PO

Ongelijke beloning frustreert ondersteuners voor de klas

De beloning voor ondersteuners die een leerkracht vervangen kent grote verschillen, blijkt uit een inventarisatie van het Onderwijsblad bij vijftien grote schoolbesturen in het primair onderwijs. Instellingen zijn lang niet altijd openhartig over de afspraken die ze gemaakt hebben.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad en Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 12 Minuten om te lezen

Ongelijkebeloningoopers hoofdbeeld

Rosa Snijders

Een ondersteuner die een leerkracht voor de klas vervangt, verdient waardering. Niet alleen met een bedankje, maar ook in de vorm van beloning. De cao stelt: bij tijdelijke vervanging hoort de werkgever vooraf met de onderwijsassistent of leraarondersteuner in gesprek te gaan om de voorwaarden vast te leggen. ‘Daarin maken zij een afspraak over een extra beloning en eventuele extra faciliteiten’.

En dat niet alleen, de werkgever moet met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ‘beleid’ opstellen voor de organisatie. Hoe ze dat invullen, is aan de instelling. Dat laatste punt is aan de cao voor het primair onderwijs nieuw toegevoegd in 2023. Het is vooral bedoeld voor langer durende vervanging, bijvoorbeeld bij een openstaande vacature of ziekte. Een noodgreep, maar eentje die door het lerarentekort op veel plekken onontkoombaar is.

Er zijn flinke verschillen tussen schoolbesturen in dat beloningsbeleid, blijkt uit een inventarisatie van het Onderwijsblad. De redactie klopte aan bij de vijftien grootste schoolbesturen in het basis- en speciaal onderwijs met een simpele vraag: heeft u dat beleid gemaakt en mogen we het zien? We namen er ruim de tijd voor om de antwoorden te verzamelen, van half december tot eind januari. Dat bleek ook wel nodig. Het duurt bij veel instellingen lang voordat er een reactie komt. Een deel van de onderwijsinstellingen is terughoudend en zit niet erg te wachten op vragen.

Drempel 

De Haagse Scholen is de enige instelling die het complete beleidsdocument toestuurt. Wel na de toezegging dat we het stuk niet integraal online zetten. Het document blijkt vastgesteld een paar maanden voordat de cao erom zou vragen. Dat komt bij meer instellingen voor: de cao-verplichting is een bestendiging van beleid dat er al was.

“Wij hebben in Den Haag een groot lerarentekort en zagen dat op scholen ondersteuners werden ingezet wanneer we een vacature voor leraar niet konden invullen”, vertelt HRM-adviseur Anne-Marie van der Zanden aan de telefoon. “We vonden dat er een extra beloning tegenover moest staan voor ondersteuners die zelfstandig de groep draaien.” 

Bij kortdurende, urgente vervanging, zoals een plotselinge ziektemelding, krijgen ondersteuners een tegemoetkoming van 14,50 euro per dag. Voor een langer durende vervanging geldt een toelage die oploopt tot 300 euro bruto per maand, naar rato. Daarvoor moet een ondersteuner dan wel minimaal twee maanden en twee dagen per week het werk uitvoeren. Waarom die drempel? “Naar ons idee kun je dan met recht zeggen dat iemand écht volledig meedraait in een klas, met alle taken die erbij horen.”

Uitgebreid is ook de schriftelijke reactie van Movare in Zuid-Limburg. Net als veel instellingen maakt Movare onderscheid tussen acute, incidentele vervanging - bijvoorbeeld bij een plotselinge ziekmelding door een leraar - en langer durende waarneming, zoals bij een onvervulde vacature, zwangerschap of langer ziekteverlof. En net als andere instellingen hanteert Movare een drempel: het recht op een toelage gaat pas in als een ondersteuner langer dan een maand de vervanging op zich neemt. “Een gratificatie bij niet-structurele en tijdelijke vervangingen en bij inzet voor een langere periode een toelage”, mailt bestuurssecretaris John Wevers. Concrete bedragen noemt de instelling niet.

Beeld: Rosa Snijders

Balans

Bij De Onderwijsspecialisten hebben ze afgesproken om “niet één op één beleidsdocumenten te delen”, mailt hoofd P&O Joris Kemperman. Wel wil hij een belafspraak maken om mondeling vragen te beantwoorden. De Onderwijsspecialisten is een organisatie voor speciaal onderwijs met dertig scholen in de Overbetuwe, Zuidwest-Veluwe en tot in de Achterhoek. In het speciaal onderwijs leunt een klas al meer op ondersteuners in allerlei functies. Leerlingen varen wel bij structuur en herkenbaarheid. Dan kan het een kleinere stap zijn om een vertrouwde oop’er te vragen voor het vervangen van een leraar. “Niet iedereen past zomaar bij elke groep. Scholen maken bij ons eerder gebruik van de eigen, interne medewerkers.”

Niet iedereen past zomaar bij elke groep. Scholen maken bij ons eerder gebruik van de eigen, interne medewerkers

Drie dagen of meer dezelfde leraar vervangen wordt beschouwd als meer structurele waarneming. “Wij vinden dat je als oop’er in dat geval minimaal volgens leraarschaal LB-trede 1 betaald moet worden, dat is een ondergrens voor ons.” In schaal 4 tot en met 6 krijgt een oop’er tot 450 euro per maand extra bij fulltime vervanging van een leraar. In schaal 7 en 8 is dat tot 300 euro. “Stel je zit laag in de ondersteunersschaal en je komt met 450 euro erbij niet op minimaal LB-1, dan dichten we dat. We vinden dat de beloning in verhouding tot de werkzaamheden moet staan. Het is een balans: we willen de extra inspanning belonen, maar ook niet dat het te scheef wordt ten opzichte van de leerkracht”, aldus Kemperman. Voor een acute, incidentele vervanging geldt er een andere regeling: 37,50 per dag.

Minst kwade

De Bredase stichting Inos stuurt aanvankelijk een kort mailtje met de uitgangspunten van het beloningsbeleid. “Dit betreft een intern document en zal ik niet delen”, mailt de directeur bedrijfvoering. Bij nabellen blijkt ze wel bereid om telefonisch een toelichting te geven. 

“Ons uitgangspunt is dat onderwijsassistenten alleen bij uitzondering in de rol van leerkracht worden ingezet en liefst zo kort mogelijk”, vertelt Anne-Will van Dijk. Tegelijkertijd vindt Inos dat ondersteuners wel een redelijke vergoeding verdienen voor de extra taken en verantwoordelijkheden. Voor ondersteuners die een leraar vervangen geldt dat het salaris twee schalen en twee tredes wordt opgehoogd voor die dag. “Elke dag inzet wordt beloond.” Het beleid vormt een “oplossingsrichting”, vertelt Van Dijk. “In de praktijk maken de 28 schoolleiders elke dag weer een afweging en inschatting: hoe vervullen we goed onderwijs voor de leerlingen? Elke situatie is anders. Daarbij moeten ze soms kiezen voor het minst kwade scenario.”

Valt een oop’er in bij een griepje, dan gaat het om incidentele opvang en kan er sprake zijn van een gratificatie

Ook Innovo, een scholengroep in Zuid- en Midden Limburg, had al beleid voordat de cao erom vroeg. Bestuursadviseur HR Mandy Douma: “Valt een oop’er in bij een griepje, dan gaat het om incidentele opvang en kan er sprake zijn van een gratificatie. Die gratificatie krijg je wel vaak pas als je de school in een jaar echt een aantal keren uit de brand hebt geholpen, dat gebeurt niet al na één dag. Als het langdurig is, krijgen deze medewerkers mits zij voldoen aan de relevante kwalificaties een waarnemingstoeslag, in dit geval een hogere schaal voor de tijd van de hogere functie.”

Douma ziet dat oop’ers zich enorm verantwoordelijk voelen. “Ze hebben hart voor de zaak. Alleen is het soms de vraag: is het beleving en betrokkenheid of zit er een discrepantie tussen wat wij vragen en wat ze zelf denken te moeten uitvoeren?”

AOb wil fatsoenlijke beloning voor oop’er 

AOb-voorzitter Thijs Roovers: “Natuurlijk willen wij dat er altijd een bevoegde leraar voor de klas staat, maar soms is het overmacht. We vinden het belangrijk dat oop’ers fatsoenlijk beloond worden als ze een leraar vervangen. En dan heb ik het niet zozeer over een losse dag bij plotselinge ziekte, maar echt over structurele vervangingen. We willen niet dat deze manier van vervangen een verdienmodel wordt. Ik ben heel blij met de poll die Mandy van Nispen heeft gehouden (zie hieronder in het hoofdverhaal). We zien dat het niet overal naar tevredenheid afgesproken is. Bestuurders moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Het kan wel, want we zien ook dat er besturen zijn die het wel goed geregeld hebben.”

Schokkend

Al langer klinken er klachten van ondersteuners dat ze zich onvoldoende gewaardeerd voelen. Een jaar geleden tekende het Onderwijsblad de ervaringen op van een leerkrachtondersteuner. Ze had geen ambitie om leraar te worden, maar werd toch regelmatig voor de groep gezet zonder passende compensatie. “Ik val met alle liefde in, maar ik vind dat als in de cao staat dat je er voor beloond moet worden, dat dat moet worden nagekomen”, zei ze.

Ondersteuner Mandy van Nispen verzamelde de ervaringen van collega’s via een peiling in twee Facebookgroepen die door bijna duizend collega’s werd ingevuld en een extra Teams-meeting. Ruim 20 procent van de oop’ers die meedeed aan de poll geeft aan dat er geen vergoeding is of beleid; 230 oop’ers gaven aan dat er wel een vergoeding is en dat hun schoolbestuur afspraken heeft gemaakt; 113 collega’s zijn niet op de hoogte van een vergoeding of beleid. “We zien grote verschillen”, aldus Van Nispen. “Sommige mensen krijgen als leerkracht uitbetaald, anderen krijgen een hele kleine vergoeding.” Ze stoort zich aan de willekeur. “Het is toch super gek dat Marieke in Amsterdam wel in schaal 11 betaald krijgt als ze vervangt, maar dat Ronald in Utrecht blij moet zijn met een boekenbon aan het einde van het jaar terwijl hij structureel drie dagen voor de klas staat. Hoe is dat mogelijk? We hebben één onderwijs-cao, maar niet voor oop’ers. Het zou ondersteuners erg helpen als het in de cao wordt geregeld.”

Het zou ondersteuners erg helpen als het in de cao wordt geregeld

Van Nispen merkt ook dat collega-oop’ers erg op hun tellen passen. “Het komt doordat ze eerdere ervaringen hebben gehad waarbij ze het gesprek over dit onderwerp zijn aangegaan. Ik vond dat best schokkend, want ik word zelf ontzettend gewaardeerd door mijn collega’s en de stichting waar ik werk. Toch hoor en zie ik dat het ook anders kan zijn. We moeten zuinig zijn op het personeel, ook op oop’ers.”

De ongelijke beloning voor ondersteuners is bekend bij AOb-sectorbestuurder Anton Bodegraven. Schoolbesturen moeten beleid maken zodra een oop’er wordt gevraagd in te vallen voor een leraar, maar de invulling laat de cao open. “Wij zien nu een enorme variatie voorbijkomen. Sommige oop’ers krijgen niks tenzij de vervanging langer dan dertig dagen is. Of sommige besturen geven leraarsschaal LB-1, maar als je hoger in schaal 8 zit als oop’er dan verdien je meer. Anderen worden in tijd gecompenseerd of krijgen 8 euro per dag, zo zag ik onlangs ergens.”

Beeld: Rosa Snijders

Niet scheutig met informatie

Sommige onderwijsinstellingen die het Onderwijsblad benaderde, blijken niet erg scheutig met informatie. Omdat het beleid nog ‘moet worden geactualiseerd’, omdat vervanging door oop’ers nauwelijks aan de orde zou zijn, of omdat ze geen behoefte hebben aan publiciteit.

Botweg ‘nee’ verkoopt de Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden (SCOH) op ons verzoek. 'SCOH houdt de interne informatie graag voor zichzelf. Ik zal u dus geen aanvullende informatie verstrekken.'

“We zijn aan het inventariseren en beleid maken”, mailt communicatieadviseur Ingeborg van der Linden van Kentalis. Na een mailtje met aanvullende vragen schrijft ze dat de inzet van oop’ers ‘incidenteel’ voorkomt. “In overleg tussen leidinggevende en oop’er worden er dan afspraken gemaakt passend binnen de bestaande cao en afspraken over incidentele beloning”, aldus Van der Linden. “Ik kan me voorstellen dat er organisaties zijn waar dit onderwerp groter is dan bij ons. Wij hebben daarom ook geen belangstelling om verder mee te werken aan dit onderwerp.”

Wij hebben geen belangstelling om verder mee te werken aan dit onderwerp

Wat ook in de rondgang naar voren komt, is dat schoolbesturen beducht zijn voor een concurrentieslag met collega-instellingen. Ze hangen hun beloningsbeleid niet graag aan de grote klok omdat daarmee de onderlinge verschillen zichtbaar worden. In een aantal regio’s zoeken ze daarom naar onderlinge afstemming en samenwerking.

Zo ook in Rotterdam, blijkt uit een reactie die de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RKVO) na aandringen verstrekt. Het schoolbestuur werkt samen met andere grote schoolbesturen in de Maasstad sinds april aan een nieuw beloningsbeleid voor oop’ers. “Dit is een belangrijke stap om tot een consistente en eerlijke beloningsstructuur te komen”, mailt Roxanne Raynor, communicatieadviseur van RKVO. “Het beleid bevindt zich nog in de conceptfase en het moet per schoolbestuur aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden worden voorgelegd ter goedkeuring. RKVO kan daarom geen verdere details over het beleid delen.”

De Rotterdamse scholengroep BOOR bevestigt die lezing. Het streven is dat de nieuwe beloningsafspraken ingaan vanaf volgend schooljaar, mailt woordvoerder Remco Spaninx. Tot die tijd hanteert BOOR een tijdelijke regeling, die hij verder niet toelicht.

Concurrentie

Ook in het Haagse primair onderwijs trekken werkgevers nu meer samen op. Bij Lucas Onderwijs werken ze toe naar een toelage tot 300 euro per maand voor ondersteuners die minimaal twee maanden en twee dagen per week als leerkracht worden ingezet. Ze moeten dan ‘in de volle breedte de functie van leraar uitvoeren’, net als bij De Haagse Scholen.

“We zijn een publieke voorziening, en we hebben allemaal te maken met hetzelfde maatschappelijke vraagstuk. Het zou slecht zij als we elkaar hierin zouden beconcurreren”, licht Lucas-bestuursvoorzitter Ewald van Vliet telefonisch toe. Daarom wil hij - mits de medezeggenschap instemt - graag aansluiten bij de collega-instelling.

HRM-medewerkers van Haagse besturen overleggen elke zes weken met elkaar, beaamt Van der Zanden van De Haagse Scholen. “Ik werk hier al heel erg lang. Vroeger zagen onderwijsinstellingen elkaar veel meer als concurrenten en sprak je niet met elkaar. Dat is echt wel veranderd. We vissen allemaal in dezelfde vijver en dan kun je beter samen optrekken in plaats van de concurrentie met elkaar aan te gaan. Als iemand bij ons weggaat en naar Lucas overstapt denk ik: gelukkig blijft er iemand behouden voor het Haagse onderwijs.”

We vissen allemaal in dezelfde vijver en dan kun je beter samen optrekken in plaats van de concurrentie met elkaar aan te gaan

Maar regionale samenwerking maakt nog geen einde aan landelijke verschillen. Voor leerkrachten zijn de belangrijkste arbeidsvoorwaarden, waaronder het salaris, centraal geregeld in de cao. Maar voor ondersteuners die een leraar vervangen geldt dat niet. Waarom zou je voor hen niet meer centraal in de cao vastleggen, zoals ondersteuner Van Nispen graag zou zien?

Lucas-bestuursvoorzitter Van Vliet vindt er wel wat voor te zeggen. “We moeten willekeur proberen tegen te gaan dus ik zou het prima vinden om hierin meer te harmoniseren. Mits we wel rekening houden met de regionale verschillen die er zijn bij het lerarentekort. De G5 is het epicentrum van de problematiek en zelfs binnen Den Haag zijn er grote verschillen. Als we daarvoor oog blijven houden, ben ik wel voorstander van meer uniformiteit.”

Voor schoolbesturen die geheimzinnig doen over hun beloningsbeleid, heeft Van Vliet weinig begrip: “Persoonlijk vind ik dat merkwaardig. We worden allemaal betaald vanuit gemeenschapsgeld en daar hoort wat mij betreft bij dat je daar transparant over bent.”

Met medewerking van Joëlle Poortvliet