Alle

Minister neemt maatregelen ter verbetering keuzedelen

Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven wil met een zestal maatregelen de keuzedelen in het mbo verbeteren. De maatregelen moeten zorgen dat roc’s meer ruimte krijgen om eigen keuzes te maken, weten wat ze moeten examineren en de administratieve rompslomp terugdringen.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

minocwvanengelshoven0063-2

Beeld: Rijksoverheid

Dat liet de minister vlak voor de kerstvakantie in een brief aan de Tweede Kamer weten.
Sinds 2016 zijn de keuzedelen op mbo-opleidingen gangbaar. Studenten moeten verplicht keuzedelen kiezen en ze tellen vanaf 2020/2021 ook mee voor het diploma. Met de keuzedelen kunnen scholen snel inspelen op de nieuwste ontwikkelingen samen met het regionale bedrijfsleven. De keuzedelen bieden studenten verdieping en verbreding of helpen met de doorstroom naar andere opleidingen.

Verbeteringen

Verschillende onderzoeken lieten zien dat de keuzedelen beter kunnen. Zo zag onderzoeksbureau KBA Nijmegen dat er sinds de invoering ‘hardnekkige’ problemen waren. In hun tussenevaluatie wezen de onderzoekers op de problemen met de organisatie en examinering. Het gaat dan bijvoorbeeld over beschikbare leslokalen, roostering, indeling van onderwijstijd en administratieve verwerking. Het onderzoeksbureau zag ook dat veel scholen moeite hebben om aan de huidige eisen van examinering te voldoen en dat ‘het een groot beslag legt op mensen’.

Een verbetering is mogelijk en nodig

‘Een verbetering is mogelijk en nodig’, schrijft de onderwijsminister in haar brief aan de Tweede Kamer over de keuzedelen. Ze komt daarom met zes maatregelen. Eén daarvan is de aanpak van de bureaucratie bij het ontwikkelen van nieuwe keuzedelen. Het moet eenvoudiger en daarom wil de minister dat mbo-instellingen samen met het regionale bedrijfsleven direct voorstellen voor een keuzedeel kunnen indienen en zelf mogen bepalen welke keuzedelen in hun regio nodig zijn.

Bureaucratie

Een andere maatregel is het loslaten van de koppeling tussen keuzedelen en kwalificaties, de minister past hiervoor de wet aan. Het zorgt ervoor dat mbo-scholen in overleg met de bedrijven zelf kunnen bepalen bij welke opleidingen de keuzedelen worden aangeboden. Het afschaffen van de onderwijsovereenkomst die studenten nu ondertekenen, is een andere manier van de minister om de bureaucratie aan te pakken. Elke keer als de student wisselde van keuzedeel, moest de overeenkomst wijzigen. In de zomer van 2020 biedt de minister een wet aan die deze overeenkomst afschaft.

Het wegwerken van achterstanden door middel van keuzedelen wordt naast de entreeopleiding nu ook op mbo-niveau 2 mogelijk. Alle mbo-scholen moeten verder meer mogelijkheden krijgen voor vrijstellingen bij de keuzedelen. Vooral studenten die doorstromen naar een vervolgopleiding zitten nu nog vast aan verplicht te volgen keuzedelen.

De examinering is een ander punt waar mbo-scholen tegenaan liepen. Er bleken veel onduidelijkheden te zijn over welke examenvormen bijvoorbeeld ingezet mogen worden. De minister gaat kijken of er regels aangepast kunnen worden en blijft scholen informeren over de ruimte die er is in de regels. Vaak wordt dit te strikt geïnterpreteerd.

Van Engelshoven hoopt dat door deze maatregelen de keuzedelen ‘nog meer tot hun recht zullen komen in het mbo’.