‘Onderwijskwaliteit sterk gedaald in coronatijd’
Leraren slagen er door corona niet in om hun gebruikelijke onderwijskwaliteit te leveren. Een van de gevolgen daarvan is dat leerlingen vaak niet goed zijn voorbereid op het eindexamen. Dat blijkt uit een AOb-enquête die door bijna achtduizend leden is ingevuld.
Kunnen leraren dezelfde onderwijskwaliteit bieden als voor de uitbraak van corona? Dat was de centrale vraag in de AOb-enquête, die door bijna achtduizend leden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs is ingevuld.
De uitslag van de enquête schetst een niet onverwacht, maar toch nog onthutsend beeld. De helft van alle leraren in alle sectoren vindt dat de kwaliteit van het onderwijs nu slechter is dan voor corona. Het voortgezet onderwijs blijkt het hardste getroffen te zijn: volgens driekwart van de leraren is de onderwijskwaliteit daar slechter. Zo’n 45 procent van de leraren geeft zelfs aan dat het op dit moment niet lukt om leerlingen goed voor te bereiden op het eindexamen.
Deze enquête laat zien waar we al bang voor waren
“Deze enquête laat zien waar we al bang voor waren”, zegt dagelijks bestuurder Henrik de Moel van de AOb. “Door de komst van covid-19 is het onderwijs nog meer onder druk komen te staan. Eerst werden de scholen helemaal gesloten, er vallen nu nog steeds lessen uit omdat kinderen of collega’s thuis moeten blijven door besmettingen of quarantaine. Bij hoog oplopende besmettingen gaan zelfs hele klassen naar huis of scholen dicht. Dat wreekt zich in de onderwijskwaliteit. Het onderwijs heeft domweg meer mensen en middelen nodig om op niveau te blijven.”
Leerlingen scoren over de hele breedte van het onderwijs slechter dan vorige jaren, zo vinden de ondervraagden. In het basisonderwijs scoort zo’n 40 procent van de leerlingen slechter dan vorige jaren, in het voortgezet onderwijs zelfs 65 procent. In het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs is dit zo’n 30 procent. Verder wordt het niveau van brugklasleerlingen door de helft van de leraren lager ingeschat, zowel in het vo als in het vso.
Aandacht
Voor de dagelijkse gang van zaken in de klas heeft corona grote gevolgen – die ongetwijfeld debet zijn aan het teruglopen van de onderwijskwaliteit. Een derde van de leraren in het basisonderwijs en driekwart van de leraren in het voortgezet onderwijs geeft aan minder individuele aandacht te kunnen schenken aan leerlingen. Over alle sectoren zien 30 tot 40 procent van de leraren dat leerlingen achterstanden hebben opgelopen.
Verder is de werkdruk voor de leraren enorm toegenomen. Ruim 90 procent van de leraren in het voortgezet onderwijs geeft aan dat de werkdruk hoger is dan normaal, in het basis-, (voortgezet) speciaal en praktijkonderwijs ervaart driekwart van de leraren een hogere werkdruk.
Schoolleiding
In het voortgezet (speciaal) onderwijs bemoeit de schoolleiding zich meer met de becijfering van leerlingen, geeft 20 procent van de leraren aan. Verder ervaren veel leraren druk van de schoolleiding om op school te komen werken – ook als ze in een risicogroep vallen of een partner hebben die in een risicogroep valt. “Ik schrik van het feit dat veel collega’s toch onder druk worden gezet om naar school te komen, terwijl zij zelf of hun partner onder de risicogroep valt”, zegt De Moel. “Dat zou echt niet mogen gebeuren.”
AOb: 'Het onderwijspersoneel moet echt beter beschermd worden'
De AOb schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het onderwijspersoneel beter beschermd moet worden. ‘Mensen in het onderwijs die in een risicogroep vallen, zijn extra kwetsbaar. De AOb vindt dat deze groep beter beschermd moet worden en niet door de werkgever onder druk gezet kan worden op school te komen lesgeven. De AOb vindt dat moet worden onderzocht of de Onderwijsinspectie een rol kan spelen bij naleving en handhaving van de richtlijnen.’
Examenkandidaten
Verder roept de AOb het kabinet op om extra aandacht te besteden aan de examenkandidaten van dit schooljaar. ‘De onderwijskwaliteit staat over de hele linie onder druk, maar voor examenleerlingen kan dit bepalend zijn voor de rest van hun schoolcarrière.’ Help deze groep leerlingen door ‘uitbreiding van de formatie, extra bijlessen (bij voorkeur op school), extra ondersteuning in de klas en het zoveel mogelijk voorkomen van lesuitval.’
De AOb roept ook op om de lesuitval te blijven registreren. En de Onderwijsinspectie moet in deze tijden niet stoppen met het beoordelen van de kwaliteit van onderwijs. ‘Juist in deze tijd is het belangrijk te weten wat er op scholen gebeurt.’ De inspectie zou zich wel moeten onthouden van een hard oordeel.