Op het Alfrinkcollege in Deurne gaat geen lestijd verloren
Op het Alfrinkcollege in Deurne hoeven docenten bij aanvang van de les niet eerst orde te scheppen. Het geheim? De aanpak is ‘duidelijk’ en ‘warm’ en maakt van gewenst gedrag een gewoonte.
Tekst
mandy pijl - redactie onderwijsblad
-
-
Minder dan een minuut om te lezen
Rob Niemantsverdriet
Voor een school die erom bekendstaat dat er in de gangen rust en orde heerst, gaat het er voor de start van zijn les niet helemaal vlekkeloos aan toe, beaamt docent maatschappijleer Sjors Nijnens van het Alfrinkcollege in Deurne. Normaal gesproken staan leerlingen rustig en twee aan twee in een rij op hem te wachten als hij nog niet in het lokaal is. Maar de school heeft het gloednieuwe gebouw nog maar net betrokken. En het is voor leerlingen wennen: hoe maak je een rij in een gang die niet, zoals in het oude gebouw, kaarsrecht is, maar een knik heeft? Dus is er onrust en laat Nijnens leerlingen die rij eerst opnieuw vormen, alvorens met de les te starten.
Zij zijn bij mij te gast en niet andersom. Daardoor hoef ik bij de start niet steeds te zeggen dat ze stil moeten zijn
Dat het voor een buitenstaander wat kinderachtig lijkt om van in dit geval vierdejaars mavo-scholieren te verlangen dat ze twee aan twee en in een rij op de docent wachten voordat ze naar binnengaan, wuift Nijnens weg. “Zij zijn bij mij te gast en niet andersom. Daardoor hoef ik bij de start niet steeds te zeggen dat ze stil moeten zijn. Ik zeg ‘Goedemorgen’ en zij maken de startopdracht die klaarstaat op het bord. Er gaat geen lestijd verloren, zoals op mijn vorige school waar ik de boel regelmatig moest stilleggen. Ze komen rustig binnen en beginnen.”
Zo’n vier jaar geleden ging het team van het Alfrinkcollege, een categorale mavo, op zoek naar manieren om het eigen onderwijs te verbeteren. Er kwam een samenwerking met het Expertisecentrum voor Effectief Leren dat verbonden is aan de Thomas More Hogeschool in Vlaanderen en dat wetenschappelijke inzichten naar de onderwijspraktijk vertaalt. Vanuit een deel van die inzichten kwam er in Deurne een nieuwe visie op onderwijs, die volgens teamleider Rianne Baggermans uitgesprokener is dan die van veel andere scholen. “We werken evidence informed. We doen wat de wetenschap zegt dat werkt en waarvan wij weten dat het voor onze leerlingen werkt. Zoals een lesaanpak die bij iedere docent hetzelfde is.”
Veel elementen zijn rechtstreeks afkomstig uit het model van expliciete directe instructie. Tijdens de eerste tien minuten van de les heeft de docent de rust om contact te maken met leerlingen en hen op weg te helpen met de startopdracht. Volgens Baggermans is het een eenvoudige manier om te starten vanuit de rust. “Daarna gaat de docent over tot de instructie, waarbij leerlingen samenwerken met hun schoudermaatje en soms wisbordjes gebruiken.”
Beeld: Rob Niemantsverdriet
Dankzij die wisbordjes kan de docent controleren of hij verder kan of dat hij moet vertragen omdat niet iedereen de instructie heeft begrepen. “Als een leerling niet kan meekomen, dan zijn er maatwerkuren waarvoor de leerling zich kan inschrijven. Ook docenten kunnen leerlingen daarvoor aanmelden, bijvoorbeeld als iemand ziek is geweest. Iedere leerling moet de kans krijgen om eruit te halen wat er voor hem in zit.”
Duidelijk en warm
Cruciaal is de pedagogische aanpak die Baggermans omschrijft als ‘duidelijk’ en ‘warm’. Een strikt telefoonbeleid is daar onderdeel van. “Je telefoon is thuis of in de kluis. De discussie daarover zijn we allang voorbij.”
Op het bord demonstreert Nijnens het schoolbrede digitale beloningssysteem waarin per klas is te zien hoeveel merits en demerits, plus- en minpunten, leerlingen hebben verdiend. Een minderheid staat in het rood, wat betekent dat zij demerits hebben.
We geven vooral merits om de nadruk te leggen op een positieve benadering
“We geven vooral merits om de nadruk te leggen op een positieve benadering”, vertelt Baggermans. “Daarmee laten we zien dat we blij zijn met de inzet van een leerling. In het begin van het schooljaar prijzen we die extra veel. Heeft een leerling zijn huiswerk gemaakt? Een merit. Houdt een leerling bij binnenkomst de deur open voor de docent? Ook een merit. Die merits kun je sparen om er een broodje uit de kantine, een boek of misschien wel een uitje van te kopen.”
Beeld: Rob Niemantsverdriet
Nijnens is blij met het systeem. “Op mijn vorige school hanteerde iedereen zijn eigen strafmaatregelen die daardoor lang niet zo effectief waren. Hier heb je geen discussie over wat bij de één wel mag en bij de ander niet. Iedereen heeft dezelfde regels en leerlingen nemen hun merits mee naar de volgende lessen.”
Is het niet flauw om omgangsvormen af te dwingen met een beloning? “Het is een duidelijke afspraak. We zeggen: Dit zijn onze normen en waarden”, legt teamleider Inge Hoeymans uit. “Om die duidelijk te hebben, zijn we in de brugklassen en aan het begin van een nieuw schooljaar extra gul met de merits. Maar gaandeweg krijgt een leerling echt niet meer voor elke keer dat hij zijn huiswerk heeft gemaakt een merit. Dat is het moment waarop dat gewenste gedrag een gewoonte is geworden. Ook in situaties buiten de school.”
Het is een duidelijke afspraak. We zeggen: Dit zijn onze normen en waarden
Wiskundedocent Bas Imandt herinnert zich dat dat voorheen soms wel anders was. Hij werkt al zo’n tien jaar op het Alfrinkcollege en kan zich de oude manier van werken nog goed voor de geest halen. “Het was ieder voor zich, terwijl we nu met elkaar duidelijke afspraken hebben over wat we van kinderen verwachten. En ze weten dat wij er met elkaar voor zorgen dat elk kind kan meekomen. Daardoor kunnen we nu effectiever lesgeven.”
De deuren staan open
Regelmatig krijgt het Alfrinkcollege bezoek van andere schoolteams. Sinds het Expertisecentrum de school tot een ‘officiële’ modelschool heeft benoemd, is het aantal bezoeken alleen maar toegenomen. Dat betekent niet dat de school zelf is uitontwikkeld.
Wiskundedocent Bas Imandt Beeld: Rob Niemantsverdriet
Grote uitdaging voor nu is de overgang naar het nieuwe gebouw, aldus Baggermans. “Die vraagt dat we teruggaan naar de basis. We kunnen van leerlingen wel verlangen dat ze stil over de gangen gaan, maar hoe doe je dat eigenlijk in dit nieuwe gebouw? Dat moet je ook oefenen. Mentoren uit leerjaar 1 nemen hun klas daarom regelmatig mee naar de aula om het teruglopen naar het lokaal te oefenen. Het proces van de nieuwbouw heeft inzichtelijk gemaakt hoe belangrijk die afspraken zijn. Gaan we er te makkelijk vanuit dat het goed gaat, dan gaat het niet goed."
Om dezelfde reden is er structurele scholing van het team. “Omhoog vliegen is goed. Maar soms moet je ook stilstaan en vertragen om met elkaar te bekijken of je nog goed bezig bent. Daarom moedigen we docenten aan om regelmatig bij elkaar binnen te lopen en mee te kijken. De deuren staan hier altijd letterlijk open.”
Verder lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle content van de website. Meer over alle voordelen vind je hier.