PO
VO

Onderwijs zet eerste stap om reserves te verminderen

Schoolbesturen en samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs hebben vorig jaar de eerste stappen gezet om hun royale reserves af te bouwen. Tegelijkertijd bezitten ze samen nog altijd ruim een miljard euro aan publieke reserves boven de vermogensnorm van de Onderwijsinspectie.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

spaarvarken-6

Beeld: Pixabay

De regionale samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs hadden eind vorig jaar 160 miljoen euro meer aan reserves dan volgens de inspectienorm nodig is om risico's op te vangen. Dat is 24 miljoen minder dan eind 2019. Ook het aantal organisaties dat de vermogensnorm van de Onderwijsinspectie overschrijdt is iets gedaald: van 137 in 2019 naar 129 in 2020.

Het Onderwijsblad berekende op basis van de nieuwe jaarcijfers de reserves per samenwerkingsverband en stelde, net als voorgaande jaren, een overzicht samen. De lijst laat zien dat eind vorig jaar nog altijd 85 procent van de organisaties boven de signaleringswaarde zit: 67 in het po en 62 in het vo. De bovenmatige bedragen per samenwerkingsverband lopen op tot 8 miljoen euro; vijftig organisaties hebben meer dan een miljoen euro boven de norm op de bank.

Zie de volledige lijst van 151 samenwerkingsverbanden

Is er een onjuistheid in de lijst geslopen? Mail het ons en we zetten het recht.

Vorig jaar introduceerde de inspectie nieuwe signaleringswaardes om in beeld te brengen hoeveel publiek eigen vermogen onderwijsorganisaties nodig hebben om eventuele risico’s op te vangen. Wie erboven zit, moet daar een goeie verklaring voor kunnen geven.

De meer dan royale buffers bij een flink deel van de instellingen leidden de afgelopen jaren tot de nodige ophef en irritatie binnen en buiten de Tweede Kamer. Onderwijsminister Arie Slob liet de samenwerkingsverbanden een plan opstellen om de reserves de komende jaren versneld af te bouwen.

Reserves samenwerkingsverbanden per sector

2020 Aantal swv's Swv's boven vermogensnorm
Mogelijk bovenmatig publiek vermogen
Primair onderwijs 76 67 € 71.075.418
Voortgezet onderwijs 75 62 € 88.866.309

Bron: DUO, bewerking Onderwijsblad

De afgenomen reserves liggen grosso modo in lijn met de eerste stap uit dat plan. Reden voor minister Slob om deze week te concluderen dat samenwerkingsverbanden ‘goed van start zijn’. Het grootste deel van het geld zou in 2021 en 2022 van de plank af moeten komen. Volgens hun bijgestelde prognoses houden samenwerkingsverbanden eind 2022 ruim 42 miljoen euro over aan mogelijk bovenmatige reserves achter de hand. Eind 2023 resteert daarvan een nog altijd een kleine 17 miljoen.

Exploitatieresultaat samenwerkingsverbanden 2015-2020

Schoolbesturen

Ook de reserves bij schoolbesturen zijn afgenomen vorig jaar, aldus cijfers die minister Slob eind september naar de Tweede Kamer stuurde. Onderwijsinstellingen in het primair onderwijs schreven rode cijfers (ruim 200 miljoen) en zagen hun mogelijk bovenmatige vermogen dalen van 906 miljoen in 2019 naar 677 miljoen in 2020. Het voortgezet onderwijs noteerde een daling van 288 miljoen naar 236 miljoen.

Het totale publieke vermogen boven de signaleringsgrens in alle onderwijssectoren samen, van basisonderwijs tot universiteit, daalde van 1,45 miljard in 2019 naar 1,14 miljard vorig jaar.

Mogelijk bovenmatig publiek eigen vermogen per sector

sector 2019 2020
po € 906.000.000 € 677.000.000
vo € 288.000.000 € 236.000.000
mbo € 64.000.000 € 64.000.000
hbo € 9.000.000 € 5.000.000
wo € 3.000.000 € 1.000.000
samenwerkingsverbanden po en vo € 184.000.000 € 160.000.000
totaal € 1.454.000.000 € 1.143.000.000

Bron: DUO, bewerking Onderwijsblad

Het Onderwijsblad bericht regelmatig over de financiële reserves in het onderwijs. Meer artikelen lezen? Kijk hier.