Mbo nieuwe koploper met tijdelijke docenten
Bijna een op de vijf docenten in het mbo heeft een tijdelijk contract. Bij de ‘groene’ opleidingscentra is dat een kwart. “We moeten het aantrekkelijk maken om in het onderwijs te werken. Dat zit hem in salaris, maar ook in de zekerheid van een vast contract.”
De twijfelachtige eer van lijstaanvoerder gaat naar MBO Amersfoort. Het roc met zo’n 8000 studenten heeft nog een jonge geschiedenis: het was een van de scholen die negen jaar geleden voortkwamen uit de brokstukken van de Amarantis Onderwijsgroep.
MBO Amersfoort maakte tot 2019 een flinke groei door. Bij deze instelling heeft 28,5 procent van het onderwijsgevend personeel een tijdelijk contract. Dat is twee keer zoveel als bij sommige andere roc’s, zoals het Graafschap College.
“Het is geen bewust beleid om zoveel mogelijk tijdelijke aanstellingen te hebben”, reageert vice-voorzitter Gert-Jan Lantinga. Volgens hem speelt in voorgaande jaren de groei van de formatie een rol, en sinds 2021 het extra geld uit de diepe buidel van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). “We krijgen veel geld erbij de laatste jaren, of het nou over NPO gaat of over subsidies. Ik voorspel je dat bij alle instellingen het percentage tijdelijke contracten gaat stijgen.” Waarna hij aanvult: “Geld is niet het probleem, maar gekwalificeerde docenten zien te vinden. Een advertentie ‘docent installatietechniek gezocht’: forget it, kansloos.”
(Stuk loopt door onder infopgrahic)
Aandeel tijdelijke contracten mbo in tien jaar bijna verdubbeld
De cijfers in dit verhaal zijn gebaseerd op de meest recente data die uitvoeringsorganisatie DUO dit voorjaar publiceerde, met de stand van zaken op 1 oktober 2021. De gegevens zijn afkomstig van de instellingen zelf. Het Onderwijsblad keek daarbij specifiek naar de functiecategorie ‘onderwijsgevend personeel’ in het mbo van alle roc’s, vakscholen en aoc’s.
Sinds 2019 steeg het aantal fte (voltijdbanen) van docenten met een tijdelijk contract met 1245 naar ruim 5300 in 2021. Dat is 19 procent van het totaal aantal voltijdbanen in deze categorie. Dat aandeel zit in de lift, twee jaar eerder lag het percentage tijdelijke aanstellingen nog op 15,3. Kijk je nog verder terug: in 2012 lag dat aandeel nog onder de 10 procent.
Binnen het mbo zijn het de agrarische opleidingscentra (aoc’s) die relatief de meeste tijdelijke contracten uitdelen aan onderwijzend personeel: een kwart van de 3500 fte. Bij de roc’s en vakscholen gaat het om 18 procent van de ruim 24 duizend voltijdbanen.
Verschillende verklaringen keren in gesprekken steeds terug. Zo zwaaien pensioengerechtigde docenten af en worden ze opgevolgd door nieuwe collega’s die beginnen met een tijdelijk contract. Daarnaast is er in 2021 tijdelijke uitbreiding van de formatie dankzij het Nationaal Programma Onderwijs. Maar ook gehoord: docenten die na een jaarcontract geen vast dienstverband krijgen maar opnieuw een tijdelijke aanstelling.
Streven
Ook het Clusius College kent veel docenten met een tijdelijk contract. Het Clusius is een agrarisch opleidingscentrum (aoc) met zo’n 4200 vmbo-leerlingen en 1500 mbo-studenten in Noord-Holland. Daar heeft 27,8 procent van het onderwijzend personeel een tijdelijk contract. Dat percentage nam de laatste jaren sterk toe: in 2020 lag het nog op 25,6 en in 2019 op 19,5.
“Ik heb enige research binnen de organisatie gedaan naar aanleiding van uw mail. De cijfers kloppen wel, hoor”, reageert bestuurder Gerard Oud. Het aandeel tijdelijke contracten is erg hoog, erkent hij. Zoveel tijdelijke aanstellingen is geen bewust streven, laat ook Oud weten. In 2020 en 2021 groeide het vmbo-onderdeel van het Clusius College en die toestroom betekende dat er meer personeel is aangetrokken. In 2021 kwam er geld bij uit het NPO, dat deels is ingezet om tijdelijk extra personeel in te zetten, aldus Oud.
“Nieuwe medewerkers beginnen uiteraard met een tijdelijke aanstelling. Maar ons beleid is: een goede docent nemen we aan en die krijgt na een jaar een vast contract. We sturen er echt niet op om zoveel mogelijk tijdelijkheid te hebben. Zeker gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Het is al een hele tour de force om de formatie rond te krijgen. We moeten natuurlijk wel enige flexibiliteit hebben met tijdelijke aanstellingen, maar veel meer dan het landelijke gemiddelde is eigenlijk niet nodig.”
We sturen er echt niet op om zoveel mogelijk tijdelijkheid te hebben
Bevreesd
Dat gemiddelde in het mbo is gestegen naar 19 procent tijdelijke contracten onder docenten (zie kader hierboven). Maar bij het Graafschap College in Doetinchem blijven ze daar ruim onder. Het roc telt zo’n 9500 studenten, een aantal dat de afgelopen jaren redelijk stabiel bleef. De instelling heeft zo’n 440 fte aan onderwijsgevend personeel, van wie slechts 13,5 procent een tijdelijk contract heeft. “Als mensen goed functioneren, bieden we ze na een jaar een vast contract aan. Daar kan ik het natuurlijk alleen maar mee eens zijn”, vertelt Peter Baks, voorzitter van de ondernemingsraad bij het Graafschap College en voorzitter van het AOb-sectorbestuur mbo. “Dat is nog niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Ik hoor nog redelijk vaak dat een deel van de instellingen medewerkers twee jaar op een tijdelijke aanstelling laat zitten. Waarom? Omdat ik denk dat onderwijsbestuurders al gauw bang zijn dat ze met veel personeel komen te zitten waar ze later geen werk meer voor zouden hebben in tijden dat het tegenzit. Ik denk dat die houding wel wat aan het veranderen is met de krapte op de arbeidsmarkt en de pensioengolf die gaande is.”
Ik denk dat onderwijsbestuurders al gauw bang zijn dat ze met veel personeel komen te zitten waar ze later geen werk meer voor zouden hebben in tijden dat het tegenzit
Instellingen in het mbo moeten, net als in andere onderwijssectoren, alle zeilen bijzetten om voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken, onder meer in de zorg en de techniek. Alleen al de maatschappelijke vraag naar technisch geschoold personeel, zoals installateurs. “Daar zijn best zorgen over. Kijk naar de doelstellingen in de energietransitie, we moeten als mbo straks heel veel nieuwe technici afleveren. We hebben docenten nodig om ze op te leiden. Dat betekent ook dat we het aantrekkelijk moeten maken om in het onderwijs te werken. Dat zit hem in salaris, maar ook in de zekerheid van een vast contract.”
Blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws en ontvang elke maand het Onderwijsblad. Word lid van de AOb.
Check alle voordelen van het lidmaatschap