AOb bekritiseert plan Slob voor wegwerken corona-achterstand
Onderwijsminister Arie Slob maakte gisteren in een brief bekend hoe hij het geld voor het wegwerken van de corona-achterstanden wil gaan verstrekken. Voor het funderend onderwijs zijn daarvoor eenmalig miljarden beschikbaar. De AOb maakt zich zorgen. “Er is nog veel onduidelijk, de minister schetst een onmogelijk tijdpad en de aanpak is top-down ingericht”, zegt AOb-bestuurder Tamar van Gelder.
Afgelopen februari maakte Slob bekend dat er voor het hele onderwijs 8,5 miljard euro beschikbaar komt om de achterstanden weg te werken. Voor het funderend onderwijs, waarvoor 5,4 miljard euro is gereserveerd, liet hij gisteren weten hoe het proces er de komende maanden gaat uitzien.
Analyse
Allereerst dienen scholen een analyse te maken op school- en leerlingenniveau om te kijken waar de knelpunten zitten. Ze moeten kijken welke problemen er zijn, waar behoefte aan is en vervolgens een ‘beredeneerde en onderbouwde keuze’ maken. Dit kan per school verschillen. ‘U kent uw leerlingen het beste en u kunt dus het beste uitvoering geven aan het wegwerken van vertragingen bij uw leerlingen’, zo schrijft de minister. Deze analyse moet volgende maand gemaakt worden, zodat scholen in mei kunnen kiezen wel maatregelen ze gaan nemen.
Onderwijsminister Arie Slob: 'U kent uw leerlingen het beste en u kunt dus het beste uitvoering geven aan het wegwerken van vertragingen bij uw leerlingen'
Ze kunnen kiezen uit een lijst interventies die door deskundigen is opgesteld. Zo ontstaat een schoolprogramma dat een uitbreiding kan zijn op het normale schoolplan. Vervolgens krijgen scholen in juni van dit jaar te horen welk budget er per leerling beschikbaar komt. Het geld wordt dan aan het begin van volgend schooljaar uitgekeerd.
Indicatie
In zijn brief noemt Slob nu het bedrag van zo’n 700 euro per leerling voor schooljaar 2021/2022, maar hij houdt daarbij een flinke slag om de arm. ‘Dit bedrag is een indicatie, om voorlopig vanuit te gaan. Hierin is de hogere bijdrage voor scholen met veel leerlingen met een hoger risico op vertragingen nog niet meegenomen en is geen onderscheid gemaakt tussen verschillende schooltypen.’ Ook kan het zijn dat gemeenten nog meedenken over aanvullende programma’s bij scholen en krijgen scholen waar meer leerlingen met achterstanden zitten, extra geld.
Volgens de minister ontvangt het schoolbestuur het geld en leggen de bestuurders hierover verantwoording af. Wel benadrukt Slob dat de ‘regie’ op schoolniveau plaatsvindt. De medezeggenschapsraad moet instemmen en de analyse vindt daar plaats. Veel geld zal volgens Slob ook vrijkomen in verschillende subsidieregelingen, zoals die voor het stimuleren van brede klassen en de regelingen inhaal-en ondersteuningsprogramma’s. Deze details worden later gepubliceerd.
AOb-bestuurder Tamar van Gelder: 'Het tijdpad is te krap, ik zie een enorme administratielast op scholen afkomen'
Zorgen
AOb-bestuurder en waarnemend voorzitter Van Gelder zat bij het overleg over de aanpak. Vooral het tijdpad baart haar zorgen. “Dat is te krap, aangezien schoolteams op dit moment ontzettend druk zijn om de school draaiende te houden in deze coronatijd. Ik zie een grote administratielast op scholen afkomen.” Volgens haar is het logisch dat het geld naar de juiste interventies zou moeten, maar is het wel weer erg top-down ingericht. “Wij vinden dat het team aan zet is. De leraren moeten het doen, net zoals met het werkdrukgeld. Dit komt onvoldoende duidelijk terug in de brief. Hoe de inspraak is gewaarborgd en waar de medezeggenschapsraden precies over mogen meebeslissen is ook niet helder genoeg.”
De AOb pleit daarnaast al langer voor structureel geld voor goed onderwijs, in tegenstelling tot deze eenmalige middelen zodat kleinere klassen mogelijk zijn, er voldoende bevoegde leraren aangesteld worden en de werkdruk wordt verlaagd.