Alle

Onderwijsinspectie: ‘Grijp coronacrisis aan voor ommekeer'

Het lukt scholen minder goed om alle leerlingen de basisvaardigheden mee te geven en de kansenongelijkheid neemt toe. Hiervoor waarschuwde de Onderwijsinspectie al eerder, maar de druk neemt toe door de coronacrisis. De inspectie pleit voor een duurzame verbetering van het onderwijs. AOb-voorzitter Tamar van Gelder sluit zich aan bij die oproep. "Te beginnen bij het aanpakken van het lerarentekort, het lage salaris en de hoge werkdruk.”

Tekst Karen Hagen -Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

staat-van-het-onderwijs

Beeld: Onderwijsinspectie

De Onderwijsinspectie doet de dringende oproep voor verbetering in het jaarlijkse rapport ‘De Staat van het Onderwijs 2021’ waarin de balans wordt opgemaakt over het hele onderwijs. ‘We hebben nu de kans om een ommekeer te bewerkstelligen', schrijft inspecteur-generaal Alida Oppers in het rapport.

Die balans wijst de verkeerde kant op. Zo kregen leerlingen die al problemen hadden het tijdens de coronacrisis nog moeilijker. Zij behaalden minder leergroei en hadden meer moeite om mee te komen. De basisvaardigheden bij leerlingen, zoals rekenen, wiskunde, lezen en schrijven staan onder druk. Zo haalt 73 procent van de leerlingen in groep 8 het basisniveau 1F voor schrijven. In de wet staat dat dit haalbaar moet zijn voor 85 procent van de leerlingen. Ook vindt de inspectie dat te weinig leerlingen het hogere streefniveau rekenen behalen: een derde in plaats van de beoogde 65 procent.

De inspectie ziet ook hiaten bij vijftienjarigen in het voortgezet onderwijs: een kwart kan niet meer lezen op basisniveau. ‘Als zoveel leerlingen zelfs niet het fundamentele niveau beheersen dan is dit alarmerend.’ In het vo haalden alle leerlingen op alle niveaus in 2020 van vmbo tot vwo slechtere scores bij rekenen. De scholensluiting is daarvan een oorzaak, vermoedt de inspectie.

Ongelijke kansen

Van de crisis hadden vooral kinderen van ouders last die lager opgeleid zijn of een lager inkomen hebben. Juist deze groep ging meer achterlopen. De inspectie ziet een duidelijk verschil met leerlingen die ouders hebben met hogere inkomens. Ook migratie-achtergrond speelt mee, zij het minder dan inkomen en opleiding van ouders. De inspectie ziet wel dat juist deze groep leerlingen de dupe is van het afschaffen van de eindtoets.

Zo’n 14 duizend leerlingen liepen een hoger schooladvies mis, doordat alleen het advies van de docenten meetelde. Het afstandsonderwijs hielp ook niet mee, doordat niet elk kind een laptop thuis had liggen en andere zaken die het leren thuis moeilijker maakten.

Zware wissel

“De inspectie constateert wat ook wij – helaas – in de praktijk zien: dat corona een zware wissel trekt op het onderwijs”, zegt Tamar van Gelder, voorzitter van de AOb. “De achterstanden van leerlingen nemen toe, vooral onder leerlingen die toch al in een achterstandssituatie zitten. Daardoor stijgt de kansenongelijkheid.”

De inspectie constateert wat ook wij – helaas – in de praktijk zien: dat corona een zware wissel trekt op het onderwijs

Net als de inspectie ziet Van Gelder dat de banen van leraren zwaarder zijn geworden. “De afstandslessen vragen meer voorbereiding dan reguliere lessen, die voorbereiding gebeurt nu veel in eigen tijd. Werk en privé lopen dwars door elkaar heen. Leraren doen hun uiterste best om hun onderwijs zoveel mogelijk overeind te houden. En deze problemen komen nog bovenop de problemen die al vóór corona bestonden, zoals het lerarentekort.”

Renovatie

In het rapport pleit de inspectie voor een renovatie. Inspecteur-generaal Oppers vindt dat we de huidige crisis moeten aangrijpen om zaken grondig aan te pakken. ‘Als de ambitie van de grootschalige reparatie (de 8,5 miljard euro uit het Nationaal Programma Onderwijs) is om het onderwijs terug te brengen tot de toestand van voor 2020 dan zijn te veel leerlingen daar niet mee geholpen.’

Als de ambitie van de grootschalige reparatie is om het onderwijs terug te brengen tot de toestand van voor 2020 dan zijn te veel leerlingen daar niet mee geholpen

Keuzes

Om het onderwijs te verbeteren en alle leerlingen mee te nemen is focus nodig. ‘Durf te kiezen’, schrijft Oppers. De overheid moet zorgen dat de richting duidelijk is en de randvoorwaarden -zoals voldoende gekwalificeerd personeel- op orde zijn. ‘Goed onderwijs staat of valt met voldoende goede leraren. Juist daarom blijft het noodzakelijk om te investeren in de aantrekkelijkheid van het beroep en in de kwaliteit van de beroepsgroep. Een passend salaris, gerichte professionalisering, degelijk strategisch hrm-beleid en een heldere visie van de beroepsgroep op de uitoefening van hun beroep zijn daarvoor belangrijke randvoorwaarden’, aldus de inspectie die ook ziet dat de salarissen achterblijven.

Van Gelder sluit zich aan bij de oproep van de inspectie om de komende jaren de problemen en oorzaken ervan aan te pakken. “Te beginnen bij het aanpakken van het lerarentekort, het lage salaris en de hoge werkdruk. Onderwijskwaliteit begint met leraren die voldoende tijd hebben om goed onderwijs te geven en daarvoor normaal betaald krijgen.”

Lees ook het interview met Alida Oppers, inspecteur-generaal van de inspectie. Daarin geeft ze meer uitleg over de nieuwste Staat van het Onderwijs.