Nieuwe indicator onderwijsachterstanden niet ingevoerd
Demissionair staatssecretaris Sander Dekker voert de nieuwe CBS-indicator ter bepaling van onderwijsachterstanden niet in. In schooljaar 2018-2019 blijven scholen de huidige gewichtenregeling gebruiken.
Dat schrijft Dekker in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer verklaarde het onderwerp onderwijsachterstanden eerder al controversieel: er zal daarom voor de formatie geen besluit over worden genomen. In zijn brief schrijft Dekker dat de PO-raad, de vertegenwoordiger van basisschoolbesturen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) willen wachten op een nieuw kabinet voordat zij de nieuwe indicator kunnen steunen.
‘Ik constateer dat veel zorgen de herverdeeleffecten van een nieuwe bekostigingssystematiek en de omvang van het budget betreffen’, schrijft Dekker. De staatssecretaris besluit –mede door het standpunt van de PO-raad en VNG- om de invoering van de nieuwe indicator uit te stellen.
Weinig budget
De PO-raad reageert boos op de brief van Dekker. Wat de raad betreft was de nieuwe indicator –die de onderwijsachterstanden veel beter inschat- al lang ingevoerd. ‘Het probleem is dat er inmiddels zo weinig budget over is, dat herverdelen van de huidige middelen over een grotere doelgroep onverantwoord is’, zegt Rinda den Besten in een persbericht op de website.
Eerst moet het budget voor onderwijsachterstanden worden aangevuld, vindt de PO-raad. Nu is er 150 miljoen euro ‘verdampt’ omdat de oude gewichtenregeling alleen kijkt naar het opleidingsniveau van ouders. Het gemiddelde niveau stijgt, waardoor scholen voor minder kinderen extra geld krijgen. Terwijl de achterstand er nog wel kan zijn. Ook het Onderwijsblad beschreef dit eerder.
Voorjaarsnota
‘Stuitend’, noemt de PO-raad het besluit van Dekker om de oude regeling te handhaven. ‘Hij besluit om helemaal niet te gaan ingrijpen’, schrijft Den Besten. ‘Een nieuw kabinet staat straks met 3-0 achter.’ De PO-raad doet een laatste oproep aan Dekker om de bezuiniging te herstellen in de Voorjaarsnota.