Meesterlijk lesgeven zonder masterdiploma
Als studenten hun favoriete docent kiezen gooit Martin van Haastrecht steevast hoge ogen. Toch kreeg hij zonder masterdiploma geen vaste aanstelling bij de Hogeschool Utrecht. Op de Hogeschool Rotterdam greep hij zijn nieuwe kans.
“Tassen van tafel en protheses af.” Martin van Haastrecht (64) maakt op een indirecte manier duidelijk dat hij wil beginnen met zijn werkcollege economie. De eerstejaars technische bedrijfskunde weten wat de bedoeling is. Mutsen, hoodies en petten gaan af, het geroezemoes verstomt. Als Van Haastrecht zeker weet dat alle studenten bij de les zijn, legt hij aan de hand van een eenvoudig voorbeeld uit wat het break even-punt is. Waarna de studenten aan de slag gaan met de ingewikkeldere casus uit hun leerboek.
Na de les legt Van Haastrecht uit dat tijdens zijn colleges de omgangsregels gelden die in het bedrijfsleven gebruikelijk zijn. “Ik zeg aan het begin van het studiejaar altijd tegen studenten: ik nodig jullie uit voor een meeting. Ik ben de manager en jullie zijn de young professionals. Dat betekent: mobieltjes weg, laptops dicht en alleen te laat binnen komen als je er een heel goede reden voor hebt. En dan zachtjes een plekje zoeken zodat je je collega-studenten niet stoort.”
Lesgeven is nu mijn lust en mijn leven
Van Haastrechts taalgebruik is doorspekt met Engelstalig managementjargon. Geen wonder, hij was 25 jaar financial executive bij internationale bedrijven en had standplaatsen in Europa, Azië en Noord-Amerika. In zijn laatste functie was hij financieel directeur van de Duitse vestiging van een bedrijf dat consumentenelektronica repareert.
Zes jaar geleden stopte hij met zijn ‘living out of a suitcase’. Van Haastrecht wilde dichter bij huis werken omdat zijn partner ernstig ziek werd. Een vriend vroeg hem een paar gastcolleges te geven en zo begon Van Haastrecht op zijn 58ste aan een nieuwe carrière als hbo-docent. Lesgeven is nu zijn lust en zijn leven.
Telefoonnummer
De studenten van de Hogeschool Rotterdam voelen dat kennelijk, want zij hebben Martin van Haastrecht uitgeroepen tot Docent van het jaar 2018. De studentleden van de medezeggenschapsraad die de verkiezing organiseerden, vonden hem van de 173 voorgedragen docenten de beste. Veelzeggend zijn de enthousiaste stemverklaringen: ‘Hij maakt altijd tijd vrij om je te helpen’, ‘hij toont oprecht interesse’ en ‘hij zet zich in voor iedere student’.
“Ik geef studenten mijn telefoonnummer”, verklaart Van Haastrecht de tevredenheid over zijn toegankelijkheid. “Ze mogen me altijd bellen, ook ’s avonds en in het weekend.” Het is voor hem geen zware belasting. “Als ik in een supermarkt loop, zeg ik: ik bel je zo even terug. Dat doe ik dan als ik in de auto zit. Wat kost dat nou aan tijd?”
Het geeft studenten een veilig gevoel dat ze me altijd kunnen bereiken
Het verstoort zijn privéleven evenmin. “Als je in het internationale bedrijfsleven hebt gewerkt, ben je niet anders gewend. Op zondagmiddag is het alweer maandagochtend in Sydney en dan kan je gebeld worden.” Bovendien maken studenten helemaal niet vaak gebruik van de belmogelijkheid, vindt hij. “Maar het geeft ze wel een veilig gevoel dat ze me altijd kunnen bereiken als ze vastzitten.”
Martin van Haastrecht kent al zijn studenten bij naam, blijkt als hij tijdens het werkcollege doorneemt wie er wel en niet aanwezig zijn. “Ik ken hun privé-achtergrond, daar kom je vanzelf achter. Officieel hebben wij aanwezigheidsplicht, maar daar houd ik studenten niet aan. Of ze naar colleges komen is hun eigen verantwoordelijkheid. Maar studenten die ik mis in mijn les, spreek ik wel aan. Net als studenten die niet meedoen, zoals de twee jongens die vanmiddag achterin de klas zaten en met hun mobieltjes bezig waren. Die vraag ik later waarom ze zo ongeconcentreerd zijn. Of er misschien iets aan de hand is. En dan blijkt er vaak een verhaal achter te zitten.”
Studenten mogen ook van alles weten over zijn privéleven. Van Haastrecht vertelt ze trots dat zijn dochter Patricia meedoet aan The Voice of Holland, maar met evenveel trots dat zijn zoon Remco zich heeft ontworsteld aan een cocaïne- en alcoholverslaving. “Het laat zien dat ik een gewoon mens ben.” Dat helpt hem contact te maken met studenten die in de problemen zitten. Zoals de student die geen geld had om boeken te kopen. “Ik heb hem gevraagd hoeveel hij per maand uitgeeft aan pillen en drank; 350 euro, dacht hij. Ik heb hem een folder van een verslavingskliniek gegeven en daarna is hij gelukkig met zijn drugsprobleem aan de slag gegaan.”
Opfriscolleges
Van Haastrecht is nooit te beroerd om extra tijd vrij te maken voor studenten die er hard voor moeten werken. Voor ouderejaars die nog eerstejaarsvakken moeten halen, geeft hij in zijn vrije tijd opfriscolleges. “Aanstaande dinsdag geef ik zo’n college voor de dertien deeltijdstudenten die het tentamen economie nog moeten halen. Ik heb nu vier aanmeldingen, maar er komen er vast nog wat bij. We beginnen om twee uur ’s middags en dan zeg ik tegen ze: de hogeschool gaat vanavond om tien uur dicht. We stoppen pas als iedereen het snapt.”
Hij houdt ook goed in de gaten wie er nog vakken open heeft staan. “Ik bel die studenten op en vraag hoe ze hun achterstand gaan inlopen. Ik laat ze dan zelf een schemaatje maken, ze moeten de verantwoordelijkheid nemen. Ik ga er niet aan trekken, maar ik loop wel achter ze aan en als ze vallen, raap ik ze weer op.” Het kost natuurlijk tijd, maar je hebt er als docent ook baat bij, want je hebt minder herkansingen, vindt Van Haastrecht. En hij krijgt er energie van.
Het had niet veel gescheeld of Van Haastrecht was verloren gegaan voor het onderwijs. Bij de Hogeschool Utrecht, waar hij in 2012 begon, was hij ook al finalist bij de Docent van het Jaar-verkiezingen.
Toch kreeg hij na een hij na een tijdelijk contract van twee jaar geen vaste aanstelling. Omdat hij geen masterdiploma heeft. Van Haastrecht is na de mulo meteen gaan werken. “Grijp maar niet te hoog, zeiden ze bij ons thuis.” Hij heeft minstens tien avondstudies gevolgd, maar bij de Hogeschool Utrecht moeten alle docenten een master hebben. “Dat heeft te maken met het imago dat de Hogeschool Utrecht nastreeft: 100 procent masters voor de klas. Dat moet kwaliteit uitstralen.”
Als je fulltime voor de klas staat, kom je niet meer aan zelfstudie toe
“Ik ben aan een masteropleiding bij ncoi begonnen en vond die studie ontzettend interessant. Omdat ik altijd makkelijk studeerde dacht ik dat ik die opleiding wel in twee jaar kon afronden. Maar vroeger studeerde ik als ik in het vliegtuig zat. Als je fulltime voor de klas staat, kom je niet meer aan zelfstudie toe. Daar heb ik me op verkeken.” Utrechtse studenten startten een petitie om hem te behouden als docent, maar dat mocht niet baten. Van Haastrecht verkaste naar de Hogeschool Rotterdam waar docententeams niet louter uit academici hoeven te bestaan. “Docenten met veel praktijkervaring worden er gezien als waardevolle aanvulling.”
Grote pubers
In het onderwijs draait het uiteindelijk om het contact tussen docent en student, stelt de Rotterdamse Docent van het Jaar. “Studiesucces staat of valt met aandacht, oprechte aandacht voor de student.” En die aandacht kan Van Haastrecht “zijn jongens en meiden” geven dankzij zijn levenservaring. “Lesgeven past bij de levensfase waarin ik nu zit. Twintig jaar geleden had ik dit niet gekund. Ik had het geduld niet kunnen opbrengen.”
Hij is de Hogeschool Rotterdam dankbaar voor de kans die hij er kreeg. “Ik geniet elke dag van de omgang met studenten. Het is fantastisch om hun omslag van grote puber naar volwassene te begeleiden.”