Ontwikkeltijd: 'Meer scholen lukt het'
Docenten moeten tijd hebben voor het ontwikkelen van lesprogramma’s. Over die ontwikkeltijd is een afspraak gemaakt in de cao-vo. Een lastige opdracht. Op het Over Betuwe College in Elst is een grote stap gezet.
“Om eerlijk te zijn, waren wij helemaal niet zo blij met deze cao-afspraak”, zegt directeur Charles Lohnstein van het Over Betuwe College in Elst. Aan de vergadertafel in zijn kantoor heeft hij vele uurtjes doorgebracht om de cao van 2018-2019 (die nu nog steeds loopt) uit te werken. In die cao is vastgelegd de werkdruk voor docenten te verlagen door tijd vrij te maken voor het ontwikkelen van lessen en toetsen. Vaak komen docenten niet toe aan het herzien van toetsen of het bijwerken van lesprogramma’s. Daarin moest de cao nu gaan voorzien. Voltijders zouden 30 uur minder les gaan geven en 20 uur uit hun takenpakket krijgen. In totaal 50 uur dus voor het bijwerken of verdiepen van hun vak. “Maar”, zegt Lohnstein, “dat moest dan wel allemaal budgetneutraal.”
Ik doe nog steeds veel in mijn vrije tijd, omdat ik het leuk en belangrijk vind, maar deze uren helpen
Een lastige opdracht waar veel scholen mee worstelden. Uit een peiling van de AOb onder bijna 3500 leden in april vorig jaar bleek dat nog geen 20 procent van de scholen het plan rond had. Ruim 10 procent gaf zelfs aan de maatregel helemaal niet uit te voeren. In Elst lukte het wel. Lohnstein: “Ook bij ons op school zien we dat docenten last hebben van werkdruk. We vinden het belangrijk om daarnaar te luisteren en samen oplossingen te zoeken.” Compacte toetsweken in plaats van gespreid toetsen, is één van de genomen maatregelen. En, zegt Lohnstein, ook deze cao-afspraak kan er aan bijdragen.
Na de pauze
Een werkgroep met docenten en management ging aan de slag met het bedenken van plannen. Hoe kon je bijvoorbeeld lesrooster-technisch 30 uren wegschrijven zonder nieuw personeel in te zetten? Bijna hadden docenten de opdracht teruggegeven aan de onderhandelaars omdat het onuitvoerbaar leek. Maar uiteindelijk kwam een ander voorstel op tafel: zes keer per jaar wordt sinds dit schooljaar een ontwikkelmiddag ingeroosterd. Op die dag geldt een verkort lesrooster van 45 naar 40 minuten en vervalt het zevende en achtste lesuur. Na de grote pauze is het aan de leraren zelf om hun tijd te pakken voor wat ze nodig vinden om aan te werken. Met deze zes ontwikkelmiddagen komt de school nog niet aan de 30 uur, maar samen met een lesvrije ontwikkeldag op een traditionele feestdag in Elst tijdens de paardenmarkt, schiet het al op. De resterende ontwikkeluren worden via het taakbeleid toegekend, waarvoor de school een deel van haar financiële reserve heeft ingezet.
Vertrouwen
Geschiedenisdocent John Arts zat in de werkgroep en is hartstikke blij met de ontwikkelmiddagen. Hij gebruikt ze om een nieuw lesprogramma voor zijn vak op te zetten. “Ik doe nog steeds veel in mijn vrije tijd, omdat ik het leuk en belangrijk vind, maar deze uren helpen.” Zijn collega’s geven aan dat het op deze middagen heerlijk stil is op school en ze zijn inderdaad in staat om achterstanden weg te werken. Eindelijk die toets herzien. Het stond al zolang op een te-doen-lijst.
Volgens de geschiedenisdocent is het allerbelangrijkste dat de school de docenten vrij laat op deze middagen. “Daar ben ik het management dankbaar voor.” Het geeft volgens hem vertrouwen. En als je vertrouwen krijgt, werkt dat twee kanten op: leraren voelen zich gezien en gesteund door de directie en zullen dat niet snel beschamen.
Dat vrijlaten van docenten was voor mij wel een puntje
Opluchting
Teamleider Menno van der Ree zucht eens diep. “Dat vrijlaten van de docenten was voor mij wel een puntje.” Best spannend vond hij het om te zien of ze zonder zijn inmenging aan de slag zouden gaan. “Natuurlijk lukte dat”, blikt Van der Ree terug. Een tikkeltje opluchting in zijn stem. Hij was maar wat blij toen hij op de eerste ontwikkelmiddag groepjes leraren enthousiast en geconcentreerd bij elkaar zag zitten. “Ik kreeg meteen terug van leraren dat ze eindelijk toegekomen waren aan dingen waarvoor ze anders geen tijd hadden.” Docenten die niet goed in de jaaragenda hadden gekeken en er pas op de dag zelf achter kwamen dat hun les verviel, baalden soms wel. Van der Ree: “Dat hoort er ook bij, we verwachten dat je de planning goed in de gaten houdt.”
Waar de directie een programma bedenkt voor de docenten, geeft het eerder druk dan verlichting
Uit de AOb-enquête bleek dat op veel scholen de directie het programma bepaalt voor de ontwikkelmiddagen. En dat is juist niet de afspraak. Of de oplossing wordt gevonden in het verkorten van lesuren door het hele jaar heen. Dat levert de docent niet minder werkdruk op, maar eerder meer: in minder tijd moet toch de hele module afgemaakt worden, aldus een reactie in de enquête.
Lesuur minder
“We zijn nu bijna een jaar na de enquête en gelukkig zijn veel scholen een stuk verder dan toen”, merkt AOb-bestuurder Henrik de Moel op. Veel scholen gebruiken het model à la Elst. Gehoopt had de bestuurder op een lesuur minder per week voor iedereen. “Dan zouden we echt een slag slaan als het gaat om werkdrukvermindering.” Dat is helaas niet gelukt. “We wisten dat het een lastige afspraak zou zijn omdat het budget-neutraal moest worden uitgevoerd.” Volgens hem hangt het slagen van deze maatregel af van in hoeverre de directie de docenten vrijlaat. “Daar waar de directie een programma bedenkt voor de docenten, geeft het eerder meer druk dan verlichting. Deze uren zijn er echt voor de docent.”
Dit schreef het Onderwijsblad in juni 2019 nog over de ontwikkeltijd: 'Cao-afspraak brengt lestaak amper omlaag'