maar ik denk wel dat het nu te ver is doorgeschoten naar de andere kant. Vooral bij de vele burn-outgevallen die wij zien voorbijkomen, zit de pedaalemmer echt hartstikke vol. Dan kun je aanstampen wat je wilt, maar meer kan er dan echt niet in.”

Wia-spreekuren

De AOb staat leden bij die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. In alle rayons worden een aantal keer per jaar spreekuren georganiseerd waar je naar toe kunt om jouw situatie te bespreken. Houd de agenda in de gaten. Wil je meer weten of in gesprek met een van de begeleiders zoals Geertje? Neem dan contact op via 0900 463 62 62 of info@aob.nl.