Lesidee: Gebruik opvallende kleding als ijsbreker in de klas
Kunstdocent Simon Uyterlinde draagt voor de klas graag opvallende accessoires. Een enorme stropdas of een kleurrijke riem brengen het gesprek opgang met zijn leerlingen van het Grafisch Lyceum Rotterdam. “Ze gaan vanzelf vragen stellen over wat ik aan heb.”
Een grote stoffen ketting met daarop het woord ‘knisperinspiratie’. Een opvallende gele riem met het woord ‘scheurkleur’ en een enorme stropdas met handjes, ogen en lippen. Dit zijn slechts enkele van de ruim twintig kleding-accessoires die Simon Uyterlinde bedacht, samen met Willemiek van Kuijlenborg, collega-kunstdocent op de vmbo-afdeling van het Grafisch Lyceum Rotterdam.
Kleding is communicatie, met jezelf en met de ander
“Kleding is communicatie, met jezelf en met de ander”, zegt Uyterlinde. “Willemiek en ik dragen onze zelfgemaakte accessoires in de les om op een laagdrempelige manier in contact te komen met de leerlingen. Je kunt ze ook conversation pieces noemen.”
De opvallende accessoires hebben volgens de docent twee doelen. Het eerste doel is open communicatie stimuleren. Uyterlinde: “Dat doe ik door één of meerdere accessoires in de les met trots te dragen en daarmee te laten zien dat het geoorloofd is af te wijken van de norm. Door deze houding aan te nemen en daarmee lef of kwetsbaarheid te tonen, nodig je leerlingen uit zich ook open te stellen. Ze gaan vanzelf vragen stellen over wat ik aan heb en wat erop staat. Langzaam stuur ik het gesprek dan de diepte in.”
Maakproces
Het tweede doel van de accessoires is het maakproces van de leerlingen bevorderen tijdens een de les. “Willemiek merkte dat leerlingen het soms heel moeilijk vinden om te beginnen met een maakopdracht. Ze zijn onzeker en hebben geen inspiratie. Ze hebben maar twee of drie uur per week kunstles en bij sommigen gaat veel tijd verloren aan maar geen begin maken”, vertelt Uyterlinde. “In de praktijk krijgen leerlingen dan vaak een voorbeeld en dat maken ze na. Wij willen hen juist stimuleren zelf na te denken en iets origineels te verzinnen. Als je zegt: begin gewoon en heb er vertrouwen in dat er iets komt, werkt dat meestal niet.”
Hoe de accessoires het maakproces kunnen beïnvloeden, legt Uyterlinde uit aan de hand van een voorbeeld: “Onlangs maakten mijn leerlingen tien verschillende portretten binnen twee minuten. Van te voren bespraken we mijn enorme stropdas: Waarom heb ik de handjes daarop op een bepaalde manier geplaatst? Om iets te verbergen? Wat dan? Bepaalde gevoelens? Op de opvallende riem die ik daarbij droeg, stond ‘scheurkleur’. Waar denk je aan bij dat fantasiewoord? Door die gesprekken kregen de leerlingen inspiratie en ontdekten ze dat je portretten op vele manieren kunt vormgeven.”
Kleding kan ook de verbindende factor zijn tussen leerling en docent
Volgens Uyterlinde is kleding voor veel jongeren heel belangrijk en verbonden aan hun imago. “Kleding kan ook de verbindende factor zijn tussen leerling en docent. Ik weet nog dat mijn docent vroeger een T-shirt droeg van een band die ik goed vond. Dat gaf voor mij een gevoel van verbinding en droeg eraan bij dat ik sneller op hem afstapte met vragen. Ik merk dat het zo ook werkt met de kledingaccessoires. Leerlingen die ik normaal minder sprak, komen sneller naar mij toe. Je merkt dat ze sneller een soort vertrouwen in je krijgen.”
Kleding kan verbinding geven
Het idee voor de kledingaccessoires ontstond vorig schooljaar toen Simon Uyterlinde samen met Willemiek Kuijlenborg een afstudeerproject zocht voor hun docentenopleiding aan de Willem de Kooning Academie. Ze noemden het Kleerkracht. “We stonden beiden al voor de klas en merkten dat kleding verbinding kon geven. Ik droeg bijvoorbeeld altijd opvallende sokken en Willemiek excentrieke kleding. Dat leidde regelmatig tot een gesprek met de leerlingen. Zo kwamen we op het idee. Ik heb een achtergrond als illustrator en Willemiek als modeontwerper. Dat is terug te zien in de bijzondere vormgeving van de items.”
Onze items kunnen bij een burgerschaples de dialoog openen over wie je bent
Kleerkracht beviel zo goed dat de twee kunstdocenten de kledingaccessoires nog wekelijks gebruiken in de lessen. De doelgroep is leerlingen van ongeveer 14 tot 16 jaar, omdat jongeren op die leeftijd creatief gezien in een iets meer zelfbewuste, reflectieve fase komen. Kleerkracht nodigt ze uit daarvan los te komen, om tot nieuwe inzichten te komen. “Het is daarnaast vooral bedoeld voor docenten die kunstvakken geven, omdat de accessoires het maakproces ondersteunen”, vertelt Uyterlinde. “Ook is het bruikbaar voor docenten die burgerschap geven in het voortgezet onderwijs. Onze items kunnen bij een burgerschaples de dialoog openen over wie je bent, wat je wilt uitstralen en hoe dit weer reactie oproept.”
Meer weten? Kijk voor informatie op Instagram