PO
VO

"Ondersteuners overhead? Nee, onmisbaar"

Overhead, zo noemde PVV-Kamerlid Patrick van der Hoeff ondersteunende onderwijsfuncties als intern begeleider en orthopedagoog. De uitspraken wekken verbazing bij onderwijsprofessionals. “Hij gooit alles één hoop.”

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

Van der Hoeff uitsnede

Typetank

Wat het nieuwe kabinet voor heeft met het onderwijs zal morgen blijken bij de presentatie van het Regeerakkoord. Eind mei zag een hoofdlijnenakkoord het licht. Het meest concreet daarin zijn vooralsnog de fikse bezuinigingen van een miljard per jaar op het hoger onderwijs. Inhoudelijk beperken de plannen zich in dat eerste akkoord vooral tot vluchtige pennenstreken. Aan minister Eppo Bruins en staatssecretaris Mariëlle Paul de taak om alles uit te werken in concrete voorstellen.

Belangrijk voor de coalitiepartijen is het snoeien in de wildgroei van subsidies en inzetten op meer structurele financiering. Tegelijkertijd wil de coalitie een norm introduceren voor de uitgaven aan het primaire proces en de overhead aan banden leggen. Dat roept onvermijdelijk de vraag op: wat is overhead in het onderwijs precies? En wat valt er nu onder het primaire proces?

 Dit artikel komt uit het Onderwijsblad. Wil jij het blad ontvangen? Word lid!

Coalitiepartij PVV heeft zich hierover al eens uitgelaten in de Tweede Kamer. Tijdens een debat eind februari gaf Kamerlid Patrick van der Hoeff een schot voor de boeg. “Bestuurders hebben het onderwijs omgevormd tot hun persoonlijke hobbytuin, waarin allerlei grootschalige en megalomane projecten en fratsen centraal staan. Het heeft ook geleid tot een explosieve toename van de bureaucratie, waardoor de onderwijswereld een gesloten en ondoordringbare vesting van overhead is geworden.”

Het primaire proces is wat Van der Hoeff betreft heel simpel: een bevoegde leraar die klassikaal lesgeeft in basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. “Het geld mag niet verspild worden aan de zoveelste destructieve en de kwaliteit ondermijnende onderwijsvernieuwing, niet aan bijzaken en niet aan de figuren die daarvoor worden ingeschakeld en die meeprofiteren van de bijzonder rijk gevulde onderwijsruif. Personeel dat behoort tot de ondersteunende laag van het onderwijs is uitdrukkelijk geen onderdeel van dat primaire proces”, zo vervolgde het Kamerlid tijdens het debat. Hij gaf een bloemrijke opsomming van functies die hij daartoe rekent, waaronder alle soorten coaches, verandermanagers en onderwijskundigen. In één adem noemt hij daarbij ook orthopedagogen, intern begeleiders - en eigenlijk alle onderwijsondersteuners. “Al het niet-lesgevende personeel valt dus onder de categorie overhead”, zo concludeerde het Kamerlid.

Steun in de rug

De uitspraken wekken verbazing en ergernis bij onderwijsprofessionals. “Ik hoor iemand die niet weet waar hij het over heeft”, reageert Arco Hak, interim-directeur van Het Pontem, een school voor speciaal basisonderwijs in Enschede. “Bij overhead denk ik aan functies die zich bezig houden met huisvesting, ict of financiën, bijvoorbeeld. Niet aan de intern begeleider of onderwijsassistent. Onderwijsassistenten vormen een belangrijke schakel in het team bij het ondersteunen en begeleiden van de leerling. De intern begeleider bewaakt de leerdoelen en ontwikkeling van leerlingen en vormt een belangrijke steun in de rug van de leraar. Deze functies zijn onmisbaar voor het primaire proces.”

Juist ook op reguliere scholen voor passend onderwijs, onderstreept Hak. Met specialistische pedagogische en didactische kennis dragen orthopedagoog en ib’er bij aan de ondersteuning en begeleiding van leerlingen. 
“Dit Kamerlid gooit alles op één hoop”, reageert Nanda van Hoek-Kreuger, adjunct-directeur van het Berg en Bosch College, een school voor voortgezet speciaal onderwijs in Houten en Bilthoven. “Ik zie in de praktijk hoe onmisbaar bijvoorbeeld een orthopedagoog is als het gaat om de zorg voor de leerling. Die beschikt over specialistische kennis die je niet van de docent kunt vragen. Als ik mijn orthopedagoog zou moeten wegsturen, dan loopt het primaire proces binnen de kortste keren vast.”

Als ik mijn orthopedagoog zou moeten wegsturen, dan loopt het primaire proces binnen de kortste keren vast

Dankzij ondersteuners kan de leraar zich juist meer op het onderwijs richten, zowel in het regulier als speciaal onderwijs. Van Hoek-Kreuger noemt als voorbeeld de ‘achterwacht’ op haar school, die overprikkelde leerlingen tijdelijk opvangt. “Als docenten dat zelf moeten oppakken, dan komt de les stil te liggen. Dankzij die ondersteuning gaat het onderwijs door.”

(Het artikel gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Typetank

Tegenovergesteld

Gefronste wenkbrauwen roept Van der Hoeff ook op met een andere bijdrage. Eind mei, tijdens een commissiedebat over passend onderwijs, vroeg hij aandacht voor leerlingen met internaliserend en externaliserend gedrag. Volgens hem gaat het onderwijs eronder gebukt als deze ‘nauwelijks verenigbare doelgroepen’ bij elkaar in de klas zitten. “Je hebt bijvoorbeeld timide leerlingen. Die kunnen bescherming nodig hebben en zo timide zijn dat ze achter in een hoekje van de klas of onder een schooltafel zitten. Je hebt ook externaliserende leerlingen, die heel uitbundig zijn. Die kunnen in de klas bepaald gedrag vertonen. Eigenlijk kunnen die twee stromen daardoor niet in één lokaal en zeker niet in één taxibusje zitten, bijvoorbeeld. Het zijn namelijk tegenovergestelde leerlingen.”

“Ik schrik best van dit soort uitspraken”, reageert Jasmijn Sijmons, directeur van De Mozarthof, een school voor zml in Hilversum. “Ik kan me zeker wel voorstellen dat externaliserend gedrag in de klas lastig is voor andere leerlingen, en dat zij er last van kunnen hebben. Maar het is veel te kort door de bocht om te beweren dat er twee groepen zijn die niet bij elkaar in dezelfde ruimte kunnen zijn. De tegenstelling zoals dit Kamerlid die schetst, is er niet. Er zijn bijvoorbeeld leerlingen met een internaliserende problematiek die door overprikkeling ook externaliserend gedrag kunnen laten zien.”

Ik schrik best van dit soort uitspraken

Van Hoek onderschrijft dat. “Het is verstandig om de extremen uit elkaar te houden, maar dat gebeurt op veel scholen ook. Wie internaliserend en externaliserend zo zwartwit tegenover elkaar zet, weet eigenlijk niet waar het over gaat. Er zijn leerlingen met internaliserende problematiek die óók externaliseren, en omgekeerd. Wat belangrijk is om te weten, is dat beide gedragingen optreden als gevolg van hetzelfde: een onmacht om met de situatie om te gaan. De oplossing vraagt in veel gevallen ook eenzelfde benadering. Een vorm van onderwijs aanbieden met veel structuur, veiligheid, regelmaat.”

Onderling contact kan juist ook bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen - juist ook dankzij de verschillen. Als je een school te steriel inricht, wordt de aansluiting op de maatschappij alleen maar lastiger. “In de maatschappij werken en wonen ook alle type mensen door elkaar”, aldus interim-directeur Hak. “Ik heb het idee dat dit Kamerlid veel te technisch naar onderwijs kijkt. Het is niet zo dat je even met een schaartje kan knippen: dit of dat. ‘Schoenmaker, blijf bij je leest’, zou ik willen zeggen. En kom eens kijken op onze school.”

Ook Van Hoek-Kreuger wil hem graag rondleiden. “Als je geen achtergrond hebt in het onderwijs, is het verstandig om je eerst te verdiepen. Ik nodig de heer Van der Hoeff van harte uit om te komen kijken. Dan zorg ik ervoor dat hij een goed beeld van de praktijk krijgt te zien.”

Van supermarktmanager naar Kamerlid

Jarenlang was Patrick van der Hoeff (1975) als bedrijfsleider het gezicht van supermarkt Lidl in Sas van Gent, zijn geboorteplaats. Eind 2023 maakte hij een carrièreswitch. Hij toog naar Den Haag om zich bezig te gaan houden met het primair en voortgezet onderwijs voor de grootste fractie in de Tweede Kamer, de PVV. Met 37 zetels, bijna een kwart van het totaal, doet zijn stem ertoe. Van der Hoeff is ook lid van de Provinciale Staten van Zeeland en zat jarenlang in de gemeenteraad van Terneuzen.

Vanuit zijn geliefde en vertrouwde Zeeland pendelt hij naar het centrum van de macht. Hoewel hij het primair en voortgezet onderwijs kreeg toebedeeld, heeft hij meer affiniteit met defensie. In 1997 was Van der Hoeff als vrijwillig dienstplichtige gestationeerd bij de Koninklijke Luchtmacht in Woensdrecht. Daarna trad hij enkele jaren toe tot het Korps Mariniers. Met een defensie-portefeuille ben je als Kamerlid veel in het buitenland. Daar voelde de vader van schoolgaande kinderen weinig voor. 

“Een zware portefeuille”, noemde hij onderwijs in een interview met de Provinciale Zeeuwse Courant kort na zijn start als Kamerlid. “Maar ik ben er heel blij mee.”