Onderwijsraad: ‘Maak werk van zeggenschap van leraren’
De overheid moet stoppen ‘met ad hoc-vormen van lerarenbetrokkenheid’ en voor elk beleidsdossier vermelden hoe de zeggenschap van leraren geregeld is. Wachten op één beroepsorganisatie die namens alle leraren spreekt, is daarvoor niet nodig. Dat adviseert de Onderwijsraad in een rapport dat vandaag is verschenen.
Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Onderwijsraad zich gebogen over zeggenschap van leraren in het po, vo en mbo. ‘Zeggenschap van leraren lijkt iedereen belangrijk te vinden, maar is tegelijkertijd geen gegeven’, schrijft de raad in het advies ‘Een stevige stem’. Er bestaan grote verschillen tussen scholen: op de ene school heeft een leraar meer invloed dan op een andere. En op landelijk niveau lukt het al heel lang niet goed om leraren een stevige stem te geven.
De pogingen om tot één centrale beroepsorganisatie komen, mislukten tot nu toe. De beroepsgroep is divers en bestaat uit leraren van diverse sectoren en onderwijssoorten. De Onderwijsraad pleit er daarom voor om als overheid niet meer te wachten of aan te sturen op één beroepsorganisatie die namens ‘de leraar’ spreekt. De eerste stap naar meer zeggenschap is volgens de raad het versterken van de beroepsorganisaties die er al zijn, zoals de AOb.
De eerste stap naar meer zeggenschap is het versterken van de beroepsorganisaties die er al zijn
De overheid moet volgens de raad bovendien omstandigheden creëren waarin de betrokkenheid van leraren goed vorm kan krijgen. Voor leraren is het nu vaak onduidelijk wanneer en hoe zij een inhoudelijke bijdrage kunnen leveren en wat daarmee gebeurt. ‘Stop met ad hoc-vormen van lerarenbetrokkenheid en werk met een onderwijsbeleidsagenda, waarin per dossier duidelijk staat vermeld waartoe, wanneer en in welke vorm leraren betrokken worden', schrijft de raad. Zo’n agenda biedt structuur en kan de grilligheid van beleidsprocessen verminderen.’
Zeggenschap moet niet alleen gegeven worden, leraren moeten die ook benutten
Zeggenschap moet niet alleen gegeven worden, leraren moeten die ook benutten. Door actief deel te nemen aan besluitvorming op school- en landelijk niveau, zullen hun kennis en vakmanschap daarin beter doorklinken. Daarbij helpt het volgens de raad als leraren lid worden van een bovenschoolse beroepsorganisatie en (in teamverband) professionaliseren. Door zich te organiseren en hun stem te laten horen, kunnen leraren ook tegenwicht bieden aan beleid dat de werkdruk verhoogt.
Faciliteer leraren die actief willen zijn in een beroepsorganisatie door bijvoorbeeld het lidmaatschap te subsidiëren
Schoolleiders en bestuurders moeten zorgen voor een professionele cultuur waarin zeggenschap vanzelfsprekend is. Het wettelijk verplichte professioneel statuut is volgens de raad hiervoor een belangrijk instrument wat beter ingezet moet worden. Daarnaast moeten scholen volgens de raad afspraken maken over hoe leraren aan de landelijke besluitvorming kunnen bijdragen en hoe de opgedane inzichten een plek kunnen krijgen binnen de eigen school. Zij zouden leraren kunnen faciliteren die actief willen zijn in een beroepsorganisatie, bijvoorbeeld door het lidmaatschap van een vakbond te subsidiëren.
Samenspel
Zeggenschap van leraren komt volgens de raad dus tot stand in samenspel met overheid, schoolleiding en schoolbestuur en alle betrokkenen moeten daar meer werk van maken. “Het onderwijs staat voor grote problemen, zoals het aanhoudende lerarentekort, de dalende onderwijsprestaties in taal en rekenen en de kansenongelijkheid in het onderwijs”, zegt Louise Elffers, voorzitter van de Onderwijsraad. "Voor goed en uitvoerbaar onderwijsbeleid op al deze terreinen is zeggenschap van leraren essentieel. Hun kennis en ervaring is daarbij onmisbaar."
No brainer
“Terecht dat de Onderwijsraad adviseert om de leraar steviger te positioneren als het om zeggenschap gaat", zegt AOb-voorzitter Thijs Roovers. "Het is voor de AOb een no brainer dat goed onderwijs niet kan zonder actief betrokken leraren. Er wordt veel gezegd en geschreven over leraren, maar de enigen die weten wat het vak echt inhoudt, zijn de leraren zelf. En dat staat met het beroepsbeeld sinds dit voorjaar eindelijk op papier.”
Het beroepsbeeld, waarin leraren zelf beschrijven wat hun vak inhoudt, noemt de Onderwijsraad als een goed voorbeeld om de positie van leraren te verstevigen. Roovers: “Leraren pleiten ervoor dat de kern van het vak – het lesgeven - weer centraal komt te staan. Zeggenschap en regie zijn daarbij cruciaal.”
De roep om duidelijke afspraken klinkt al langer. De autonomie van de leraar staat flink onder druk, blijkt uit onderzoek van het Onderwijsblad van vorig jaar. De meeste leraren die deelnamen, gaven aan onvoldoende vrijheid te ervaren. Knellende roosters, onnodig veel administratie, opgelegde onderwijsvernieuwing en irrelevante studiedagen waren terugkerende elementen die de autonomie beknotten. Jurist Job Buiting pleit in zijn proefschrift voor duidelijke kaders, waarbij hij het Beroepsbeeld als eerste stap ziet. “Anders kan de leraar zijn autonomie steeds verder kwijtraken, wat het vak onaantrekkelijker maakt."
Samen bereiken we meer! Sluit je aan bij de AOb