MBO

Minister stelt extra eisen aan mbo-docenten Nederlands, rekenen en burgerschap

Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf scherpt de eisen aan voor mbo-docenten die de vakken Nederlands, rekenen of burgerschap geven. Docenten met een diploma van een lerarenopleiding in een ander vak en collega’s die een PDG-traject volgden, moeten verplicht een extra opleiding doen. 

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

Studie

Beeld: Typetank

“Je wil gewoon kwaliteit. Mbo-studenten verdienen dit”, reageert Andries Knol, mbo-docent en AOb-hoofdbestuurder. 

Vorige week informeerde Dijkgraaf de Tweede Kamer over hoe het gaat met zijn aanpak om de basisvaardigheden in het mbo te verbeteren. Hij deelt daarin een groot punt voor zowel de huidige als toekomstige mbo-docenten: zij moeten namelijk bevoegd zijn om basisvaardigheden te mogen geven. ‘Zonder goede docenten, geen goed onderwijs. Het gebrek aan goed opgeleide en bekwame docenten op een school kan ervoor zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan’, aldus Dijkgraaf.

Schakel

De docenten zijn - volgens de minister - de ‘cruciale schakel’ om de basisvaardigheden te verbeteren. Op dit moment bepalen mbo-instellingen zélf of een docent ook rekenen, burgerschap of Nederlands mag geven. Met lerarentekorten komt het veelvuldig voor dat docenten die opgeleid zijn in een heel ander vak, deze lessen verzorgen. AOb-hoofdbestuurder Knol: “Een les Nederlands hoeft nu niet gegeven te worden door een bevoegde docent Nederlands. Het kan ook dat een collega die de lerarenopleiding wiskunde heeft gevolgd, deze lessen geeft. Of een timmerman die een Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG) heeft.”

Een les Nederlands hoeft nu niet gegeven te worden door een docent Nederlands

Dat wil Dijkgraaf aanpakken door een aanvullende opleiding voor docenten die lesgeven in de basisvaardigheden, te verplichten. Vooral docenten die een lerarenopleiding hebben afgerond in een ander vak en diegenen met PDG, zullen de aanvullende opleiding moeten doorlopen, als zij de drie basisvakken willen geven. Collega’s met een diploma op zak van een eerste- of tweedegraads lerarenopleiding in één van de basisvakken, zijn uitgezonderd. Het ministerie van Onderwijs mikt op schooljaar 2026-2027 voor de invoering. ‘Ik zal rekening houden met een passende overgangstermijn voor het huidige personeel’, schrijft de minister. 

Flexibel

De AOb is het eens met het besluit van Dijkgraaf, want heeft dit jarenlang bij de politiek aangekaart. En gaat dit aanstaande woensdag ook weer doen. Knol zal dit standpunt namelijk delen tijdens een 'rondetafelgesprek' in de Vaste Kamercommissie. “De inzet van een docent in een opleiding of vakgebied waar hij niet toe opgeleid is, komt de onderwijskwaliteit niet ten goede en kan demotiverend en frustrerend werken voor de docent en de student”, zegt Knol. “Je wil gewoon kwaliteit. Een 16-jarige havo-leerling heeft wel een docent die bevoegd is in die vakken voor de klas. Dan moet dat ook in het mbo kunnen. De werkgevers, MBO-raad, willen altijd maximaal flexibel mensen kunnen inzetten, met dit besluit kan dat niet meer.”

Het aanvullende opleidingstraject moet volgens de minister bestaan uit vakdidactiek en vakinhoud van de basisvaardigheden en moet afgestemd zijn op datgene wat van studenten op deze vakken wordt verwacht. De minister is al in gesprek met lerarenopleidingen over deze trajecten voor docenten. Ook wil hij dat beide routes voor toekomstige docenten (PDG en lerarenopleiding) blijven leiden tot het lesgeven in basisvaardigheden met de aanvullende eisen erin. Knol: “Het is belangrijk dat ook de AOb betrokken wordt bij de invulling van deze opleidingen. Wij vertegenwoordigen immers de docenten. Verder moeten de collega’s voldoende tijd en faciliteiten krijgen om zich te kunnen scholen.”

Examen burgerschap

Naast de aanvullende eisen voor docenten, kondigt Dijkgraaf ook aan dat het vak burgerschap voortaan meetelt voor het diploma vanaf schooljaar 2026-2027. Mbo-studenten moeten voor dit vak voortaan een instellingsexamen gaan doen, wat het vak minder vrijblijvend zal maken. Het examen betekent geen kennistoets, het mag ook een portfolio zijn waarin te zien is welke zaken er zijn geleerd. Eerder vertelde een mbo-docent Rekenen al wat het betekent als het vak gaat meetellen voor het diploma. ‘Altijd die ene vraag: als het zo belangrijk is, waarom telt het dan niet mee? De motivatie van studenten zal 100 procent vooruitgaan.’ 

Rekenen werd in 2022 een vak dat meetelt voor het diploma. Ook moest het rekenen meer op de belevingswereld van studenten en hun vak aansluiten. Dijkgraaf verwacht voor de zomer een eerste beeld van hoe de nieuwe rekenexamens zijn gemaakt.

Aanstaande woensdag vanaf 13.00 uur kun je het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer live volgen. AOb-hoofdbestuurder Andries Knol zal daar het standpunt van de bond toelichten. Naar de website van de Tweede Kamer