Alle

Onderwijsondersteuners op de eerste rang

Onderwijsondersteuners (oop) krijgen niet de waardering die ze verdienen. Dat gaat veranderen, want de 29-jarige Rosalinde Stins is toegetreden tot het vergrijsde bestuur van de AOb-groep oop. Ze komt de boel opschudden.

Tekst Ad Moerman - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

rosalindestins2

Beeld: Rob Niemantsverdriet

Klinkt goed!

“Jazeker. Met veel plezier en inzet wil ik de positie en waardering van onderwijsondersteuners op een hoger plan helpen te brengen.”

En wie ben jij?

“Ik werk alweer zes jaar als ondersteuner op mbs de Fontein in Lelystad. Daarnaast ben ik (nu nog een onbevoegde) juf in de bovenbouw op Onze Toekomst in Amsterdam, een particuliere school. Verder ben ik sinds kort een dag in de week AOb-consulent in rayon Oost en sinds een jaar dus ook nog bestuurslid van de groep oop.”

Mbs?

“De Maharishi Basisschool. We mediteren twee keer per dag en zijn verder een gewone basisschool. Ooit wilde ik hier uit nieuwsgierigheid stage lopen. Later kreeg ik een baan. Lelystad heeft al dertig jaar een ‘meditatie-wijkje’ waar zo’n vierhonderd mensen wonen en werken, het zogeheten Sidhadorp.”

Je lijkt me een manusje van alles.

“Van vele markten thuis. Dat maakt mijn leven interessant.

Hoe ben je bij de AOb terechtgekomen?

“Ik erger me mateloos aan het feit dat oop’ers altijd op de tweede rang zitten. Uit onvrede meldde ik me bij de Groene Golf, de jonge docentengroep van de AOb. Leuke gesprekken, maar uiteindelijk mocht ik er niet bij: ik ben nog geen bevoegd onderwijsgevende. Bij de groep oop bleek ik wel welkom."

Hoe ging de kennismaking?

“Ik dacht dat ik op een soort sollicitatiegesprek ging, maar de eerste keer schoof ik meteen aan bij hun vergadering. Drie mannen van de leeftijd van mijn vader met een houding van ‘als het vandaag niet lukt, dan misschien morgen wel’. Ik voelde me wel meteen welkom, misschien dat het mij lukt er meer vaart in te brengen. Ik heb inmiddels al een vijfde bestuurslid gevonden. Jonger dan die mannen en iets ouder dan ik, maar ook een vrouw werkzaam in het basisonderwijs.”

Wat is het grootste probleem onder ondersteuners?

“Al die urencontracten, halve baantjes en het feit dat je vrij regelmatig toch voor de klas staat om bijvoorbeeld ziekteverzuim op te vangen. We doen echt veel meer dan onze functie groot is. Maar het bijpassende salaris krijgen we nooit. Sowieso zijn de carrièremogelijkheden gering op scholen. Terwijl ik als onbevoegde natuurlijk ook best taal- of rekencoördinator zou kunnen zijn.”

Wat gaan de oop’ers in het land van jou merken?

“Ik ga oop-cafe’s organiseren. Zodat deze eenlingen op school onderling ervaringen kunnen uitwisselen. We moeten ook eens onderzoeken of dit via sociale media kan. Zodat wij ook wat eerder en vaker horen wat er leeft onder de achterban.”

En de AOb?

“Ik ga nu ook naar vergaderingen van de sectorraad po. Daar wordt de inzet bepaald van de AOb voor cao-onderhandelingen. Het geluid van ‘mijn soort’ zal ik daar sterker laten horen.”