Mbo-docente start promotieonderzoek naar loopbaanbegeleiding
Naast je baan als docent promotieonderzoek doen. Dat is in het mbo helemaal niet vanzelfsprekend. Martha Magee, docent op het Roc van Flevoland, gaat het doen. Onlangs rondde ze het pre-promotietraject af. Nu is ze klaar voor het onderzoek.
Je volgde veertien maanden lang het pre-promotietraject. Wat hield dat in?
“Zoeken naar een promotor, een onderzoeksvoorstel formuleren en kijken naar je onderzoeksvaardigheden. Eigenlijk wilde ik eerder al beginnen met het promoveren zelf, maar toen werd ik gewezen op dit pre-promotietraject. Ik ben blij dat ik dat heb gedaan. De groep bestond alleen uit mbo-docenten, dat was fijn. Promoveren is niet iets wat vaak voorkomt in deze sector. Ik heb één collega die is gepromoveerd.”
Was onderzoek altijd al iets voor jou?
“Ja, opleidingen volgen en onderzoek vind ik interessant. Ik heb een master Engelse taal en literatuur en haalde later ook mijn master SEN. In het mbo worden vaak veranderingen ingevoerd, maar het is goed om te kijken waarom we dat doen en onderzoeken -op een wetenschappelijke manier- of het wel werkt.”
Wat ga je onderzoeken?
“Ik wil onderzoek doen naar loopbaanbegeleiding. En dan vooral de vraag wat er moet gebeuren op managementniveau en in het beleid zodat de loopbaanbegeleiding van studenten steviger in het curriculum komt en aandacht krijgt van de docenten. Nu zegt de overheid wel dat loopbaanbegeleiding belangrijk is, maar toch merk ik dat de examenvakken belangrijker blijven. Docenten weten dat loopbaanbegeleiding niet geëxamineerd wordt. Of ze hebben een houding van: ‘Ik ben docent Duits en geen psycholoog.’”
Waar loop jij in de praktijk tegenaan als het gaat om loopbaanbegeleiding?
“Zelf werk ik als docent Engels en zit ik daarnaast in de ‘doorstartklas’. In die klas zitten mbo-studenten die even niet weten wat ze willen. Ze zijn gestopt met de opleiding en moeten opnieuw een keuze maken. In die klas zie ik dagelijks het belang van goede loopbaanbegeleiding. Vaak zijn verkeerde keuzes gekoppeld aan problematiek thuis. Ik merk dat veel studenten toch niet voldoende gehoord of gezien worden en dat je vaak de juiste vragen moet stellen. Met mijn onderzoek wil ik kijken hoe loopbaanbegeleiding zodanig beter kan dat die doorstartklas niet meer nodig is.”
Waar begin je mee?
“Ik wil eerst kijken wat managers weten van loopbaangeleiding, dus wat er bekend is. En daarna hoe het veranderd of verbeterd kan worden. Daarvoor moet ik metingen doen en observaties uitvoeren en interviewen. Maar eerst ga ik volgende week met mijn promotor en co-promotor bekijken wat we kunnen doen om bijvoorbeeld een beurs te krijgen. Alles moet stap voor stap. Het duurt ook vier jaar.”
Krijg je tijd voor het promoveren van het roc?
“Daarover ben ik nu in onderhandeling. Bij de master SEN kreeg ik een docentenbeurs en tijd. Ik hoop dat ik voor dit onderzoek ook tijd krijg.”
De tweede groep docenten is op 21 maart aan het pre-promotietraject begonnen.