Minister wil vaart zetten achter passend onderwijs
Minister Dennis Wiersma komt na de zomer met een ‘routekaart’ naar inclusief onderwijs in 2035. Ondertussen blijven succesvolle voorbeelden, zoals de Monnikskap in Nijmegen, in onzekerheid over hun toekomst.
“Het is hoog tijd dat we doorpakken”, sprak minister Dennis Wiersma ferm in het debat op 30 maart met de Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de voortgang van de verbeteraanpak passend onderwijs. Hij uitte zijn verwondering over de 25 verbetermaatregelen en 12 wetsvoorstellen die ‘nog in de lucht hangen’. De minister wil deze bundelen en vaart maken. Nog voor de zomer wil hij de Kamer nieuwe wetsvoorstellen voorleggen waarin bijvoorbeeld de verzuimaanpak en het hoorrecht voor leerlingen geregeld is.
Worstelen
De minister wil bovendien snel concrete stappen zetten richting inclusief onderwijs, een ambitie die ook in het coalitieakkoord staat. Hij komt na de zomer met een ‘routekaart’ om dat doel in 2035 te realiseren. Verschillende Kamerleden maken zich zorgen over goede voorbeelden van passend onderwijs die nu worstelen om overeind te blijven.
Samen naar school-klassen, waarin kinderen met een beperking onderwijs volgen op een reguliere school, zijn bijvoorbeeld - ondanks toezeggingen van de Tweede Kamer - nog steeds niet erkend als officieel onderwijsprogramma. Daardoor hebben ze te maken met regelgeving die per gemeente kan verschillen en blijven ze afhankelijk van de goodwill van een samenwerkingsverband.
Heeft de minister voldoende lef om bestaande wetgeving en structuren te veranderen?
“Wat we terug horen van het ministerie is dat dit soort initiatieven niet van de grond komen omdat ze niet passen binnen bestaande kaders, maar dat is precies de reden waarom ze zo goed werken”, zei Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid GroenLinks, die zich afvraagt of de minister voldoende lef heeft om bestaande wetgeving en structuren te veranderen.
Onzeker
Ook de Monnikskap in Nijmegen werd genoemd als succesvoorbeeld waarvan de toekomst onzeker is. Leerlingen met een beperking of ziekte volgen samen met reguliere leerlingen havo/vwo binnen het Dominicus College, dat de deuren binnenkort moet sluiten. Het bestuur garandeert het voortbestaan van de Monnikskap, maar de afdeling kan niet op dezelfde plek blijven. Bovendien wordt de landelijke bekostiging voor deze afdeling afgebouwd.
D66-Kamerlid Paul van Meenen benadrukte dat dit soort voorzieningen vaak een boven-regionale functie hebben: “Kinderen komen uit verschillende regio’s en daarom was er een aparte bekostiging vanuit het ministerie. Dat die wegvalt, is precies tegen de lijn in die we willen. Ik pleit ervoor om de directe bekostiging in stand te houden en daarmee de school.”
Alle ingrediënten zijn er om de Monnikskap goed door te laten gaan, maar dit moeten we wel garanderen
De minister wil initiatieven als de Samen naar school-klas in het voortgezet onderwijs ‘gaan regelen’ en op korte termijn mogelijk maken via onderwijs-zorgarrangementen. Hij gaat op bezoek bij de Monnikskap om te horen wat er speelt. “Dat dit werkt, daarin verschillen we niet van mening. Er zijn veel zorgen, en dat snap ik, maar tegelijkertijd zitten we in een bepaald jasje met keuzes die we al gemaakt hebben. We hebben met samenwerkingsverbanden afgesproken dat zij de ondersteuning gaan betalen en het bestuur heeft die garantie ook gegeven. Alle ingrediënten zijn er om dit goed door te laten gaan, maar dit moeten we wel garanderen, dus daar ga ik achteraan.”
Ambitieus
Ook verder is de minister ambitieus. Zo moet begin 2023 het wetstraject al starten voor een landelijke norm voor basisondersteuning, iets waar de AOb al sinds de invoering van passend onderwijs om geroepen heeft.
De bond stelt in de brief naar de Kamercommissie echter dat hiervoor ook duidelijk moet zijn welke middelen in de lumpsum beschikbaar zijn: 'Het is vreemd dat het ministerie niet bereid blijkt om dit te verduidelijken. Zo kan niet inzichtelijk worden gemaakt of de norm ook financieel haalbaar is.'
Realistisch
De Kamer juicht de voortvarendheid van de minister toe, maar vraagt ook om een realistische bril. Meerdere Kamerleden verwijzen naar de brief van de AOb, CNV en het Lerarencollectief en vragen om eerst de randvoorwaarden op orde te brengen, zoals kleinere klassen, voldoende bevoegde collega’s en extra handen in de klas.
'Scholen staan in de overlevingsstand door de oplopende tekorten en hoge werkdruk. Dit maakt het zetten van betekenisvolle stappen onhaalbaar', aldus de AOb. Minister Wiersma belooft de werkdruk te verlagen en de overbelasting van leraren tegen te gaan door meer te investeren. Wiersma: “Hoe we de randvoorwaarden regelen, nemen we mee in de uitwerking van de routekaart.”
Lees hier de brief van de AOb, CNV en het Lerarencollectief
Het Onderwijsblad publiceerde eerder het artikel ‘Systeem duwt thuiszitters in de hoek’, waarin ook de worsteling van de Samen naar school-klas beschreven wordt