Alle

Mbo-jongens vaker dan meisjes naar hbo

Jongens wagen vaker dan meisjes de sprong van het mbo naar een hbo-opleiding, blijkt uit nieuwe cijfers. En dat terwijl meisjes uiteindelijk meer kans maken hun diploma te behalen.

Tekst Hoger Onderwijspersbureau (HOP) - - Minder dan een minuut om te lezen

mbo-bestedingen-hr

Beeld: Typetank

Het blijft opvallend dat jongens in het onderwijs zoveel slechter presteren dan meisjes. Ze gaan minder vaak naar de havo of het vwo en gaan dus ook minder vaak studeren. Eenmaal in het hoger onderwijs maken jongens minder kans om te slagen.

In het mbo is het beeld hetzelfde. Daar volgt de helft van de jongens een opleiding op het hoogste niveau, meldt het CBS vandaag, terwijl dat onder meisjes maar liefst 60 procent is.

Overstap

Aan hun ambitie lijkt het niet te liggen. Als jongens hun mbo-4-diploma op zak hebben, maken ze vaker dan meisjes de stap naar het hbo. Dat doet 41 procent van hen, tegen 37 procent van de meisjes (tot 25 jaar).

Met het afschaffen van de basisbeurs gingen er ook minder mbo’ers naar het hoger onderwijs, maar het verschil tussen jongens en meisjes is niet noemenswaardig veranderd: jongens stroomden altijd al vaker door.


© HOP. Bron: CBS

Uit de cijfers blijkt niet waarom de meisjes minder vaak doorstromen. Aan hun talent zal het niet liggen. Eenmaal in het hbo komen meisjes vaker (en sneller) over de eindstreep dan jongens.

Dat blijkt al jaren uit cijfers van de Vereniging Hogescholen over het studiesucces. Van alle mbo-meisjes die in 2013 aan het hbo begonnen, heeft 48 procent het diploma binnen vijf jaar behaald. Onder jongens was dat 39 procent.

Onder havisten is de kloof trouwens nog groter: na vijf jaar is 38 procent van de jongens klaar, tegen 60 procent van de meisjes.