Nipt cao-akkoord universiteiten
De leden van alle vier de vakbonden hebben ingestemd met het cao-akkoord voor de universiteiten. ‘Een heet hangijzer blijft dat universiteiten zeer creatief de cao proberen te omzeilen om het ontstaan van vaste dienstverbanden te voorkomen’, zegt AOb-bestuurder Donald Pechler.
In het cao-akkoord is voor alle medewerkers een loonsverhoging plus eenmalige uitkering afgesproken. Ook moeten universiteiten met het Lokaal Overleg (LO) concrete afspraken maken over de taakopdracht en werkdrukverlaging van het personeel.
Het akkoord zet een stap naar meer vaste banen. Universitair docenten, universitair hoofddocenten, hoogleraren en ondersteunend- en beheerspersoneel krijgen na één jaar tijdelijk voortaan een vast dienstverband. Docenten en onderzoekers krijgen voorrang bij interne vacatures, en de omvang flexibele schil wordt onderwerp van het lokaal overleg.
Het komende jaar zetten we maximaal in op het terugdringen van de tijdelijke aanstellingen van ál het personeel - ook van docenten en onderzoekers
Toch gaf de ledenpeiling maar een nipt positief resultaat. 55% voor tegenover 45% tegen. Belangrijkste steen des aanstoots is de precaire positie van docenten. “Verschillende universiteiten zijn zeer creatief bij het interpreteren van cao’s, en proberen het ontstaan van vaste dienstverbanden te voorkomen”, zegt AOb-bestuurder Donald Pechler. “Er is vrees dat dit akkoord niet naar de geest wordt uitgevoerd, en dat deze cao de positie van docenten zonder onderzoekstaak nog onzekerder maakt.”
Onbesproken
Bij de AOb kwamen veel reacties binnen op het akkoord. “De bezwaren die niet alleen leden, maar ook andere organisaties zoals onder meer Casual Leiden en WOinActie in hun reacties op het akkoord hebben laten horen, zijn zodanig concreet onderbouwd, dat deze aan de cao-tafel niet onbesproken kunnen blijven.”
Pechler: “Ons uitgangspunt is en blijft dat voor structureel werk een vast dienstverband moet gelden. Het komende jaar zetten we dan ook maximaal in op het terugdringen van de tijdelijke aanstellingen van ál het personeel, waaronder ook de docenten en onderzoekers. Dit is ook onderwerp van overleg aan alle lokale overlegtafels.”
Belangrijke punten uit de cao
Meer vaste banen
Vooral de afspraak over de vaste banen is belangrijk voor de bonden. Universitair docenten, hoofddocenten, hoogleraren en ondersteunend en beheerspersoneel (obp) moeten voortaan na één jaar een vast contract krijgen als zij goed functioneren (bij ‘gebleken geschiktheid’). “Dit geldt voor een flinke groep medewerkers”, zegt Pechler. “Zo’n achthonderd wetenschappelijk medewerkers krijgen daarmee dit jaar een vast dienstverband en in de groep obp’ers loopt dat op tot tweeduizend. Dit is een flinke verbetering, want als je de huidige cao voor universiteiten zou volgen dan kunnen medewerkers zelfs vier jaar lang of zelfs langer een tijdelijk contract krijgen.”
Achthonderd wetenschappelijk medewerkers krijgen met de nieuwe cao een vast dienstverband en in de groep obp’ers loopt dat op tot tweeduizend
Ontslagbescherming
Een andere afspraak is dat de ontslagbeschermingstermijn in fases wordt ingekort. Op dit moment krijgen werknemers in totaal dertien maanden ontslagbescherming bij reorganisaties. Dat betekent dat ze tijdens die maanden niet ontslagen mogen worden, maar dan de tijd hebben om ander werk te vinden.
Vanaf 1 juli 2023 gaat de ontslagbeschermingstermijn terug naar tien of elf maanden. Het aantal maanden ligt aan het aantal dienstjaren. Vanaf 1 januari 2025 krijgen medewerkers nog zes of zeven maanden ontslagbescherming. Pechler: “In die periode krijgen zij doorbetaald, zonder dat ze er werk voor hoeven verrichten. Want de meeste wetenschappelijke medewerkers werken al over en wat blijft er dan over van werk-naar-werk begeleiding? In de oude afspraak bleven medewerkers hun eigen werk verrichten, maar kregen ze feitelijk geen tijd om naar ander werk uit te kijken. Die gelegenheid krijgen ze nu wel.
Daarnaast krijgt elke werknemer die onder een reorganisatie valt, een marktconform budget voor professionele ondersteuning bij het vinden van ander werk.” Oudere werknemers die vijf jaar of minder voor hun AOW-leeftijd zitten en een dienstverband hebben van vijftien jaar of langer krijgen vanaf 1 juli 2023 voortaan één jaar ontslagbescherming.
Minimumloon
De cao-onderhandelaars hebben daarnaast afspraken over het loon gemaakt. Vanaf juli 2021 zien alle medewerkers aan de universiteit een loonsverhoging van 1,64 procent verschijnen op hun loonstrook. Daarna volgt vanaf 1 januari 2022 een plus van 0,36 procent. Met deze nieuwe cao krijgen medewerkers ook een eenmalige uitkering van 650 euro bij een voltijdbaan. Deze bonus betalen instellingen in september dit jaar uit.
Pechler is daarnaast trots op een afspraak voor medewerkers die vallen in de laagste salarisschalen, zoals portiers, servicemedewerkers, schoonmakers en werknemers bij de repro. Vanaf 1 juli 2021 is 14 euro het minimum uurloon, de zes laagste salarisschalen zullen daarmee opgetrokken worden. “Het was een uitdrukkelijke wens van onze leden om iets voor deze groep te doen. Zij faciliteren het onderwijs. Ik ben blij dat we dit geregeld hebben.”
Alle medewerkers krijgen een loonsverhoging van 1,64 procent en een eenmalige uitkering van 650 euro
Werkdrukverlaging
Belangrijk ander thema is werkdruk en dan vooral de manier waarop die verlaagd kan worden. Met het onderhandelaarsakkoord moeten universiteitsbesturen in gesprek met het Lokaal Overleg (LO) om goede afspraken te maken over de afbakening van de werk- en privétijd.
Daarnaast moet het LO zich buigen over ‘vrij besteedbare werktijd’ voor medewerkers. Alle medewerkers moeten deze tijd krijgen waarbij ze zelf kunnen bepalen wat ze doen. Universiteiten kunnen bijvoorbeeld vergaderluwe weken invoeren, of op een uur van de dag nooit afspraken inplannen. Daarnaast moeten werknemers een reële taakopdracht krijgen.
Sommige medewerkers zitten zo volgepropt met onderwijs dat ze geen onderzoek meer kunnen doen binnen de werktijd”, zegt Pechler. “Werkgevers moeten hier rekening mee houden en duidelijk afspraken maken met het LO en de medezeggenschapsraad. Zij hebben hier een belangrijke rol in. Medewerkers moeten een realistisch uit te voeren taakopdracht krijgen, waarbij universiteiten bijvoorbeeld de verhouding vastleggen tussen onderwijs, onderzoek, voorbereiding en andere taken. Ze kunnen daar bandbreedtes voor aangeven.”
Vaak was thuiswerken alleen informeel geregeld, nu zijn er duidelijke afspraken
Thuiswerken
Met de werk-privé balans hangt ook het thuiswerken samen. Door corona is dat een belangrijker issue dan ooit en daarom zijn er nu afspraken vastgelegd. Er zijn twee opties waar universiteiten uit kunnen kiezen om thuiswerkvergoedingen te geven aan hun medewerkers. “Vaak was thuiswerken alleen informeel geregeld. Nu hebben we er duidelijk afspraken en vergoedingen voor vastgelegd, zoals internetvergoedingen, die per 1 september 2021 gelden.”
De nieuwe cao heeft een looptijd van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2022.