Onderhandelaars hbo maken toepassing seniorenregeling concreet
De onderhandelaars van de AOb hebben samen met de werkgevers in het hbo, de Vereniging Hogescholen, concrete voorbeelden opgesteld voor de toepassing van de seniorenregeling en de uitbreiding ervan.
In de laatste cao spraken de bonden en de werkgevers af om de seniorenregeling -onder voorwaarden- uit te breiden. Het betekent dat hbo-medewerkers, met een minimaal arbeidscontract van 0,4 fte én vijf aaneengesloten dienstjaren bij een hogeschool, de mogelijkheid krijgen om -naast de basisregeling die er al was- nog extra seniorenverlof onbetaald op te nemen. De pensioenopbouw blijft wel gelijk. “Veel mensen weten niet precies hoe het zit”, zegt AOb-bestuurder hbo Douwe van der Zweep. “Vandaar dat we daar een aanvullende afspraak over hebben gemaakt zodat voor mensen duidelijk is hoe je de regelingen kunt gebruiken.”
Basisregeling
Hoe werkt het? Allereerst is er de basisregeling waarmee oudere collega’s minder kunnen gaan werken als ze tien jaar voor hun AOW-leeftijd zitten. In de cao heet deze regeling: ‘werktijdvermindering voor senioren (ws-regeling)’. Deze cao-afspraak geeft werknemers de mogelijkheid om voor een periode van maximaal vijf jaar 20 procent minder te gaan werken. Bij een voltijdbaan betekent dit één dag minder per week. Collega’s die gebruikmaken van deze regeling, bouwen nog wel een volledig pensioen op.
Collega’s die gebruikmaken van de regeling, bouwen nog wel een volledig pensioen op
Eigen bijdrage
Helemaal gratis is het gebruik van de seniorenregeling niet. Hbo-werknemers hebben geen recht meer op de extra jaarlijkse 45 uren voor duurzame inzetbaarheid ‘di-uren’ en ze betalen een eigen bijdrage. Hoeveel de bijdrage is ligt aan de leeftijd en het salaris van de werknemer. Collega's in de salarisschalen 1 tot en met 7 betalen een minder hoge eigen bijdrage dan collega's in hogere salarisschalen. “Het ligt ongeveer tussen de 4 en 9 procent salaris”, zegt de AOb-bestuurder. “Maandelijks berekent de hogeschool de eigen bijdrage die hoort bij de werktijdvermindering en brengt deze op het brutosalaris in mindering. Het heeft geen gevolgen voor het vakantiegeld, de eindejaarsuitkeringen en de pensioenopbouw.” (Tekst loopt door onder beeld).
Werknemers bouwen verlof op over het verminderde aantal uren dat ze werken. “Maar, omdat je minder werkt, heb je ook minder verlof nodig om vrij te zijn. Je kan dus nog steeds even vaak op vakantie als voorheen. Een voorwaarde is wel dat het niet is toegestaan om met de vrijgekomen tijd nieuw betaald werk te gaan doen.”
Omdat je minder werkt, heb je ook minder verlof nodig om vrij te zijn. Je kan dus nog steeds even vaak op vakantie
Na vijf jaar gaan werknemers uit dienst voor tenminste 20 procent. Van der Zweep: “Je bepaalt zelf voor de resterende jaren die je nog moet werken of je dan je pensioen al helemaal of gedeeltelijk wil laten ingaan. Het opnemen van het ABP-pensioen staat los van deze regeling.” Word je ziek? Dan is het loon in het eerste ziektejaar hetzelfde als dat je zou zijn blijven werken met gebruik van de regeling. Voor het tweede ziektejaar maakt het niet uit of je wel of niet van de seniorenregeling gebruikmaakt. “Je ontvangt dan 70 procent van het oude loon”, zegt de AOb-bestuurder.
Uitbreiding: onbetaald extra uren vrij
Naast deze basisregeling is het sinds de laatste cao mogelijk om extra seniorenverlof op te nemen. Je kan met deze regeling nog eens voor vijf jaar 20 procent van je werktijd verminderen, alleen deze regeling is -anders dan de basisregeling- onbetaald. “Over de uren die je niet werkt, krijg je geen salaris”, legt Van der Zweep uit. “De pensioenopbouw blijft wel gebaseerd op je oude loon. Het is dus veel gunstiger dan bijvoorbeeld in deeltijd gaan werken.”
Het is veel gunstiger dan in deeltijd gaan werken
Deze extra regeling om minder uren te werken kan hbo-personeel gelijktijdig, voorafgaand, na afloop of losstaand van de basisregeling inzetten. Enige voorwaarde is dat werknemers wel voor minimaal 0,4 fte inzetbaar blijven op hun hogeschool. Ook gaan werknemers voor de uren die ze hebben opgenomen voor werktijdvermindering aan het einde van de regeling uit dienst.
Vier voorbeelden hoe je de seniorenregelingen kan inzetten:
Hoe eerder werknemers het seniorenverlof inzetten voor hun AOW-leeftijd, hoe meer eigen bijdrage ze per maand betalen. Het gaat om een eigen bijdrage van 45 procent tussen tien en vijf jaar voor de AOW-leeftijd en om 25 procent tussen de vijf en nul jaar voor de AOW-leeftijd. Werknemers krijgen -andersom gesteld- over de uren dat ze minder werken dus 55 procent of 75 procent bruto-salaris. Werknemers in lagere salarisschalen betalen minder eigen bijdrage: 35 procent tussen de tien en vijf jaar en 20 procent als ze vijf tot nul jaar voor de AOW-leeftijd zitten.
Voorbeeld 1: Voltijder gaat drie dagen per week werken
Jan Karel (64 jaar) heeft een voltijdbaan, maar wil meer tijd hebben voor zijn hobby's en kleinkinderen. Hij wil zoveel mogelijk gebruikmaken van allebei de seniorenregelingen en besluit om 3 dagen per week te werken (0,6 fte). Over de eerste dag (0,2 fte) dat hij minder is gaan werken ontvangt hij 75 procent salaris. Zijn eigen bijdrage is dus 25 procent want hij zit 0-5 jaar voor de AOW-leeftijd. Over de tweede dag die hij minder is gaan werken, krijgt hij geen loon (de onbetaalde uitbreiding van de seniorenregeling). Wel bouwt de hbo-docent over zijn hele voltijdbaan (1fte) pensioen op. Na afloop van de vijf jaar gaat hij voor twee dagen uit dienst, want hij heeft voor 0,4 fte gebruikgemaakt van de regeling.
Voorbeeld 2: Voltijddocent die allebei de seniorenregelingen na elkaar gebruikt
Jan (57 jaar) werkt voltijd en is docent in salarisschaal 12. Hij kan dan vijf jaar van de basisregeling gebruikmaken, waarbij hij tot 62 jaar 0,8 fte werkt. Hij gaat dus één dag minder werken. Over 0,2 fte -dit is die ene dag dat hij minder is gaan werken- ontvangt Jan 55 procent salaris (zijn eigen bijdrage 45 procent want hij zit 10-5 jaar voor de AOW-leeftijd). Jan bouwt pensioen op over 1 fte, zijn hele baan. Als de docent 62 jaar wordt, kan hij ervoor kiezen nog een dag minder te gaan werken met de uitbreiding van de seniorenregeling. Hij werkt dan 0,6 fte en krijgt over deze uren loon uitbetaald. Wel bouwt hij pensioen op over 0,8 fte, omdat hij immers op 62- jarige leeftijd in dienst was voor dat aantal uren. Doordat hij gebruikmaakt van de eerste regeling eindigt de arbeidsovereenkomst voor 0,2 fte na vijf jaar.
Voorbeeld 3: Deeltijder (3 dagen per week) die allebei de seniorenregelingen na elkaar inzet
Rudie (61 jaar) heeft een dienstverband van 0,6 fte. Rudie kan dan vijf jaar van de eerste regeling gebruikmaken waarbij hij tot 66 jaar 0,48 fte werkt. Over 0,12 fte (20 procent van 0,6fte) ontvangt Rudie een jaar 55 procent salaris over de dag die hij minder is gaan werken en vanaf 5 jaar voor zijn pensioen 75 procent van zijn salaris. Deze werknemer bouwt over 0,6 fte pensioen op tot hij 66 jaar is. Daarna bouwt hij pensioen op over 0,48 fte, want na vijf jaar ga je uit dienst voor het aantal verminderde uren. Rudie kan slechts voor 0,08 fte van de tweede regeling gebruikmaken omdat hij moet voldoen aan de eis dat hij minimaal voor 0,4 fte inzetbaar blijft.
Voorbeeld 4: Deeltijder (4 dagen per week) die de seniorenregelingen tegelijk gebruikt
Caroline (60 jaar) heeft een dienstverband van 0,8 fte. Zij kan dan vijf jaar van de eerste regeling gebruikmaken waarbij zij tot 65 jaar 0,64 fte werkt en over 0,16 fte (20 procent werktijdvermindering van 0,8 fte) ontvangt Caroline 55 procent salaris over de tijd die zij minder is gaan werken. Stel Caroline besluit vervolgens om op 62-jarige leeftijd van de tweede regeling (de uitbreiding) gebruik te maken dan:
- Ontvangt ze tot 62 jaar salaris over 0,64 fte. Over 0,16 fte ontvangt Caroline 55 procent salaris (eigen bijdrage is 45 procent in de periode tussen 10 en 5 jaar voor de AOW-leeftijd). Ze bouwt over 0,8 fte pensioen op
- Vanaf 62 jaar tot 65 jaar ontvangt Caroline salaris over 0,48 fte. Over 0,16 fte ontvangt Caroline 75 procent salaris (de eigen bijdrage is 25 procent in de periode van 0 en 5 jaar voor de AOW-leeftijd). Zij bouwt pensioen op over 0,8 fte
-Van 65 jaar tot 67 jaar ontvangt Caroline salaris over 0,48 fte en bouwt pensioen op over 0,64 fte, want zij gaat na vijf jaar uit dienst voor de uren die ze minder is gaan werken vanwege de basisregeling.