Lerarentekort zet schoolbestuurder klem
Door het lerarentekort hebben schoolbestuurders uitzendbureaus nodig om aan personeel te komen - soms tegen wil en dank. Steeds vaker stellen onderwijsstichtingen paal en perk aan de hoge tarieven en afkoopsommen in de detacheringsbranche.
Een jaar geleden maakten 35 Amsterdamse schoolbesturen (primair onderwijs) onderling afspraken. Ze betalen een detacheringsbureau nooit meer dan 65 euro per uur voor een invaller. En het moest afgelopen zijn met de bizar hoge overnamesommen, als een leerkracht bij een school in dienst wilde komen. Arnold Jonk, tot voor kort schoolbestuurder bij Staij in Amsterdam: “We werden tegen elkaar uitgespeeld, dat is nu afgelopen. We hebben tegen alle bureaus gezegd: je kunt alleen in Amsterdam werken als je je hieraan houdt.” Een paar bureaus haakten af. “Die denken: dan gaan we naar Zaanstad of de Haarlemmermeer, daar betalen ze wel. Dat kan. Maar wij doen het niet meer.”
Dit is een ingekorte versie van het artikel ‘Duivelse dilemma’s voor schoolleider’, uit het Onderwijsblad van oktober. Elke maand het Onderwijsblad in je bus?
Leen Koole, directeur van het Integraal Kind- en Expertise Centrum (IKEK) voor speciaal onderwijs in Hoorn werkt in Hoorn met uitzendbureau Maandag. Hij moet wel, benadrukt hij. “Ik heb geen achtervang. Als er iemand uitvalt, heb ik niets. En de groepen zijn al groot.” Ook hij heeft afspraken gemaakt met de accountmanager van het uitzendbureau. Na wat mismatches met andere bureaus weet deze accountmanager nu goed wat het IKEK zoekt. “Zij kent onze school en weet dat ze niet zomaar iedereen naar ons toe kan sturen.”
Leerkrachten die willen blijven, kunnen na een jaar overstappen naar het IKEK. Leen Koole: “Maar het eerste jaar blijft het een dure aangelegenheid. Ik vergelijk deze samenwerking weleens met de aanschaf van een kostbare accuboor-set. Je moet zeker weten dat de accu goed is, anders ben je zuur.”
Je moet je als een ondernemer opstellen en onderhandelen
Geert Looyschelder, rector van het Jordan-Montessori Lyceum Utrecht, werkt nu met twee vaste uitzendbureaus. “Ik investeer in mijn relaties. Ik stuur geen mailtje naar een onbekend bureau of ze nog iemand voor ons hebben.” Hij kent de managers, ze hebben regelmatig contact, zij leveren bijvoorbeeld ook surveillanten. Er zijn voor de vaste samenwerking van start ging, ‘pittige gesprekken’ gevoerd, zegt de rector. “Je hoeft niet klakkeloos alles te accepteren wat een bureau vraagt. Je moet je als een ondernemer opstellen en onderhandelen.”
Wat betekent het voor een team, als er collega’s binnenkomen via een uitzendbureau? Worden zij beschouwd als op geld beluste zzp’ers die uitsluitend voor de klas willen staan en niet inzetbaar zijn voor andere klussen? Absoluut niet, zeggen alle bestuurders. Looyschelder: “Mensen die het naar hun zin hebben, willen graag meedraaien en wat extra doen, is mijn ervaring. Die komen ook graag naar de pubquiz en de personeelsavond.”
Jonk: “Ik vraag hen wel altijd waarom ze zich bij zo’n bureau inschrijven. Dan noemen ze meestal de behoefte aan flexibiliteit.” Looyschelder: “Collega’s weten wel dat deze leerkrachten netto niet echt meer verdienen. Ik hoor als reden altijd dat zij hechten aan vrijheid. Na een jaar willen ze iets anders kunnen doen, of bij een andere school kijken. Het zijn over het algemeen absoluut geen geldwolven, maar mensen met hart voor het onderwijs.”
Frisse blik
Looyschelder ziet ook wel voordelen. “Zzp’ers zien veel verschillende scholen en hebben een frisse blik. Ze houden je een spiegel voor, weten heel goed wat er elders gebeurt. Daar doe ik mijn voordeel mee.” Jonk heeft ook wel wat geleerd van de aanpak van commerciële bureaus, zegt hij. “Wij hadden de werving voor onze invalpool slecht op orde, we waren traag in de betaling: dat zijn we aan het professionaliseren.”
De klik met een uitzendbureau moet goed zijn, benadrukt Koole. “Goede afspraken zijn belangrijk. Collega’s hebben er veel werk aan om een nieuw iemand te begeleiden en in te werken, dus bij een mismatch gaan ze wel klagen.” Jonk: “Natuurlijk komt het ook voor dat mensen niet functioneerden op een school en via zo’n bureau toch steeds weer aan werk komen.”
De gewenste flexibiliteit die uitzendkrachten vaak noemen, geldt maar voor een kleine groep, merken de bestuurders. “Als een school bevalt, blijven ze er graag. De meeste mensen willen zich toch verbinden aan collega’s, een school, aan goed onderwijs.”
Aasgieren
Dat betekent dus ook dat de detacheerders continu op zoek moeten naar nieuwe leerkrachten voor hun bestand. Daarbij gaan ze soms ronduit schofterig te werk, zegt Jonk. In een tweetje net voor de zomervakantie, verweet hij detacheringsbureau Derect van ‘aasgierengedrag’. Het bureau had een lerarenondersteuner van Staij via Linkedin benadert: ‘We zien dat je op de nieuwkomerschool gaat werken. Kom bij onze invalpool, dan bepaal je zelf wat je gaat verdienen en wanneer je wilt werken.’
Jonk: “Daar word ik echt gek van. Schaamteloos. Het gaat alle maatschappelijke omgangsvormen te buiten. Alleen maar omdat zo’n commerciële jongen een paar duizend euro in z’n zak wil steken.” Hij noemde Derect zeer bewust met naam en toenaam. “Ik heb er absoluut geen spijt van. Ik hoop dat ik hen zo echt raak en dat ze door negatieve publiciteit een slechte naam krijgen bij besturen en leerkrachten.” Na zijn tweetje kreeg hij snel een reactie van Derect, dat dit een ‘misverstand’ was. Jonk: “Daar geloof ik dus niets van. Ik vind het verschrikkelijk gedrag en ik hoop dat het stopt.”
Het complete artikel staat in het Onderwijsblad van oktober 2022, onder de kop 'Duivelse dilemma's voor schoolleiders'.