MBO

Onderhandelaars mbo zetten in op 6 procent loonsverhoging

Bij de onderhandelingen voor een nieuwe cao zetten de bonden in op een salarisverhoging van 6 procent voor alle mbo-medewerkers. Ook moeten de reiskosten verhoogd worden en willen de bonden een minimumpercentage en promotiecriteria afspreken voor het doorstromen naar hogere docentfuncties.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

geldpot v2

Bij de nieuwe onderhandelingen zet de AOb in op een loonsverhoging van 6 procent voor alle mbo-medewerkers. Beeld: Typetank

Dat staat in de cao-inzet van de AOb, CNV Onderwijs, FNV Overheid en FvOv. De bonden wisselden vanochtend de inzet uit met de werkgevers, de MBO-raad.

Basis

“Er moet een goed pakket komen voor mbo-personeel als je ze wil behouden voor de sector”, zegt AOb-bestuurder Henrik de Moel die namens de AOb over de cao onderhandelt. “Het mbo is de basis van onze samenleving hoor ik vaak, het personeel is dan de basis van die basis. Beloon ze ernaar.”

Er moet een goed pakket komen voor mbo-personeel als je ze wil behouden voor de sector

De Moel wil per 1 juni 2024 een structurele loonsverhoging van 6 procent afspreken met de werkgevers. “Met deze looneis houden we de koopkracht op peil en streven we naar een compensatie van de inflatie.” Het liefst maken de bonden een structurele afspraak die zorgt voor een automatische prijscompensatie, zodat de koopkracht van mbo-personeel altijd op peil blijft. “Dat geeft zekerheid voor de lange termijn en maakt de cao toekomstbestendig”, zegt De Moel.

De vergoedingen voor reiskosten moeten volgens de bonden worden opgevoerd. Mbo-personeel moet 23 eurocent per kilometer krijgen voor woon-werkverkeer en voor dienstreizen 35 eurocent per kilometer.

Met meer leden bereiken we meer aan de onderhandelingstafel!  Sluit je aan bij de AOb

Doorstroom hogere functies

Naast loonvoorstellen staan er in de cao-inzet tal van andere onderwerpen waarover de bonden afspraken willen maken. De doorstroom naar hogere functies bijvoorbeeld. De Moel: “Dat is echt op veel instellingen op dit moment niet goed geregeld. Er is te weinig doorstroom mogelijk van LB naar de hogere LC-schaal. Op veel roc’s bestaan hiervoor geen goede richtlijnen en krijg ik terug dat collega’s de opstap naar een hogere schaal vaak als ‘willekeurig’ ervaren.”

De doorstroom naar hogere salarisschalen is echt op veel instellingen op dit moment niet goed geregeld

De bonden dit onderwerp weer naar de cao-tafel brengen om landelijke afspraken te maken. Er moet een minimumpercentage komen van docenten in hogere functies en de promotiecriteria moeten de bonden met de werkgevers afstemmen. “We zijn hier al een tijd mee bezig, ook in de kwaliteitsagenda zijn er afspraken gemaakt maar we zien te weinig concrete uitkomsten”, zegt de AOb-bestuurder.

Werkdruk 

De bonden zien dat mbo-personeel structureel meer uren maakt dan in de jaartaak is opgenomen. De Stichting Onderwijsarbeidsmarktfonds MBO (SOM) moet daarom een onderzoek uitvoeren naar overwerk binnen de sector. “Daarna kunnen we maatregelen nemen die de werkdruk verminderen”, zegt De Moel.

Verder moet de 50 uur voor duurzame inzetbaarheid beter gebruikt worden. “We zien dat over deze uren veel onduidelijkheid bestaat”, zegt de AOb-bestuurder. “Ze staan niet herkenbaar in de jaartaak, worden soms niet eens toegekend of collega’s weten niet dat deze uren vallen in het compartiment van de 459 uur. Veel mbo-medewerkers weten niet wat de mogelijkheden zijn van deze uren.” De bonden stellen daarom voor om deze uren herkenbaar in de jaartaak op te nemen en de regels te verduidelijken in de cao.

Voor alle mbo-medewerkers moet er een individueel scholingsbudget komen van 750 euro per jaar, nu is een scholingsbudget alleen in teamverband mogelijk. Ondersteuners moeten per jaar  59 uur krijgen voor professionalisering, zoals docenten dat nu al hebben. 

Vast contract

We zetten daarnaast, net als altijd, in op meer vaste contracten, zegt De Moel. “Het uitgangspunt moet zijn dat werknemers die structureel werk uitvoeren na één jaar een vast contract krijgen.” Zzp’ers en flexibele arbeidskrachten die op mbo-instellingen aan de slag gaan moeten dezelfde pensioenopbouw hebben als collega’s in vaste dienst.

Maand van de vakbond

Net als in het wetenschappelijk onderwijs willen de onderhandelaars in het mbo ‘een maand van de vakbond’ uitroepen waarbij werkgevers de helft van de lidmaatschapskosten in het eerste jaar vergoeden.

Benieuwd naar de hele cao-inzet?  Download de cao-inzet van de bonden 2024-2025