Onderwijspersoneel krijgt vaker vast contract aan hogeschool
In het hbo is het aantal tijdelijke contracten onder docenten flink afgenomen. Ook het ondersteunend personeel heeft weer iets vaker een vaste baan. Door een fout in de cijfers was dit aanvankelijk niet zichtbaar.
Het viel niet meteen op. Bij de Vereniging Hogescholen staat op de website hoeveel medewerkers in het hbo een tijdelijke aanstelling hebben en hoeveel er in vaste dienst zijn. Het jaar 2023 verschilde niet zoveel van 2022. Maar dat bleek een verkeerd beeld. Bij één van de grootste hogescholen, Avans, klopten de cijfers niet. Daar leken opeens alle medewerkers in tijdelijke dienst. Nu is dat gecorrigeerd en is een flinke verandering zichtbaar.
Het scheelt nogal waar je werkt
Vorig jaar had 18 procent van de hbo-docenten een tijdelijke aanstelling, nu is dat 14 procent. Bij het ondersteunend personeel ging het van 17 naar 16 procent. Het scheelt nogal waar je werkt. Van de grote hbo-instellingen heeft vooral de Hogeschool van Amsterdam weinig tijdelijke contracten: 11 procent. Bij Avans en Windesheim is dat 20 procent. Bij het ondersteunend personeel van de HvA is dit percentage ook het laagst: 12 procent heeft een tijdelijk contract. Bij de Hogeschool Leiden is dit 21 procent en bij Avans 23 procent.
Cao-afspraken
In de cao waren afspraken gemaakt over de daling van het percentage tijdelijke contracten. Die kwamen erop neer dat het gebruik van flexibele contracten beter onderbouwd moest worden. Voor structureel werk moesten mensen een vaste aanstelling krijgen. AOb-bestuurder Douwe van der Zweep zegt dat deze trend naar meer vaste contracten positief lijkt, maar dat hogescholen uitgaan van krimp. "Dat speelt zeker mee. Ook door het uitlopen van de NPO-gelden (Nationaal Programma Onderwijs) zien we dat veel tijdelijke contracten niet worden verlengd. Uiteraard worden er ook tijdelijke contracten omgezet naar vaste contracten, maar de snelle daling van de flexibele schil komt vooral door het niet verlengen van deze contracten."