Alle

Minister gaat universitaire studie Nederlands niet helpen

Minister Ingrid van Engelshoven (D66) van Onderwijs gaat voorlopig niets ondernemen om ervoor te zorgen dat de universitaire opleidingen Nederlands het hoofd boven water kunnen houden. De situatie bij de hbo-lerarenopleidingen wil ze wél nader onderzoeken.

Tekst Hoger Onderwijspersbureau (HOP) - - 2 Minuten om te lezen

ingridvanelgshoven

Beeld: Rijksoverheid

De populariteit van de studie Nederlands is fors afgenomen, meldden Het Parool en de Volkskrant vorige maand. Het aantal aanmeldingen aan universiteiten is de afgelopen jaren in heel Nederland gekelderd, van 500 eerstejaars in 2008 tot ruim 200 in 2017. De Vrije Universiteit in Amsterdam zou zelfs overwegen de opleiding af te schaffen.

Geen signalen

Maar daar weet de minister niets van, schrijft ze in antwoord op Kamervragen van het CDA en GroenLinks. Er zijn volgens haar “geen signalen” dat de studie Nederlands dreigt te verdwijnen, niet bij de VU en niet bij andere universiteiten. En als het wél zo was: je moet opleidingen die dreigen te verdwijnen niet koste wat het kost in leven willen houden, vindt Van Engelshoven.

Ze werd zelf ook niet blij van het nieuws. “De Geesteswetenschappen, waar de opleidingen Nederlands onder vallen, zijn onmisbaar in het stelsel van universitair onderwijs en onderzoek. Zij hebben een belangrijke waarde voor onze taal, taalbeheersing en cultuur”, schrijft ze. Ook dreigt er op lange termijn een tekort aan leraren Nederlands.

Maar jongeren moeten vooral zelf kunnen kiezen wat ze willen studeren. Ze gaat ook geen maatregelen nemen om de instroom te vergroten, want dat doet de sector zelf al. Bovendien wijzen de voorlopige aanmeldcijfers erop dat in Nijmegen en Leiden dit jaar weer meer studenten voor een universitaire studie Nederlands hebben gekozen. “Dit is goed nieuws.”

Reden tot zorg

In het hbo speelt het tegenovergestelde. Was de instroom voor tweedegraads lerarenopleiding in het vak Nederlands de afgelopen jaren stabiel, dit jaar wijzen de voorlopige tellingen op een forse daling: een kwart minder dan vorig jaar. “Reden tot zorg”, schrijft Van Engelshoven. Ze wil met de betreffende opleidingen in gesprek over de oorzaak.

Hoe het komt dat nauwelijks nog iemand Nederlands lijkt te willen studeren, weet Van Engelshoven ook niet precies. Maar ze ziet veel interesse voor “vernieuwde opleidingen die breder zijn ingestoken met een meer interdisciplinaire aanpak.” Instellingen zouden daarop kunnen inspelen, oppert zij.