Correctoren botsen vaker bij nakijken eindexamens
De Onderwijsinspectie heeft dit jaar meer dan twee keer zo vaak een onafhankelijke derde corrector ingeschakeld bij het nakijken van eindexamens als in 2022 en 2023. De eigen docent van eindexamenleerlingen en de tweede corrector hadden vaker een onoverbrugbaar verschil van inzicht, al komt dit nog steeds relatief weinig voor.
Dat blijkt uit cijfers die het Onderwijsblad heeft opgevraagd bij de inspectie. In 2024 kwamen er in totaal 16 verzoeken binnen van correctoren-duo’s die er samen niet uitkwamen. In 2023 moest de inspectie nog slechts 7 keer een onafhankelijke derde corrector inschakelen, in 2022 lag dit aantal nog op 5.
Het aantal van 16 verzoeken dit jaar betekent dat er in totaal 32 docenten in een ‘patstelling’ over het nakijken terecht zijn gekomen. Zij hadden een te groot verschil van inzicht om de score voor een examen vast te stellen. De inspectie-cijfers laten zien dat hierdoor het werk van in zo'n 549 eindexamenleerlingen opnieuw is beoordeeld. Dat komt doordat het nakijkwerk voor alle leerlingen die voor het betreffende vak examen hebben gedaan bij deze docent opnieuw moet gebeuren. “Wij weten van één verzoek dit jaar zeker dat het voor de betrokken leerlingen heeft geleid tot een latere examenuitslag. Een echte teleurstelling voor hen”, zegt woordvoerder Daan Jansen van de inspectie. In totaal deden 191.210 leerlingen eindexamen volgens cijfers van het College van Toetsen en Examens (CvtE).
Examenjaar | Totaal aantal verzoeken onafhankelijk derde corrector | Totaal aantal eindexamenleerlingen* |
2024 | 16 | 549 |
2023 | 7 | 96 |
2022 | 5 | 124 |
2021 | 11 | 477 |
2020 (coronajaar) | 0 | 0 |
Naar de oorzaak van de toename is het nog gissen. “De precieze analyse moeten we nog maken”, zegt Jansen. “Het blijft een laag aantal als je bedenkt dat er honderdduizenden eindexamenkandidaten waren. Het fluctueert, wij hopen dat het aantal niet verder zal stijgen. Wij willen dat er geen enkel verzoek binnenkomt, want dan is er consensus tussen de onderwijsprofessionals.”
Er was niet één schoolvak dat eruit sprong en waar veel interpretatieverschillen naar voren kwamen. "De verscheidenheid is heel groot", zegt Jansen. Zo heeft een derde corrector vwo-examens Latijn nagekeken en biologie. Maar is het havo-examen geschiedenis ook één van de verzoeken dit jaar. Net als Engels, Duits, aardrijkskunde en tekenen. Ook kwamen de 16 verzoeken van zowel docenten die lesgeven op het vmbo, havo en vwo.
Constructief
Bij het nakijken van eindexamens stelt de eigen docent van de leerlingen en een collega van een andere school -de tweede corrector- de score voor het centraal examen vast. Zij kijken na volgens het correctievoorschrift waarin regels staan hoe zij eindexamens moeten beoordelen. Een verschil van mening ontstaat vaak door een interpretatieverschil bij open vragen. Dat kan bij één open vraag bij één eindexamenleerling zijn.
Volgens de inspectie wordt dit in de meeste gevallen opgelost doordat de twee bevoegde docenten met elkaar een constructief gesprek voeren waarin ruimte is voor elkaars argumenten en inzichten. Komen ze er niet uit, dan nemen de schoolbesturen contact op met de inspectie. De inspectie doet een beroep op de besturen om de eerste en tweede corrector te helpen om hun geschil op te lossen.
Tijdsdruk
Pas als dat mislukt, neemt de inspectie een besluit om een onafhankelijk derde corrector aan te stellen via het CvtE. Deze vakcollega neemt al het nakijkwerk onder de loep, stelt de score vast en daarna kan er niet meer over gediscussieerd worden. “Wij laten scholen en correctoren altijd weten dat de derde corrector de hele batch eindexamens van alle leerlingen nakijkt. Soms kan het geschil maar om één vraag gaan. Het is dus best een grote consequentie, want je kan daarna aan je eigen eindexamenleerlingen niet uitleggen hoe de score tot stand is gekomen."
Vaak staat er veel tijdsdruk op het proces en is het maar de vraag of een derde corrector op tijd is met het nakijken voor de landelijke uitslagdag. Een derde corrector levert hoe dan ook vertraging op en het ligt aan het moment van afname van het eindexamen of ze op tijd zijn. Jansen: “We willen het zorgvuldig doen, maar doen ook altijd ons best zodat de leerlingen zo min mogelijk last hebben van het geschil tussen de correctoren.”