Nederland daalt verder op ranglijst leesprestaties
Nederland is verder gedaald op de internationale ranglijst voor leesprestaties. Basisschoolleerlingen van groep 6 in andere landen zijn beter gaan presteren met lezen. Dat blijkt uit het gisteren gepubliceerde internationale rapport PIRLS-2016 dat elke vijf jaar de leesprestaties van basisschoolleerlingen onder de loep neemt en internationaal vergelijkt.
In 2011 scoorden Nederlandse basisschoolleerlingen 546 punten voor lezen, een punt boven de score van 545 in de nieuwe meting van 2016. Vergeleken met 2001 zijn de Nederlandse leesscores gedaald met negen punten. Toch is de score van 545 punten een goede prestatie, volgens de onderzoekers van het rapport ‘Vijftien jaar leesprestaties in Nederland’, dat gelijktijdig is gepubliceerd. Nederland scoort nog altijd ruim boven het internationale gemiddelde van 500 punten.
Op de internationale ranglijst daalde Nederland sinds 2011 met vier plaatsen naar een veertiende plek in 2016. “Er zijn dertien landen die significant beter scoren dan Nederland”, zegt onderzoekster Joyce Gubbels van het Expertisecentrum Nederlands. “Kijk je alleen naar leesvaardigheidsscores, de 545 punten in 2016, dan zouden we eigenlijk op een twintigste plek staan.” De top drie bestaat uit Rusland, Singapore en Hongkong. Nederland behoort met het lezen nu niet meer tot de internationale top tien. Dit geldt ook voor rekenen en natuuronderwijs waar eerder ander internationaal onderzoek naar is gedaan.
Dubbel
“Het is beetje een dubbel verhaal”, zegt onderzoekster Gubbels. “Als we naar onszelf kijken, zijn de leesprestaties redelijk stabiel. We gaan niet achteruit, maar ook niet erg vooruit. Maar we worden ingehaald door andere landen die steeds beter gaan presteren.” Onder meer de Russische, Hongaarse, Engelse, Poolse en Letse leerlingen verbeterden hun leesvaardigheid. In totaal werd Nederland door tien landen ingehaald in 2016.
Als we naar onszelf kijken, zijn de leesprestaties redelijk stabiel. We gaan niet achteruit, maar ook niet erg vooruit. Maar we worden ingehaald door andere landen die steeds beter gaan presteren.
Wat opvalt aan de Nederlandse leerlingen is dat ze beter zijn in het opzoeken van informatie en het trekken van conclusies dan in het integreren en evalueren van informatie. Ook is het verschil tussen jongens en meisjes toegenomen: de leesvaardigheid van jongens blijft achter. Nederlandse meisjes scoren beter op leesvaardigheid, het opzoeken van informatie en conclusies trekken en ze kunnen beter informatie integreren en evalueren. Ook internationaal gezien scoren meisjes hoger met lezen dan jongens.
Leesplezier
Een andere conclusie is dat 37 procent van de Nederlandse leerlingen zich erg betrokken voelt bij de leeslessen. Internationaal ligt dit percentage met 60 veel hoger. Ongeveer een derde van de Nederlandse leerlingen geeft aan lezen niet leuk te vinden. Volgens onderzoekster Gubbels valt op dit punt in Nederland nog winst te behalen, want internationaal vindt gemiddeld maar 16 procent van de kinderen lezen niet leuk.
Iets meer dan de helft van de leerlingen geeft aan dat ze thuis minder dan 30 minuten per dag lezen. 32 procent van de leerlingen leest een half uur tot een uur per dag buiten de school om. Leerlingen in Nederland zijn tevreden over hun leraar. Een meerderheid geeft aan dat de leraar makkelijk te begrijpen is en dat ze de kans krijgen om te laten zien wat ze hebben geleerd.
Leeshoeken
Ook blijkt dat 82 procent van de leraren een leeshoek in de klas heeft en dat computers of tablets beschikbaar zijn voor leeslessen. Meer leraren zijn bijscholing gaan volgen voor leesonderwijs: in 2016 had bijna 30 procent van de leerkrachten 6 tot 15 uur bijscholing voor lezen gedaan, het hoogste percentage sinds 2001.
Nederlandse leerlingen volgen volgens hun leerkrachten gemiddeld 8,3 uur Nederlandse taallessen of andere taalgerichte activiteiten per week. Per jaar krijgen leerlingen dus 363 uur taalles, waarmee Nederland bovenaan staat. Ook de totale lestijd is in Nederland, op Chili en Zuid-Afrika na, het hoogst van alle landen.