VO
MBO

Onderwijswedstrijden inspireren leerling en docent

Wie kan er het best sommen maken, schilderen of slakken ontleden? Tijdens onderwijswedstrijden krijgen leerlingen de kans om te laten zien wat ze in hun mars hebben. Dat is inspirerend voor henzelf, maar ook voor hun docenten in het beroeps- en voortgezet onderwijs. 

Tekst Véronique Kaptein - - 7 Minuten om te lezen

SR031224ROCleerlingen3

Tijdens deze kwalificatiewedstrijd Schilder krijgen mbo-studenten de opdracht om op het bovenste deel van een houten wand een molen te schilderen met het woord ‘Betuwe’ ernaast. Op het onderste gedeelte komt patroonbehang. Beeld: Stijn Rademaker

Mbo-student Ilse plaatst wat verfemmers onder haar werkbank en tilt een gereedschapskist op. Deze is gevuld met oorbeschermers, witte handschoenen en doekjes. Ze pakt haar statief en vouwt de pootjes uit. “Je gaat je best doen vandaag hè?”, zegt een van haar docenten. Ilse knikt lachend. 

Ilse Steenbeek is derdejaars student op de beroepsbegeleidende leerweg van ROC Rivor in samenwerking met Schildersvakopleiding, locatie Geldermalsen. Haar begeleider Teus van Toorn is enthousiast over Skills Heroes, de mbo-vakwedstrijd waaraan ze deelneemt. “Dit is niet voor iedereen weggelegd”, zegt hij. “Alleen bovengemiddelde studenten bieden we dit aan.” 

Dit is niet voor iedereen weggelegd

Van Toorn wijst naar een poster met de namen van winnaars van 2016 tot en met 2023: “Ik heb al heel wat kampioenen meegemaakt van ons als klein roc. Twee van de juryleden van deze kwalificatiewedstrijd heb ik ook begeleid naar hun kampioenschap.”

Tijdens deze kwalificatiewedstrijd Schilder in Geldermalsen krijgen studenten de opdracht om op het bovenste deel van een houten wand een molen te schilderen met het woord ‘Betuwe’ ernaast. Op het onderste gedeelte komt patroonbehang. In een leslokaal op de eerste etage van ROC Rivor krijgen ze de laatste tips voordat de wedstrijd begint. “Let op natheid”, geeft Johnny Serné hen mee. “En de letters van de Betuwe zitten vier centimeter van de kant af.” Serné heeft als wedstrijdschrijver deze opdracht bedacht. 

Ilse Steenbeek: “Dit is een leuke kans om andere technieken dan in het normale werkleven te doen.”

Hij gaat rond met een verfblik waaruit de studenten een briefje grabbelen met het nummer van de plek waar ze zo moeten gaan staan. Samen met hun begeleider nemen de schilders het instructieboek kort door. Met de opdracht in hun hoofd lopen ze de trap af richting hun werkplek.

“Dit is een leuke kans om andere technieken dan in het normale werkleven te doen”, vertelt Ilse achteraf. “Bijvoorbeeld tekeningen vergroten, behang plakken doe ik ook niet zo veel. Uitmeten of de precieze locatie van de tekeningen bepalen, doe ik eigenlijk ook nooit.” 

Het beste uit zichzelf halen

Sinds 2013 organiseert Worldskills Netherlands vakwedstrijden voor mbo-studenten die het beste uit zichzelf willen halen. Zo kunnen ze andere jongeren inspireren om voor beroepsonderwijs te kiezen. In totaal worden er ongeveer vijftig wedstrijden georganiseerd voor uiteenlopende beroepen zoals: autospuiten, fashion designer, interieuradviseur, patissier, kapper, tegelzetter, schilder en webdeveloper. Skills Heroes bestaat uit vier rondes: de voorronde op school, de kwalificatiewedstrijd, de nationale finale en de internationale finale. 

Tijdens de voorronde wordt de beste student van een mbo-instelling gekozen. Deze student is door naar de kwalificatiewedstrijd waar hij het opneemt tegen vakgenoten uit heel Nederland, zoals hier in Geldermalsen. De beste acht kandidaten gaan naar de nationale finale, op 20 en 21 maart in de RAI Amsterdam. De winnaar mag met voldoende punten door naar het Europese kampioenschap in Denemarken in september. 

De schilders in Geldermalsen zijn al verzekerd van een plek in de nationale finale, vanwege afmeldingen zijn er maar zeven deelnemers. Toch zijn de regels streng. Mobieltjes zijn verboden en met de deelnemers mag tijdens de wedstrijd geen woord worden gewisseld. 

Bovengemiddelde belangstelling

In het voortgezet onderwijs hebben docenten al in de jaren zestig een manier gevonden om leerlingen die goed zijn in een vak iets extra’s te bieden. Tijdens zogenoemde olympiades kunnen leerlingen met een bovengemiddelde belangstelling voor een vak hun kennis verder uitbreiden en verdiepen. 

Als er meer in een leerling zit, dan zie je dat bij olympiades soms naar boven komen

Op sommige scholen valt deelname aan een olympiade onder het plan van toetsing en afsluiting. Het dient daarbij als oefening voor het school- en centraal examen. Op een steeds groter aantal scholen zijn olympiades daarom een vast onderdeel van het schoolcurriculum. 

Olympiades worden georganiseerd voor wiskunde, natuurkunde, scheikunde, aardrijkskunde, biologie en informatica. Daarnaast zijn er twee wetenschapsolympiades: de European Olympiad of Experimental Science en de International Junior Science Olympiad. 

Docent biologie Marieke de Vetter op het Stedelijk Gymnasium in Breda is positief gestemd over olympiades. “Doordat leerlingen onderwerpen op een andere manier voorgeschoteld krijgen, zien ze hoe breed het vak is. Ze kunnen oefenen met nadenken.” 

De olympiades geven docenten plezier. “Het is leuker”, zegt haar collega olympiade-coördinator en docent natuurkunde Jacqueline Cremers. “Je kunt het gebruiken binnen je vak om leerlingen extra uitdaging te bieden. Als een docent het gevoel heeft dat er een leerling in de klas is waar niet zoveel uitkomt en dat er meer in zit, dan zie je dat bij olympiades soms naar boven komen.” De Vetter deelt deze mening: “Ik vind het heel leuk om leerlingen geconcentreerd met de biologie Olympiade bezig te zien. Ik vind het nog steeds het mooiste vak op school.” 

Logisch nadenken 

Het computerlokaal op de tweede verdieping van het Stedelijk vormt het decor voor de voorronde van de biologie Olympiade. Marieke de Vetter legt op iedere tafel een Binas neer en deelt kladpapier uit. De leerlingen van gymnasium-5 druppelen binnen: “Brr het is koud.” De Vetter instrueert dat tassen voorin het lokaal moeten staan. Rekenmachine en pen mogen de gymnasiasten bij zich houden. Als iedereen is ingelogd, gaat gefluister over in geklik van computermuizen. Leerling Alexander schrijft een formule uit op zijn kladblaadje, typt deze in zijn rekenmachine, gooit zijn pen neer en klikt een antwoord aan. Een klasgenootje tikt nadenkend met haar schoenpunt vier maal op de grond. 

In het lokaal ernaast is gymnasium-6 met dezelfde opgaven bezig. Een van hen is Arthur. “Ik heb me niet echt voorbereid voor de voorronde”, vertelt hij naderhand. “Veel staat in de Binas en verder is het gewoon logisch nadenken. Als het niet logisch zou zijn, zou het niet leven.” Op het voorblad van de olympiadetoets staat dat de honderd beste leerlingen door zijn naar de tweede ronde. De beste 10 procent ontvangt een oorkonde. Om hier kans op te maken moeten ze 39 meerkeuzevragen beantwoorden. Thema’s die voorbij komen zijn: muggen in de trein, CAR-T-cellen als immuuntherapie tegen kanker, vaatproblemen bij wielrenners, wolven op de Veluwe en bloeddrukverlagers.

Vorig jaar maakte Arthur deze voorrondetoets ook en kwam hij na de tweede ronde in de finale terecht: “Voor de tweede ronde krijg je een hele studiebundel over een specifiek onderwerp, dat was veel. Het ging over microbiologie, dat vond ik niet heel interessant, ik had hem alleen doorgelezen.” 

Daarna was de nationale finale in Wageningen. “We kregen een week les, waarbij allerlei biologieonderwerpen werden behandeld”, vertelt Arthur. “Na elke les moesten we een toets maken of practicum doen over wat we hadden geleerd. We moesten bijvoorbeeld een zeester ontleden en toen we terugkwamen in het lokaal een slak. Daarbij moesten we ook alle onderdelen aanwijzen.” Vier van de twintig finalisten met het hoogste puntenaantal op de toetsen mogen door naar de internationale finale. 

Passen en meten

Terug in Geldermalsen maakt de begeleider van Stef, student op het ROC van Twente, een foto van hem, lachend met een gele afplaktape rol in zijn hand. Wedstrijdschrijver Serné roept alle schilders bijeen voor de laatste aandachtspunten. Een toeter galmt door de zaal waarna applaus volgt. Met gespannen gezicht beginnen de schilders aan het egaal maken van de witte wand. Meetlat aan de rand bevestigen, de middelste en onderste plint schuren en schilderen. Vervolgens is het een kwestie van passen en meten. De afmetingen van een molentekening moeten 3x vergroot op de wand komen te staan. Ladder op, ladder af. Een jurylid, medewerker van een verfgroothandel, kijkt toe met zijn hand onder zijn kin. 

Docent Teus van Toorn is enthousiast over de vakwedstrijd Schilder van Skills Heroes. “Ik heb al heel wat kampioenen meegemaakt van ons als klein roc.”

Bij alle schilders verschijnt langzaamaan kleur op de wand. In sommige gevallen is het een verzameling van abstracte vlakken, in andere gevallen is de molen te herkennen. ‘We gaan pauze houden’, klinkt het door de speakers. Na de laatste verfstreek vallen de kwasten uit handen. De studenten lunchen beneden, hun begeleidend docenten boven. 

De begeleiders vinden het belangrijk dat schilders aan Skills Heroes mee kunnen blijven doen. “Deze wedstrijden zijn er vooral omdat we studenten een podium willen bieden omdat er decennialang al neerslachtig wordt gedaan over vakmanschap en techniek, want je moet naar de havo of het vwo gaan”, zegt Van Toorn. “We willen graag een tendens, een ommekeer hiervan. Deze vakwedstrijden helpen om de motivatie van studenten omhoog te krijgen.”

Decennialang wordt er al neerslachtig gedaan over vakmanschap en techniek

Voor Ilse zijn de wedstrijden een manier om te laten zien dat ze als schilder nog verder kan groeien. “Het is kwalitatief gezien een goede uitbreiding op mijn eigen skills”, zegt zij. “Je kunt de fijnere details van het vak leren, want in het schildersvak komen in grote bedrijven minder de fijne kneepjes aan bod. Het is mooi om dat te ontwikkelen daarnaast.”