PO
VO

Minister wil onbevoegden toestaan in nieuwkomersonderwijs

Leerlingen die net in Nederland zijn en onderwijs volgen voor nieuwkomers moeten les kunnen krijgen van onbevoegde leraren. Vanwege de wachtlijsten en personeelstekorten wil onderwijsminister Dennis Wiersma dit nog voor de zomer regelen met een nieuwe wet.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

minister-wiersma

Beeld: © Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

“Bevoegde leraren zorgen voor het beste onderwijs", reageert AOb-voorzitter Tamar van Gelder. "Er is een crisis, maar misschien moet de minister dan iets anders uit de kast halen en erop focussen dat iedereen het onderwijs in wil en er blijft werken.”

Gisteren stuurde Wiersma (VVD) zijn wetsvoorstel aan de Tweede Kamer. Hij vraagt met klem om het snel te behandelen zodat het van kracht is vanaf het nieuwe schooljaar, in september.

Minder lesuren, onbevoegden

Het voorstel maakt het mogelijk onbevoegde leraren voor de klas te zetten in het nieuwkomersonderwijs, bijvoorbeeld bij internationale schakelklassen of op een nieuwkomersschool. Het is het onderwijs dat kinderen als eerste krijgen als ze gevlucht zijn uit een ander land. Zij verblijven nog maar kort in Nederland en moeten de taal leren voordat ze doorstromen naar een reguliere basisschool of middelbare school.

AOb-voorzitter Tamar van Gelder: 'Misschien moet de minister iets anders uit de kast halen en erop focussen dat iedereen in het onderwijs wil en blijft werken'

Wiersma wil nu in dit onderwijs onbevoegde leraren toestaan om zo een oplossing te bieden voor het capaciteitsprobleem. Een uitzondering geldt voor kernvakken zoals Nederlands en rekenen; die moeten wel door een bevoegde docent worden gegeven. Door personeelstekorten in het hele onderwijs en de enorme toestroom van asielkinderen -onder meer uit Oekraïne- is er nu niet voor iedereen plek. Het betekent dat zo’n 2650 leerlingen in de middelbare schoolleeftijd in hun opvanglocatie zitten of thuis, zo schrijft Wiersma in een toelichting bij het voorstel. ‘Dat er ondanks de toegewijde inzet wachtlijsten zijn ontstaan, omdat klassen overvol zitten en er geen personeel meer te vinden is, doet iedereen pijn en vraagt om actie.’

Onderwijsminister Wiersma: 'Dat er wachtlijsten zijn ontstaan, omdat klassen overvol zitten en er geen personeel meer te vinden is, doet iedereen pijn en vraagt om actie'

Aangepast programma

Om te zorgen dat deze nieuwkomers sneller een passende plek in het reguliere onderwijs krijgen, wil Wiersma het mogelijk maken dat scholen een aangepast programma mogen aanbieden. Scholen mogen dan afwijken van de huidige regels waarbij een bevoegde docent wel verplicht is. Daarnaast mogen scholen afwijken van het programma en zich beperken tot de kern: ‘Basaal onderwijs.’ Ook het aantal lesuren mag minder, maar Wiersma schrijft wel dat asielkinderen altijd ten minste 12,5 uur (vijf dagdelen) per week onderwijs moeten krijgen. Dit moet verspreid zijn over drie dagen en er moeten minimaal 10 klokuren per week aan de Nederlandse taal worden besteed.

In het wetsvoorstel noemt de onderwijsminister deze uitzondering een ‘tijdelijke nieuwkomersvoorziening’. Die is alleen bedoeld voor leerplichtige jongeren die nog te kort in Nederland zijn om de taal voldoende onder de knie te hebben. In het wetsvoorstel verplicht Wiersma schoolbesturen ertoe elk jaar met de gemeenten overleggen over asielkinderen en hoe ze het onderwijs aan hen gaan waarborgen. Ook wil de minister een speciale bevoegdheid waarbij hij scholen en gemeenten kan dwingen om het onderwijs voor nieuwkomers te regelen.

De Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering, liet in een advies weten bezwaar te hebben tegen die bevoegdheid van de minister. ‘Het doorkruist de bestaande goede samenwerking tussen scholen, gemeenten en rijk’, aldus de raad. Volgens de raad komen de problemen vooral door het gebrek aan capaciteit bij het onderwijs en de ongelijke spreiding van nieuwkomers in Nederland. ‘Het komt niet door een weigering van scholen om een oplossing te zoeken’, schrijft de vice-president van de Raad van State. De raad ziet daarom geen noodzaak voor zo’n bevoegdheid van de minister.

In het advies wijst de raad er verder nadrukkelijk op dat er aandacht moet blijven voor structurele oplossingen.  ‘Voorkomen moet worden dat nieuwkomers structureel minder kwalitatief hoogwaardig onderwijs krijgen om de aanhoudende capaciteitsproblemen het hoofd te bieden.’

De Raad van State wijst er nadrukkelijk op dat er aandacht moet blijven voor structurele oplossingen

Moeilijkheden

Dat vindt ook AOb-voorzitter Tamar van Gelder. Zij maakt zich zorgen over de gevolgen van deze wet. Die heeft namelijk een direct effect op de kwaliteit van het onderwijs aan asielkinderen. Daardoor zullen zittende leraren in het reguliere onderwijs -waar de nieuwkomers naartoe gaan- met een extra uitdaging te maken krijgen. “Bevoegde leraren kunnen het beste onderwijs geven. Zij hebben kennis van vakdidactiek en weten hoe je dingen aanleert zoals het Nederlands. Als asielkinderen dat nu niet meer krijgen is dat voor hen een zorg en zal het voor de zittende leerkrachten extra moeilijkheden met zich meebrengen.”

Dit is een politieke keuze

Politieke keuze

Onbevoegd lesgeven gaat lijnrecht in tegen wat de AOb wil. Van Gelder: “Bij deze wet zijn we helemaal niet betrokken, terwijl dit toch effect heeft op de beroepsgroep en die heeft niet meegepraat.” Daarnaast wijst de AOb-voorzitter erop dat Wiersma een keuze tussen twee ‘kwaden’ voorstelt: ‘helemaal geen onderwijs en thuiszitten of les van onbevoegden’. “Ik voeg daar een derde keuze aan toe: naar een school waar een bevoegde leraar voor de klas staat. De minister moet misschien iets anders uit de kast halen -goede arbeidsvoorwaarden voor onderwijspersoneel, extra investeringen in het onderwijs- en zorgen dat het geld op de juiste plek terechtkomt. Dit is een politieke keuze.”

De AOb wil voor elke leerling een bevoegde leraar. Word lid!