WO&O

Maak glashelder welk gedrag niet door de beugel kan

Hoe ga je als universiteit om met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag? Een ombudsvrouw en een hoogleraar integriteit zijn het erover eens: stel duidelijke normen, wees transparant en blijf werken aan bewustwording over wat wel en niet door de beugel kan. 

Tekst Bea Ros -redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

stop

Beeld: Ivo de Boer en Peter van Dorst

De hoogleraar arbeidsrecht met als bijnaam ‘Een acht voor een nacht’ (UvA); de Leidse hoogleraar sterrenkunde die vrouwen kleineerde en schoffeerde; een hoogleraar klinische psychologie (VU/UM/UU) die zich herhaaldelijk opdrong aan promovendi en studenten en een rector (RU) die enkele ongepaste opmerkingen maakte tegenover een vrouwelijke medewerker. Zomaar een greep uit de gevallen van seksuele intimidatie aan universiteiten die recent de pers haalden.

Wat is er aan de hand? Viert seksisme en grensoverschrijdend gedrag hoogtij in de academische wereld? Wie de uitkomst ziet van de enquête die onderzoeksjournalistiek platform Argos hield onder alle universiteiten, zou haast denken van wel. Het aantal jaarlijkse meldingen over grensoverschrijdend gedrag - pesten, machtsmisbruik en seksuele intimidatie - verdubbelde de afgelopen vier jaar van 141 naar 300.

Maar je kunt die toename ook anders duiden, zegt Rob van Eijbergen, hoogleraar integriteit van organisaties (VU) en organisatieadviseur. “Het fenomeen grensoverschrijdend gedrag is van alle tijden en alle organisaties, maar klachten daarover komen nu meer naar buiten door #MeToo.” Nancy Viellevoye, sinds 2022 ombudsvrouw bij de Radboud Universiteit, valt hem bij. “Net als elke universiteit in Nederland investeren we in vertrouwenspersonen. We hebben daar ook veel bekendheid aan gegeven. Daardoor doen mensen eerder een melding.”

Onder het tapijt?

Met hun nuanceringen willen beiden de ernst van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag allerminst bagatelliseren. Ze benadrukken dat het de taak van de werkgever is om te zorgen voor een veilige werk- en studieomgeving. Het is een illusie te denken dat je grensoverschrijdend gedrag kunt uitbannen, stelt Van Eijbergen. “Maar spreek je als leiding uit en laat zien: dit accepteren we niet.”

Uit het Argos-onderzoek blijkt dat ondanks een toenemend aantal meldingen het aantal formele klachten constant en laag blijft, zo’n twee per jaar per universiteit. Dat zou komen door een bedrijfscultuur die klachten het liefst onder het tapijt veegt en hoogleraren die elkaar de hand boven het hoofd houden, aldus journalisten van De Gelderlander in een nogal rellerig artikel zonder veel bewijsvoering.

Viellevoye ziet wel dat medewerkers vaak het gevoel hebben afhankelijk te zijn van die ene promotor of afdelingsvoorzitter. “Maar juist dat zijn we aan het doorbreken, met bijvoorbeeld aandacht voor gespreksvaardigheden en sociale veiligheid in leiderschapscursussen.” Van Eijbergen wijst op het belang van bewustwording, vooral ook bij de oudere generatie. “Toen ik studeerde, keek niemand op van relaties tussen hoogleraren en studenten. Maar de tijden zijn veranderd en daar moet je samen het gesprek over aangaan: hoe gaan we hier met elkaar om?” Een arm op iemands schouder kan bedoeld zijn als bemoediging, maar overkomen als intimiderend. “Je hoort dan vaak: mag dat ook al niet meer?! Mijn antwoord is dan: wees je ervan bewust hoe je gedrag kan overkomen. En creëer een cultuur waarin mensen elkaar durven aanspreken op gedrag.”

Toen ik studeerde, keek niemand op van relaties tussen hoogleraren en studenten. Maar de tijden zijn veranderd en daar moet je samen het gesprek over aangaan: hoe gaan we hier met elkaar om?

Dat het binnen een universiteit draait om presteren en publiceren mag geen excuus zijn voor een onveilige bedrijfscultuur, stelt Van Eijbergen. “Dat argument van ‘topsport’, wat ook Matthijs van Nieuwkerk gebruikte, deugt niet. Al het onderzoek laat zien dat als je wilt dat mensen hard werken en creatief zijn, je als leidinggevende vriendelijk en ondersteunend moet zijn. Dat is dus iets om bij je selectie van hoogleraren en leidinggevenden rekening mee te houden.”

Handelingsverlegen

Sociaalvaardige leidinggevenden, duidelijke gedragsnormen en een open bedrijfscultuur kunnen grensoverschrijdend gedrag in de kiem smoren. Als er dan toch iets voorvalt, moet de organisatie snel en duidelijk optreden. Van Eijbergen ziet daarin bij universiteiten nog veel ‘handelingsverlegenheid’. Zo is het niet altijd nodig meteen een formeel onderzoek te starten. “Dat creëert juist veel onveiligheid. Probeer het eerst met een normerend gesprek op te lossen. Dat is veel krachtiger en geeft ook een duidelijk signaal af: dit gedrag tolereren we hier niet.”

Als dat onvoldoende is, dan moet je zorgvuldig onderzoek doen. “Je moet in kaart brengen wat de klacht precies is en heel transparant zijn over je procedure. Je moet ruimhartig hoor en wederhoor toepassen en de beschuldigde moet weten waar het over gaat.” In de casus van de Utrechtse hoogleraar klinische psychologie liep dat bijvoorbeeld mis, zag Van Eijbergen. “De hoogleraar merkte pas na een half jaar, door reacties van collega’s, dat er een procedure tegen hem liep. Dat kan niet.”

Sancties lijken voor de buitenwereld vaak nogal willekeurig. De Utrechtse psychologiehoogleraar wordt ontslagen, een Nijmeegse psychologiehoogleraar die zich schuldig maakte aan seksuele intimidatie van studenten zit er nog steeds. Neem je dan als organisatie klachten wel serieus? De Nijmeegse hoogleraar Staatsrecht Paul Bovend’eert vindt van niet. In een ingezonden brief op het onafhankelijke nieuwspodium Vox pleit hij voor ‘krachtdadig optreden’: “Dergelijk ernstig wangedrag dient zonder meer een ontslaggrond te zijn.”

Viellevoye kan met hem meevoelen, maar wijst op arbeidsrechtelijke kaders. Na een greep uit de kas kun je iemand op staande voet ontslaan, na grensoverschrijdend meestal gedrag niet. “De eerste reactie is: die persoon moet weg. Dat begrijp ik, want de veiligheid moet geborgd worden, maar als universiteit ben je werkgever van melder én beschuldigde. Dat maakt het ingewikkeld.”

Als universiteit ben je werkgever van melder én beschuldigde, dat maakt het ingewikkeld

Van Eijbergen wijst erop dat ontslag van die ene hoogleraar bovendien niet altijd de oplossing is. Hij noemt de Amsterdamse acht-voor-een-nacht-hoogleraar als voorbeeld: “Die man was grenzeloos, maar dat gold voor de hele afdeling. Door die ene man te ontslaan, is het probleem niet weg.” Bovendien is elke casus weer anders. Bij de Utrechtse hoogleraar was de situatie, met zoveel klachten en een onhandige procedure, niet meer te repareren, weet Van Eijbergen. Bij de Nijmeegse hoogleraar was een verbod op het begeleiden van studenten voldoende.

Door één grenzeloze man te ontslaan, is het probleem niet weg

Liefdesrelatie

In een column in NRC stelt filosoof Stine Jensen dat het begrip seksueel grensoverschrijdend ‘akelig onprecies’ is. Het gooit een rector die jaren geleden twee intimiderende opmerkingen maakte op één hoop met een hoogleraar die jaar in jaar uit vrouwelijke collega’s en studenten lastigvalt. Ze vindt een schaal van Richter voor gradaties van grensoverschrijdend gedrag, zoals een krantenlezer voorstelde, wel een goed idee.

Viellevoye en Van Eijbergen vinden dat lastiger. “Wie bepaalt dan de positie op zo’n schaal?”, stelt de ombudsvrouw. En de hoogleraar stelt: “Het is goed om gedrag te concretiseren en transparant te zijn over wat er precies is gebeurd. Maar anders dan aardbevingen laat menselijk gedrag zich niet in zo’n schaal vangen.’

Laat staan dat je meteen sancties verbindt aan die schaal, zoals ontslag voor een hoogleraar die het aanlegt met een student. Niet die relatie, maar de onvrijwilligheid ervan is het probleem. “Mensen kunnen verliefd worden”, zegt Van Eijbergen. Volgens de gedragscode van de Radboud Universiteit is een liefdesrelatie verboden voor een hoogleraar die in een gezagsverhouding tot een student of medewerker staat. Maar een hoogleraar bij natuurkunde mag gerust een relatie hebben met een promovendus bij letteren; wel geldt hiervoor een meldplicht. “Over die normen moet je het met elkaar blijven hebben”, stelt Viellevoye, “een gedragscode is een levend document. Maar het moet duidelijk zijn dat overtreding van de normen consequenties heeft.”

Te veel loketten 

In 2022 constateerde de Inspectie van het Onderwijs dat procedures voor klachten en meldingen in het hoger onderwijs niet altijd op orde zijn. Zo weten studenten en medewerkers niet altijd waar ze terecht kunnen met een klacht over wangedrag. Ook hebben ze onvoldoende vertrouwen dat een klacht serieus genomen wordt en leiden klachten niet altijd tot een bevredigende oplossing.

Mede na alle berichten in de media over incidenten heeft demissionair minister Robbert Dijkgraaf (D66) Mariëtte Hamer (regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag) gevraagd om nader onderzoek te doen naar meld- en klachtstructuren binnen universiteiten.

Kamerlid Janet van der Laan (D66) pleitte al voor een onafhankelijk en landelijk meldpunt, maar Dijkgraaf wil eerst het onderzoek afwachten. Het advies van VU-hoogleraar integriteit Rob van Eijbergen zou zijn: niet doen. “Er zijn al zoveel loketten, binnen en buiten de universiteiten. Maak het laagdrempeliger en overzichtelijker.” Hij noemt de Universiteit Tilburg als voorbeeld. Die werkt toe naar één loket waar studenten en medewerkers alle vormen van machtsmisbruik kunnen melden. Ook de Radboud Universiteit is bezig te kijken hoe het beter kan. “De huidige hulpstructuur is niet aan de designtafel gemaakt, maar het resultaat van steeds een stukje bijplakken aan het bestaande gebouw. Dat zorgt voor onduidelijkheid voor medewerkers en studenten: waar kan ik terecht met welke vraag? Het instellen van één loket lijkt me een heel goed idee.”