Ondersteuners helpen het onderwijs de crisis door
De conciërge, roostermaker, ict’er of de medewerker op de administratie. Het zijn de ondersteuners die zorgen dat het onderwijs gesmeerd loopt. Drie oop’ers aan het woord over de impact van de coronacrisis op hun werk.
'De enige op school'
Frans Peeters werkt inmiddels twaalf jaar als conciërge op KPO basisscholen Vondel en de Watermolen in Roosendaal.
“In het begin was ik wel heel bang om zelf corona te krijgen. Mijn zoon heeft diabetes en valt in de risicogroep, dus ik lette goed op en slikte extra vitamines voor een betere weerstand. De angst is geleidelijk minder geworden. Laatst heb ik zelf ook een test gedaan, maar die was gelukkig negatief.
Tijdens de lockdown was ik vaak de enige aanwezige op school. Dat is heel raar, zo stil, ik miste de collega’s en de kinderen enorm. Een voordeel was wel dat ik aan werkzaamheden toekwam waar ik anders geen tijd voor heb. Met de schoonmakers zijn we de hele school doorgegaan. De ramen gelapt, de vloeren gedweild, alle deuren en klinken afgenomen en de toiletten eens wat extra aandacht gegeven.
De school was dus tiptop op orde, toen de leerlingen weer mochten komen
Ook heb ik de school ‘coronaproof’ gemaakt met spatschermen in de klaslokalen en het aangeven van de looproutes in en buiten de school. Nieuw was ook de aanschaf van desinfecterende handgel, papieren rollen en spray voor de tafeltjes. De hele voorraadkast staat er vol mee. De school was dus tiptop op orde, toen de leerlingen weer mochten komen. Dat vond ik een mooi moment. Sommigen vlogen me om mijn middel, zo blij waren ze mij weer te zien.
Ziekmeldingen
In het begin van het schooljaar was het druk aan de telefoon met ziekmeldingen, nu is dat wel minder. Veel ouders belden ook met vragen of hun kind wel naar school mocht. We staan elke ochtend met twee collega’s buiten om te zorgen dat iedereen zich aan de regels houdt. Het is vervelend als ouders dan toch doorlopen, maar dat komt gelukkig niet vaak voor.
Ik hoop van harte dat de scholen open blijven en dat het vanaf januari weer normaal gaat worden, ook voor mezelf. Juist de omgang met kinderen en collega’s maakt dat mijn werk iedere dag anders is en dat ik met plezier naar school ga.”
‘We hebben onze waarde wel bewezen’
Herman Staal werkt op de administratie van de Lindenborg in Leek, een havo/vwo-vestiging van scholengemeenschap de Borgen. Bijna vijftien jaar geleden maakte hij de overstap van de bouw naar het onderwijs.
“Vanwege kapotte knieën werd ik afgekeurd en ik liet me omscholen in bedrijfsadministratie en -economie. Op deze school begon ik met stage en ik ben er nooit meer weggegaan. Ik werk er met veel plezier, maar het was wel wennen. De bouwwereld is een harde wereld en ik kan vrij direct reageren, dus ik moest oppassen om niemand op de tenen te trappen.
Ook merkte ik dat het oop een ondergeschoven kindje is, ook bij de AOb. De meeste aandacht gaat naar de docenten. We grappen wel eens wat er zou gebeuren als alle ondersteuners thuis zouden blijven. Collega’s komen voor een dichte deur te staan, het alarm zit er nog op, er is geen koffie en iedereen mag zelf op zoek naar een vrij lokaal. Dit zijn nog maar de kleine dingen waardoor we zorgen dat het onderwijs gesmeerd loopt.
Met zeven collega’s in een leeg gebouw waar normaal 1100 leerlingen zijn, voelt heel vreemd
Ook tijdens de coronacrisis hebben we onze waarde wel bewezen. De meeste ondersteuners werkten grotendeels door op school. We zorgden voor de opvang van leerlingen die niet thuis konden zijn, monitorden aan- en afwezigheid en werkten het rooster bij. Met zeven collega’s in een leeg gebouw waar normaal 1100 leerlingen zijn, voelt heel vreemd, alsof je doorwerkt in de vakantie. Ik was ook druk met het voorbereiden en indelen van de examens en dat die niet doorgingen was echt een domper. Voor de leerlingen is dat toch de mooiste periode.
Verder zorg ik voor het dagrooster en pas dat dus ‘s ochtends aan als collega’s ziek zijn. Aan het begin van dit schooljaar kwamen er veel vragen van docenten of ze thuis moesten blijven of niet. Als ze zich lieten testen, waren ze sowieso een week thuis. Gelukkig gaat het testen nu sneller.
Harder werken
Het is door corona wel harder werken, dat geldt voor iedereen. Daarbij ben ik meer op mijn hoede en probeer afstand te houden om niet besmet te raken. We hebben het geluk dat onze werkplek vrij apart ligt, waardoor er niet veel leerlingen langskomen. Tot nu toe zijn dertien leerlingen besmet geweest, ik hoop dat het daarbij blijft en dat de scholen open blijven.
Ik had nooit verwacht dat het werk op school zo leuk zou zijn. Geen dag is hetzelfde. Je weet nooit met welke vraag leerlingen en docenten komen. De waardering die ik krijg als ik ze kan helpen, geeft mij veel voldoening.”
‘Ik was een soort 24-uurs helpdesk’
Susanne Meuwissen werkte ruim twaalf jaar als leerkracht, ict’er en mediacoach op een basisschool, waarna ze in dienst van bibliotheek Eindhoven drie jaar als mediacoach scholen ondersteunde. Nu is ze als i-coach terug bij haar bestuur Eenbes basisonderwijs in Brabant.
“Ik wil graag bijdragen aan de vooruitgang in het onderwijs. Met zes i-coaches werken we binnen de stichting gezamenlijk aan het belang van ict in de klas. We ondersteunen en inspireren scholen om te zorgen dat ict onderdeel wordt van het beleid.
Dat je als ondersteuner minder wordt gewaardeerd, herken ik niet. Dat komt misschien omdat mijn bijdrage direct zichtbaar en voelbaar is voor leerkrachten, terwijl andere ondersteuners veel werk achter de schermen verrichten. Omdat ik zelf voor de klas heb gestaan, ken ik ook de druk en verantwoordelijkheid die leerkrachten voelen. Ik vind het leuk om te laten zien dat ict niet iets is wat erbij komt, maar dat het meerwaarde heeft. Dat je bijvoorbeeld met digitale methodes onderwijs op maat kunt bieden, wat enorm veel tijd scheelt.
Ik vind het leuk om te laten zien dat ict niet iets is wat erbij komt, maar dat het meerwaarde heeft
De coronacrisis, waarbij scholen plotseling sloten, heb ik als een achtbaan ervaren. Van de ene op de andere dag moest elke leerkracht vanuit huis onderwijs geven, iets wat heel nieuw en spannend voor ze was. Het was een leuke, maar ook stressvolle tijd, vooral voor leraren.
Ik was een soort 24-uurs helpdesk, waarbij de vragen uiteenliepen van hoe krijg ik mijn laptop opgestart tot welke werkvormen kan ik het beste gebruiken. Mijn motto is om mezelf zo snel mogelijk weer overbodig te maken. Het was dus fantastisch om te merken hoe snel leerkrachten het online lesgeven oppakten en zichzelf konden redden.
Drempel lager
Het begin van dit schooljaar gebruikten leerkrachten om weer op adem komen, nu merk ik dat schoolbreed gekeken wordt welke lessen we eruit kunnen halen. Dat vind ik heel positief. Niet alleen weten leerkrachten dat ze het kunnen, de drempel is nu ook lager om echt digitale middelen in te zetten. Dat hadden we zonder de crisis niet zo snel bereikt.
Normaal was ik een halve dag per week op een school aanwezig, maar nu kom ik alleen op afspraak buiten schooltijd. Ik hoop dat dat snel anders kan, want juist bij de koffieautomaat ben je makkelijker benaderbaar voor vragen. Aan de andere kant levert dit me tijd op om samen binnen de stichting weer nieuwe plannen te bedenken.”
Dit artikel las je gratis uit het decembernummer van het Onderwijsblad. Elke maand het Onderwijsblad in je bus? Klik hier.